Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

Het Kristallen Eiland
Hallo! Ik ben het weer, Tim Klok. Ik neem als ik groot ben de achternaam Gosewehr, omdat ik dat wil.



MAGNUS

EN HET KRISTALLEN EILAND


HOOFDSTUK 1

DE HERBERG VAN RITHMEREL

Rithmerel was een drukke stad met vele mensen. Elk jaar werd er een Spelen gehouden: de Rithmerel Spelen. Daar moest je vechten. Vechten met magie. Rithmerel was namelijk een toverstad. De beloning voor de winner was een zak Sikkels en een zak Galjoenen. Tovergeld.
De spelers kregen onderdak van de herberg van Rithmerel. De eigenaar van de herberg heette Magnus.
Magnus was een lange man in een blauw gewaad en een baard. Steeds als er gasten kwamen (uit de hele magische wereld) hoorde Magnus verhalen over spannende en opwindende avonturen, maar hij betwijvelde of die wel echt gebeud waren.

Op een dag stond Magnus weer eens aan de bar, aandachtig luisterend, toen de deur openging. Wind laaide naar binnen. Twee wild uitziende mannenliepen gejaagt naar binnen. De ene was klein, dik en ridderachtig en had oranje haren. De ander was ook klein en ridderachtig en had een apensmoel.
'Wat een eikel! Dat rotbeest had me bijna vermoord!' zei de tweede man.
'Ja! Ik snap het niet. Ik dacht dat Mervijn wel aan onze kant stond!He! We willen hier wonen!' zei de eerste man tegen Magnus.
'Uw naam,' vroeg Magnus vlak.
'Glock en dit is Carn,' zei de eerste man die Glock heette.
Magnus pakte de lijst met bewoners, en schreef: "Glock en Carn".
'Oke,' zei Magnus. 'Als u uw verhaal verteld, allebij een boterbiertje nemen nu, dan mag u tot uw dood wonen samen met uw vriend.'
'Akkoord!' riep Carn. 'Glock, wil jij effe het verhaal vertellen?'
'Oke. Als jij die twee boterbiertjes besteld,' zei Glock.
Dat deed Carn en gaf Magnus twee Sikkels.
De hele herberg was stil toen Glock begon:
'Nou, werkten voor de Heer van het Duister. Tot gisteren. Ik, Carn en nog een andere Torenwachter genaamd Teep werkten voor een sluwe tovenaar. Die tovenaar heette Mervijn. Ik, Carn en Teep waren de handlangers van hem. Torenwachter.'
Magnus viel hem in de rede. 'Wat houdt "Torenwachter eigenlijk in?'
Glock nam een slok boterbier en antwoordde: 'Moordenaars die een speciale toren bewaken. Zelf probeerden ik, Carn en Teep die toren in te komen maar dat lukte niet. Te krachtige magie. Dus we vermoordden ieder schothondje die die toren in probeerde te komen, tot en met gisteren.'
'Wat was er toen gebeurd?' vroeg Magnus.
'Nou, we bewaakten die rottoren toen die vervloekte Mervijn kwam opduiken,'
zei Glock knarstandend. 'Hij zei dat we moesten komen. Teep zei dat hij het niet begreep. We knikten. Mervijn zei alleen dat hij van de Heer van het Duister een superbelangrijke opdracht had en wij moesten helpen.'
Zijn gezicht vertrok van haat. 'We gingen met die vieze gore smeerlap naar dat bootje en met dat bootje vaarden we naar een of ander eiland.'
Hij gaf een woeste brul. Carn vervolgde:
'Hij noemde het het Kristallen Eiland. We stapten uit die rotboot. Ik vroeg: "Kunt u nou even uitleggen wat de bedoeling hier van is?" en toen antwoordde die gore kakkerlak: "Bijna". Geloven jullie trouwens dat Heer van het Duister terug is?"
Niemand stak zijn vinger op, behalve Magnus. 'Niet dat ik gek ben,' zei hij kalm, 'maar omdat ik die Harry Potter en Albus Perkamentus geloof. Droebel mag wel zeggen wat hij wil maar ik geloof Potter en Perkamentus.'
Alle mensen in de herberg keken verbaast naar Glock en Carn. 'Het is waar,' zei Glock. 'Nou, we zagen inderdaat een kasteel en wat boompies die van kristal waren en daar stond Grafblom. Hij is ook een Torenwachter, en ook een Dooddoener. Een van de trouwste. Hij moest zo te zien ook meehelpen aan dat kutplan van die Mervijn. Toen Grafblom ons zag zei hij: "Mervijn! Zou je nu zo vriendelijk zijn om het te willen uit leggen?" en toen zei die Mervijn: "Straks, eerst moeten jullie dit zien".' Glock huiverde.
'Nou,' zei Carn, 'we liepen dat kasteel in en gingen omlaag. En daar was de Kristallenkoning. Het was een enorme vis. Het doodde Teep, en wij namen de benen...'
'En sinsdien zijn jullie geen torenwachters meer?' vroeg Magnus.
'Goed geraden!' gromde Glock.
Op dat moment vloog de deur open en kwam en derde klein, dik en ridderachtig figuur binnen.
De twee monden van Glock en Carn vielen open. 'TEEP!' riepen ze in koor.
'Ja, ik ben het, nou goed?' gromde Teep geiriteert.
'We dachten dat je dood was!' zei Carn totaal verbijsterd.
'Ja, ja, dat dacht ik ook,' zei Teep geiriteert. 'Maar jullie moeten dringent komen. Het is dringend!'
'Oke...' zei Glock die zonder wat te zeggen samen met Carn en Teep wat te zeggen de herberg uit rende toen hij zijn boterbiertje opgedronken had.


