Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

Herinneringen aan de zware storm van maandag 13 november 1972
Door Anton de Wijk postbode te Stadskanaal van 1959 - 1999

Ratelend geeft de wekker te kennen dat een nieuwe dag is aangebroken. Het is 4 uur in de morgen, deze maandag de 13e november 1972. Buiten loeit de wind, regen klettert met geweld tegen de ramen, het is alsof emmers vol tegelijk worden leeggesmeten. De vorige avond was het al onrustig in de atmosfeer, de wind trok aan tot hard en de dienstdoende meteoroloog van het NTS-journaal vertelde dat we ons moesten voorbereiden op een zware storm.
Het zwartwit tv-beeld flikkerde af en toe ten teken dat de tv-antenne op het dak heen en weer zwiepte.
“Zouden we een storm krijgen,� vroeg mijn vrouw angstig terwijl haar ogen het tv-beeld bleven volgen. “Ik weet het niet, misschien valt het nogal mee en concentreert de storm zich enkel tot de kust,� probeerde ik haar gerust te stellen. “Het heeft wel vaker gestormd en je weet maar nooit hoe sterk zo’n depressie zich ontwikkelt en welke richting ze kiest.�
Als ik de wekker indruk is ze met mij klaarwakker. “Hoor eens hoe het buiten tekeer gaat, vreselijk.� Ze wipt het bed uit en staart door het raam naar buiten, “kijk tot eens hoe het stormt.� Samen kijken we in het flauwe schijnsel van een lantaarnpaal hoe de kruinen van de bomen heen en weer worden gesmeten door de wind. De wind huilt om het huis, de regen valt in stromen.
“Moet je vandaag bij de weg?� De eerste uren heb ik sorteerwerk en pas later in de morgen ga ik de bestelling in.� Ze knikt. “Wie weet, misschien is de storm dan inmiddels wel wat afgenomen.� Even later neem ik buiten poolshoogte en zie in de achter ons staande huizen bij onze achterburen en enkele andere bewoners, dat de lamp al brandt, ten teken dat ze door de storm zijn gewekt.
Het is 5.1 graden als ik bij het schijnsel van een zaklantaarn de temperatuur aflees. Mijn vrouw heeft ondertussen de boterhammen gesmeerd maar is er niet gerust op dat ik de deur uitmoet. “Waarom stormde het vorige week maandag niet, toen was je vrij,� zegt ze geagiteerd. “Ga vandaag maar niet naar buiten als het niet beslist noodzakelijk is. Er liggen al wat dakpannen achter het huis en hou vooral de kleine meid binnen,� druk ik haar op het hart.
Ze knikt zonder te antwoorden. “Ga maar weer slapen,� bemoedig ik haar. “Hoe kun je nu slapen met dit weer,� zegt ze fel. “Wees jij maar voorzichtig,� we staan naast elkaar in de keuken en ze klemt zich een moment aan mij vast. Terwijl ik mijn regenpak aantrek en met de fiets naar buiten ga, hoor ik haar nog iets roepen maar in het gebulder van de wind gaat haar stem verloren.
Onderweg naar het kantoor, dat toen nog aan de Poststraat (Stadskanaal) was gevestigd, blijkt dat fietsen onmogelijk is. De regen kletst onophoudelijk in m’n gezicht. Lopend met de fiets probeer ik tegen de storm op te torsen. Met de grootste moeite hou ik mij op de been. Overal zag je licht in de huizen brandden, normaal is alles in het donker gehuld op dit uur, maar nu is alles al in rep en roer. Als ik toch probeer een stukje te fietsen met de wind in de rug, moet ik vol op de terugtraprem gaan staan om de hoge snelheid af te remmen.
Veel te gevaarlijk. Als ik af wil stappen blaast de wind me omver en maak ik kennis met het asfalt.
Aangekomen op de Poststraat hoor ik het water in het kanaal woest tekeer gaan. Het is pikdonker zodat van het geruchtmakende niets te zien is. Nieuwsgierig geworden durf ik mij toch onder geen beding te dicht aan het kanaal wagen, bang om door het water verzwolgen te worden.
Kort na 5 uur bereik ik het kantoor waar de dienstdoende ambtenaar al aanwezig is. Samen beginnen we aan ons werk, buslichting, opzetten en stempelen. Onderwijl bespreken we druk de huidige situatie. De hoofdbesteller komt aangeslagen binnen, “tsjonge wat een weer, het halve dak is van pannen ontdaan, m’n hele inrit ligt bezaaid met stukgeslagen dakpannen.� Hij trekt een stoel naar zich toe en steekt een sigaret op, om bij te komen van de opgedane emoties.