HOOFDSTUK 2

DIE NACHT

Die nacht zat Magnus bij de bar glazen te poetsen. Hij gaapte. Het was laat. Hij stond op, dronk zijn glas leeg, en liep naar de trap. Toen zag hij de hal. Aan het einde van die hal zag hij de deur van zijn kamer. Terwijl hij door de hal liep had hij het gevoel alsof hij bekeken werd. Hij probeerde er niets van aan te trekken en liep verder.
Hij deed de deur open, en deed de deur dicht toen hij binnen was. Hij ging op zijn bed zitten. Toen hoerde hij een geluid en ging Magnus naar de deur. Hij wilde open doen, maar dat lukte niet. Hij zocht zijn toverstok, maar kon hem niet vinden. Toen wist hij het. Hij had zijn toverstok bij de bar laten liggen! Opeens zat hij vol angst.
'HELP! HELP HELP!!!' schreeuwde hij.
'Wil je dat ik ik de de deur open doe?' zei een valse, bekende stem.
'JA! ALSTUBLIEFT!' schreeuwde hij.
Opeens rook hij iets.
De deur vloog open en Magnus viel. Hij keek naar boven. Het was Glock. Glock, met een opgeheven toverstaf.
'Lumos!' prevelde Glock.
Er verscheen een lichtpuntje aan de toverstok.
'Waar zit je?' zei hij nochelant. Hij keek links en rechts met zijn toverstok. 'Kom nou toch! Ik heb geen tijd voor verstoppertje!' schreeuwde hij woedend en stapte de kamer in. Omdat Magnus daar nog steeds stijfjes zat, viel Glock met een woedende schreeuw op de grond. Magnus rende zo hard als hij kon de hal uit.
Bij de de bar ben ik veilig, dacht hij. Maar hij had het mis. Teep stond daar, samen met Carn. Magnus schopte Teep, pakte zijn toverstok, verlamde Carn en gooide die met een zweefspreuk tegen Teep.
Toen herkende hij de geur die hij ook op zijn kamer geroken had. Verlamt van schrik drong hem het erge antwoord tot hem door.
'BRAND!' schreeuwde Magnus voor hij er erg in had.
Verwoed rende hij naar buiten. Hij zag een man in een zwart Dooddoenerskostuum en een Dooddoenersmasker. Dooddoeners waren de volgelingen van Heer Voldemort, een gevreesde tovenaar.
Dus Glock en Carn waren nog steeds slecht!
De man had een fakkel in zijn hand.
Grofblom lachte vals. 'Zeg maar dag tegen je herbergje!' zei hij vals en nog voordat Magnus een blusbezwering kon uitspreken, gooide Grafblom de fakkel in de herberg.
'NEEEE!!!' schreeuwde Magnus. Hij was al tien jaar eigenaar van de herberg en was erg erg gehecht aan geraakt.
'Ach, hou je kop toch!' siste Grafblom vals. Hij lachte nog harder toen hij Magnus' gasten hoorde gillen en krijsen.
'Crucio!' krijste hij kil.
Magnus werd door de martelvloek gemarteld. Hij krijste en begon te stuiptrekken. 'PORTEGEO!' krijste hij. Het hield op.
Hij rende weg. En daar stond een lange man in een bruin gewaad. Hij had een gezicht dat onder de rimpels zat. 'Hallo,' zei de Dooddoener kil. 'Mijn naam... is Mervijn.