De weerkundige situatie
Maar laten we eerst eens teruggaan naar de aanloop van de storm. In Stadskanaal was het zondag de 12e november maximaal 8.6 graden met een minimumtemp. van 4.1 graden. Het was een regenachtige dag met af en toe fikse buien. Die zondag was het aanmerkelijk frisser dan op de dag van de storm.
Verscheidene keren heb ik meegemaakt dat het tijdens storm - of stormachtig weer – het dan bijzonder zacht was. Ploeterend tegen de wind in op sompige of modderige boerenlanen tijdens zo’n dag, stond het zweet je op de rug. Uit de “Kanaalstreek� van 22 oktober 1997, toen het bijna 25 jaar geleden was dat de storm woedde citeer ik:
Het is deze herfst 25 jaar geleden dat Nederland voor het laatst door een storm met orkaankracht werd getroffen. Veel lezers zullen die maandagmorgen 13(!) november 1972 nog herinneren. De depressie die de storm veroorzaakte, ontstond boven de noordelijke Atlantische Oceaan, circa 700 km ten oosten van New-foundland . Ze trok dwars over de Britse eilanden naar de Noordzee,
waar het centrum ervan even ten noorden van de Waddeneilanden naar het oosten wegtrok.
Tussen zeven en acht uur ’s morgens werden boven Noord-Nederland windsnelheden tot 160 km per uur gemeten. De luchtdruk was gezakt tot 959 mb, de laagste waarde ooit gemeten. De schade die de storm aanrichtte was enorm. Tot zover het citaat uit de “Kanaalstreek�, die wekelijks huis aan huis wordt verspreid.

6 uur, de collega's komen binnen
Een uur later, het is dan inmiddels 6 uur, komen de andere collega’s binnen. Samen wachten we op de postauto uit Assen, die, hoe kan het ook anders met vertraging arriveert. Onderweg had de chauffeur met meerdere omgewaaide bomen te maken, die door de brandweer, gemeentewerkers en andere hulpverleners werden opgeruimd. Na de koffie gaan we tegen half negen de straat op.
De storm woedt nu in alle hevigheid, het geloei van de wind is angstaanjagend. Nooit eerder heb ik zoiets meegemaakt en wat mij betreft hoop ik het ook nooit weer mee te maken. Bij daglicht werd al duidelijk wat de storm inmiddels al aan schade had aangericht. Het Stadskanaal, een kanaal dat van Bareveld tot aan Ter Apel dwars door het dorp stroomt, was woest en wild.
Het anders zo rustige vaarwater was volop in beweging. Grote witte schuimkoppen kwamen aanrollen, hoge golven beukten tegen de wal, rolden grommend verder om tegen een pijler van een brug uiteen te spatten. Pramen en pleziervaartuigen waren met dikke kabeltouwen aan de aan het kanaal staande bomen vastgeketend, maar dansten als speeltjes in het water. Tv-antennes waren van het dak gerukt of hingen scheefgetrokken aan de schoorsteen.
Op het trottoir lagen overal de brokstukken van afgewaaide dakpannen, met hier en daar een brok steen van een weggeblazen schoorsteen. Dicht langs de huizen schuifelend probeer ik met een collega mijn bestellerswijk te bereiken. Gelukkig is het niet zover, direct achter de Gele Klap begint mijn route. Het regent niet meer, maar grote grauwe wolken jagen met een ongelofelijke snelheid door de lucht. De kale bomen kraken onder het geweld van de wind. Geknakte takken hangen als slappe koorden naar beneden.
Begin jaren ’70 was het klimaat nog niet zo opgewarmd als tegenwoordig. Er zouden nog enkele zware stormen volgen met als klapstuk de onvergetelijke sneeuwwinter van 1979. Je moet er daarom niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als net als nu (2006) de bomen nog haast volledig hun blad gedragen zouden hebben en de storm erover heen zou hebben gewalst. Lopend, met grote moeite op de been blijvend en hangend aan de fiets, doe ik mijn bestelling.

Angst
Losgeraakte voorwerpen tollen over straat, schuttingen zijn omver gewaaid En het kraken van de bomen, waaronder heus geen kleine jongens is onheilspellend. Vooral de bomen hebben mijn aandacht, ik probeer mij steeds daarop te concentreren, en als het kan ga ik er met een boog omheen. Het is werkelijk levensgevaarlijk op straat. Het hart klopt in m’n keel, en ik ben bang, doodsbang. Nooit eerder en nooit later ben ik zo bang geweest als die dag.
Mensen staan hoofdschuddend voor het raam als ze de postbode voorbij zien komen. Koffiedrinken kan ik haast overal, maar ik wimpel het af, wie weet hoe laat mijn ronde is afgelopen. Want mijn gedachten dwalen af naar thuis, naar een angstige vrouw en een 4-jarig kind. Contact met elkaar maken was onmogelijk, mobieltjes waar nu ieder kind mee loopt waren nog niet uitgevonden. Telefoon hadden we niet, zoiets vonden we toen volstrekt onnodig, het kostte geld en dat hadden we wel anders nodig. Telefoon werd als luxe beschouwd en in die zin volstrekt overbodig.
En als je begin ’70 er al aan dacht om telefoon te nemen, duurde het haast een jaar voor je werd aangesloten. Achteraf bezien is het werkelijk ongelofelijk dat we die dag door de leidinggevenden de straat op zijn gestuurd.
Maar we leefden in een andere tijd, nu zou zoiets volstrekt onmogelijk zijn omdat de mensen mondiger zijn geworden en opkomen voor hun rechten. Maar toen deed je wat je werd opgedragen. Ook de oudere bestellers, jarenlang in dienst van het Staatsbedrijf der PTT hadden die instelling.
Als het in je hoofd zou komen een opgedragen taak niet uit te voeren, vatte de directeur dit op als dienst weigeren en werd je daarvoor bestraft. Iedereen wekte nog tot zijn 65ste jaar. Een besteller heb ik meegemaakt met 51 dienstjaren. Kwam als 14-jarige jongen binnen. Na 40 dienstjaren mocht ik het bedrijf verlaten, negen jaar eerder dan de eerder genoemde collega.