HOOFDSTUK 3

MERVIJN

Mervijn had zijn toverstok in de aanslag, maar deed niks.
Magnus pakte ook zijn toverstok, voor het geval dat. 'Wilde je vechten?' zei Mervijn kil.
'Ja! Ik wil wreken om mijn herberg!'
'Goed. Een, Twee, DRIE!'
'ISFADINSTAFIN!' riep Magnus.
Mervijn vloog achteruit. Toen hij zichzelf weer hersteld had, brulde hij: 'PURPLUMPUS!'
Een paarse straal vloog naar Magnus... alles werd zwart.
Mervijn stootte een trifomtamelijke lach uit.
'BAK!' riep hij. Een klein kereltje sprong te voorschijn. 'Ja meester,' prevelde hij.
'Breng deze onbelangrijke schoft naar het Kristallen Eiland,' beval hij. 'Direct! Dan kom ik er morgen aan om personelijk met hem af te rekenen.'
'Ja meester, natuurlijk meester!' prevelde Bak en gooide Magnus in zijn wagen.

Magnus werd wakker.
Tegenover zat een klein ventje.
'Wie ben jij?' vroeg Magnus behoedzaam.
'Wat?' snauwde het ventje. 'Oh. Ik ben Bak.'
Magnus keek naar zijn handen en voeten. Die waren geboeid. Hij zat op een boot, zag hij.
Hij keek vooruit. Niet naar Bak, maar naar een eiland, met een kasteel en wat boompjes van kristal.
'Wat is dat?' vroeg hij behoedzaam, ook al wilde hij het antwoord niet weten.
'Wat?' zei Bak. 'Oh, dat. Dat is' zijn lippen vormden en kwaadaardige grijns, 'dat is het Kristallen Eiland.'


HOOFDSTUK 4

HET KRISTALLEN EILAND

Hij lachte gemeen bij het zien van Magnus' angstige gelaad.
'Hadden Glock en Carn je over deze plek?' zei hij.
Magnus knikte.
De boot stopte. Bak en Magnus stapten de boot uit.
Bak dwong Magnus om naar binnen te gaan.
Bak was in een opperbest humur.
'Waarom ben je zo vroilijk?' vroeg Magnus schril.
'Omdat meester vandaag personlijk met je gaat afrekenen,' zei Bak vroilijk.
Magnus voelde zijn adem stoken.
Ze liepen een trap op. Bak trok hem aan de ketting.
Toen kwamen ze bij een deur. Een celdeur. Bak deed open. Magnus wilde zijn toverstok pakken, maar kon dat niet vanwegen die boeien. Magnus vloekte zacht.
'Oke,' zei Bak, vals grijnzend. 'Die cel in!' beval hij. In de kamer was een oude man in een bruin gewaad en een witte baard en een witte snor.
'Zo, Omion, nog niet uitgehongerd?' zei Bak vals.
De man die Omion heette werd boos.
'En waarom nog niet weggezogen door de kristallen?'
'Omdat ik daar tegen vecht,' gromde Omion.
'Oh, ik wist niet dat sukkels als jij zo sterk waren,' zei Bak gemeen.
'HOU-JE-KOP!!!' schreeuwde Omion.
'Of anders?' zei Bak, maar huiverde toen Omion zijn toverstok pakte.
'W-waar zijn je boeien?' riep Bak verschrikt. 'Duivelse magie!'
'Nee hoor,' zei Omion simpel. 'Je vrienden, die hebben ze weggezogen.'
Bak was even als de bliksem getroffen.
'Dentio!' brulde Omion en Bak zat vast aan touwen.
Bak stootte een woeste brul uit, maar Omion doodde zijn stem met de spreuk 'Siletio'.
'Bedankt,' zei Magnus zwakjes toen Omion hem bevrijdde.
'Geen dank,' zei deze. 'Mijn naam is Omion. Hoe heet u?'
'Magnus. Maar hoe komen we hier uit?'
'No problemo!' zei Omion glimlachent. 'Krispilkio!' zei hij terwijl hij Magnus stevig vasthield. De kristallen spiegel voor hen spatte uit elkaar en ze gingen er doorheen.
'Ik was ooit de eigenaar van het Kristallen Paleis, dat is een andere plek. Maar toen kwam die gore kakkerlak van een Mervijn...' hij huiverde toen plotseling een kille stem zei: 'Dus je vint het wel leuk om slecht over me te praten, Omion? Dat word dan het laatste wat je doet, en dat geldt ook voor je vriendje Magnus.'
Mervijn was geariveert.


MORGEN ZAL IK DE LAATSTE TWEE HOOFDSTUKKEN, DE KRISTALKONING EN DE PROFETIE OPSCHRIJVEN. ACEPTEER DE EERSTE VIER HOOFDSTUKKEN, ALSTUBLIEFT, HET HEEFT DE HELE DAG GEDUURD. NOU, IK HOOP DAT HET GEACCEPTEERT WORT


Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 8 bezoekers online