Vliegende dakpannen
In de Lindenstraat vliegen dakpannen zowel links als rechts van de huizen. Een pan schampt m’n arm en spat voor mijn voeten uiteen. Dicht tegen de gevel gedrukt onder een nogal brede uitstekende dakgoot zoek ik bescherming. Twintig cm meer naar links en m’n hoofd was geraakt, iets waar je verder maar niet bij stil moet staan. Soms zwakt de wind enige ogenblikken af, om dan met donderend geraas weer tot orkaansterkte aan te zwellen.
Wie zoiets nog nooit heeft meegemaakt, kan zich hiervan werkelijk geen voorstelling maken. Bij een huis in aanbouw is de zijgevel weggeslagen,bij een andere woning zijn enkele dakpannen door een venster gezeild. Aan het Boerendiep zijn bomen volledig ontworteld. Wolken jagen onverminderd langs de hemel waar af en toe de zon even tussendoor gluurt. Komende op de Semsstraat is het werkelijk bar en boos.
Bij de Gasselterbrug golft het water over de straat. Niemand waagt zich hier te vertonen. Enkele aardappelpramen liggen zo diep in het water dat alleen de aardappelen nog zichtbaar zijn. Voor de schippers is het onmogelijk om deze dag te gaan varen. Het water uit het kanaal wordt tegen de huizen gekwakt. In dikke stralen loopt het via de ramen naar beneden. Zelfs de kerkdeur van de Hervormde kerk, op zo’n 40 m afstand van het kanaal krijgt z’n deel.Het zal zo omstreeks tussen tien en half elf geweest zijn dat een collega ons van de straat plukt. Dit in opdracht van de directeur die het niet langer verantwoord achtte om ons langer op straat te begeven
Ongetwijfeld zal dit in overleg zijn gebeurd met het Postdistrict Groningen. Uitgeput, maar blij en gelukkig bereik ik het kantoor. Enkele collega’s zijn zo uitgeput dat ze als een dweil in hun stoel hangen. Op een stapel postzakken ligt een collega die op de hoek van de Drouwenerkade, Spoorstraat bij een boom wordt weggeplukt die zich daar aan had vastgeklemd. In de Drouwenermond knapt een elektriciteitskabel die de fiets raakt van een besteller, met een grote vonkenregen als gevolg. Even later dondert de hele achtergevel van de boerderij in. De kantinejuffrouw zorgt voor koffie en ondertussen worden ervaringen uitgewisseld. Ik probeer zo snel mogelijk thuis te komen. Fietsen is nog steeds volstrekt onmogelijk.
Chaos aan de Navolaan, het platte dak van Albert Heijn is losgerukt en stukken dakleer, hout en ander rommel vliegt door de lucht. De keten van de aannemer van de in aanbouw zijnde nieuwe postkantoor wordt door de storm uiteengereten. Delen ervan tollen over straat. De gemeente is bezig orde op zaken te stellen door een gedeelte van de straat af te zetten. Mijn vrouw staat met onze dochter op de arm voor het raam als ik aan kom lopen. Opluchting straalt van haar gezicht. Ze zegt dat ze doodsangsten heeft uitgestaan de afgelopen uren toen ze mij op straat waande.
“We hebben pannen van het dak, en onze tv-antenne is kapot,� ratelt ze aan een stuk door. De kleine meid klimt op m’n knie, “Papa in de storm gelopen,� zegt ze zich tegen mij aanvleiend, “mama was heel erg bang.� Ze glijdt weer van mijn schoot want in een hoek ligt haar knuffel die nu haar aandacht heeft. De volgende dagen zag je pas de omvang van de schade. Vooral toen ik ook de post in de buitengebieden bezorgde. Want daar waren het vooral de boerderijen en schuren die het moesten ontgelden.
Veel schade
Veel boerderijgevels en schuren waren ingewaaid waarin kostbare machines van de boeren waren gestald, en daardoor veelal onherstelbaar waren beschadigd. Het kerkje aan de Scheepswerfkade verloor een deel van het dak en werd het kerktorentje weggeblazen. Verminkt heeft het kerkje het vele jaren zonder torentje moeten stellen, totdat later een succesvolle actie op touw werd gezet voor een nieuwe torenspits.
Vooraan in de Gasselternijveensemond stond een molen, toen al grotendeels onttakeld, maar een deel van het bovenstuk was tegen het stormgeweld niet bestaand en werd door het dak van de naastgelegen machinefabriek Tjapkes gekwakt. Ook uit omringende plaatsen werd veel schade gemeld. Timmerlieden, glaszetters, dakbedekkers, autoherstelbedrijven, antennespecialisten, gemeentelieden, e.d draaien overuren en waren weken in de weer om alle schade te herstellen.
Er waren wachtlijsten van weken, iedereen wilde in deze periode zijn of haar schade het liefst zo snel mogelijk hersteld zien wat in deze omstandigheden vanzelfsprekend onmogelijk was. In de jaren ’70 kwamen 3 stormen van kaliber voor. Die van maandag 13 november 1972 geldt als een van de zwaarste van de 20ste eeuw. De storm woedde in hoofdzaak in de ochtend bij een volle windkracht 11.
De Drentse bossen, maar ook die op de Veluwe die er die dag als een oorlogsveld bij lagen, kregen het op 2 april 1973, nauwelijks 5 maanden later, nogmaals voor hun kiezen toen op die dag opnieuw een storm over ons land raasde. De storm van 1973 zou zelfs nog iets zwaarder zijn geweest dan die van 1972, maar richtte minder schade aan.
Een derde storm in de jaren 70 was die op 2-3 januari 1976. De allerzwaarste aller tijden moet die zijn geweest van 6 november 1921, Met een gemeten windstoot van 162 km per uur in Hoek van Holland. De novemberstorm van 1972 richtte een schade aan van enkele miljoenen guldens. In totaal waren er in Europa 75 mensenlevens te betreuren waarvan 9 dode slachtoffers in Nederland.
De storm heeft diepe indruk op mij gemaakt en staat voor altijd op m’n netvlies gegrift. Ik ben nog altijd onrustig en angstig bij stormweer. Mijn gedachten gaan dan terug naar die bewuste dag toen ik midden in het stormgeweld mijn werk verrichtte. Dat ons toen niets is overkomen mogen we als een wonder beschouwen, waarvoor we dankbaar mogen zijn.
Ongekend en onberekenbaar is de kracht van de natuur die spot met alle wetten. Dat je als mens niets te vertellen hebt bleek deze gedenkwaardige dag, de 13e november 1972………

Bronnen:
Eigen archief,
De Kanaalstreek,
KNMI.



Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 10 bezoekers online