Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door n van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

Het kamp
Het kamp..!!

De kinderen van de klas G3b moesten hun tassen pakken want, ze gaan op KAMP!! Dit kamp is niet een kampvuurtje met één grote tent.. Nee, het is een kamp met boomstronken en allemaal kleine hutjes. Kevin is iemand die nergens bang voor is. “laat maar komen” is zijn stopwoordje. Natuurlijk is het wel even wennen een weekje zonder je ouders maar na verloop van tijd wordt dat wel leuk. Kevin is de laatste tijd een beetje anders dan anders. Hij is wat stiller en doet niet zoveel stoers of zo. Nou.. nu is het zover iedereen neemt afscheid en ze gaan opweg. Na een half uurtje fietsen krijgt Osman een tas in het wiel en moeten we stoppen. Iedereen balen natuurlijk, maar ja, het is niet anders. Zo nou is het weer zover ze kunnen weer verder. Na 10 minuten wordt Claudia moe en moeten we wéér stoppen dan maar, om even wat te eten. Iedereen wat kletsen met elkaar en dan.. “We gaan weer verder!” Roept mevrouw Schouten. En na een uurtje zijn we aan gekomen bij het kamp. We eten even wat en dan gaan we onze tenten opzetten. Laureth slaapt samen met Thessa, Wencke en Claudia in een tentje. Iedereen vind het spannend want vanavond is er een spooktocht.. niemand weet nog wie of wat er achter de spoken verborgen zit. Maar Kevin is niet meer zo stoer zoals hij was. Hij is stil en durft niet zo goed. Sander en Harwin zijn de enige die luidruchtig kabaal maken. “Zo iedereen dik ingepakt dan kunnen we met de spooktocht beginnen!” Er zijn ook nog meer docenten mee gekomen. Meneer Altink, Mevrouw Buist, Meneer Postmus en Mevrouw Berkel.. samen gaan we de spooktocht beginnen.. “wij hebben groepjes gemaakt” zegt Reinier opeens. “nee, zegt Mevrouw Buist dat hadden wij al gedaan” oké, de groepjes zijn als volgt: “groepje 1: Sander, Kevin, Leander, Harwin Reinier, dan groepje 2: Laureth, Mairé, Wencke en Thessa.. groepje 3: Siebren, Ruben, Claudia en Mellanie.. groepje 4: Lisanne, Hazhan, Manuela, Joyce en Christine.. groepje 5: Evelien, Isabel, Jonathan, Henry, Osman, en Christian.
“Zo dat was dat en nu 1 voor 1 lopen groepje 1 begint!” als Sander halverwege is begint hij te schreeuwen: “Wij zijn echt niet bang voor spoken!”

3 minuten later
Groepje 2 mag ook vertrekken zegt mevrouw Berkel.. spannend hé? Zegt Laureth.. nee, helemaal niet roept Mairé.. eigenlijk is dit niks anders dan een beetje door een bos lopen met allemaal neppe mensen die verkleed zijn als spook.. Ja, zegt Wencke, Mairé heeft gelijk wij moeten niet bang zijn maar gewoon lopen en we zien wel waar we uitkomen..
Wat ben jij stil zegt Laureth opeens.. “I-ik?? Zegt Thessa “ja, waarom is er iets? Eh.. Nee maar ik ben een beetje bang. Laureth slaat een arm om Thessa heen en zegt: “Je hoeft niet bang te zijn er gebeurt niks. Laat ik jou dan maar geloven zegt Thessa..

Weer 3 minuten later..
Oké, groepje 3 en 4 mogen nu vertrekken veel plezier!!
Yes!! Daar gaan we dan zegt Claudia.. Boe!! Roept Siebren ineens.. haha ik schrok lekker niet zegt Mellanie maar waar is Ruben eigenlijk.. Wacht!! Hoort Siebren achter zich roepen.. daar is Ruben wel zegt Claudia hij was gestruikeld.. haha zegt Mellanie dat is grappig daar komt de volgende groep alweer.. snel doorlopen zegt Siebren dan kunnen we ze laten schrikken.. Jaahh.. zeggen Mellanie en Claudia tegelijk..

Weer 3 minuten later dan de volgende groep.
Zo jullie zijn het laatst en als jullie nog in het bos zijn is er niemand meer dus een beetje snel lopen want je weet maar nooit wat er in het bos rond kan lopen. “Je hoeft ons niet bang te maken hoor” zegt Harwin, dat zijn we zo ook al.. haha, “zo.. Vertrek maar.. veel plezier!!” na vijf minuten lopen begint er ineens een sirene er brand overal licht en alle spoken lopen het bos uit.. “Snel!! Snel!! We moeten hier weg roept Thessa, maar nee het is al te laat overal is de brand nu uitgebroken. Mellanie voelt de spetters water al over zich heen komen.. “ER IS BRAND!!!” gaat het door het hele bos. Daar komt Harwin aan gehold om Laureth ((zijn vriendin)) te redden van de brand.. “Nee!! Laureth blijf hier!!” Roept Thessa.. ze is nu nog banger geworden.. “Dat kan niet we moeten hier weg!” help me dan!! Roept Thessa maar het is al te laat de grote boomstronken vallen al naar beneden. Na een half uur is de brand eindelijk geblust en zoeken de docenten naar de kinderen. “Help!! Horen ze achter zich de docenten kijken verschrikt om en zien dat Thessa, Laureth en Harwin daar bedolven onder de takken liggen. De docenten trekken ze er 1 voor 1 uit en de 3 kinderen lopen rustig maar angstig mee met de docenten.

Aangekomen op het kamp!!
Zo dat was het dan! Zegt meneer Altink. Ja, zeg dat wel zegt mevrouw Schouten. Ik weet niet wat er had kunnen gebeuren. Maar gelukkig is iedereen weer terug zegt meneer Postmus. Ja, daar gaat het om zegt mevrouw Berkel. Het is al 11 uur de kinderen moeten de slaapspullen nog neerleggen om te gaan slapen maar dan merkt Claudia opeens dat haar pyjama weg is..
“WIE HEEFT MIJN PYJAMA GESTOLEN!!” Roept Claudia opeens.. niemand reageert en dan begint ze te gillen.. “WIE HEEFT MIJN PYJAMA GESTOLEN!!!” gilt ze.. dan komt Laureth naar haar toe gelopen en zegt: “Hier.. hij lag onder je kussen. “O, sorry zegt Harwin die er ook bij is komen staan. Ik wist niet dat jullie het over “MEIDENPRAAT” hadden. Geeft niet zegt Claudia ik was net van plan om weg te gaan. Zo zegt Harwin, dat was onze dag wel hé? Ja, zegt Laureth dat was heftig bedankt dat je me was komen helpen ik weet niet.. laat maar. Nee, zeg maar zegt Harwin. “ik weet niet wat ik zonder jou had moeten doen” en ze geeft Harwin een knuffel. Zo zegt Harwin en waar heb ik dat aan te danken. Aan dat je me bent komen redden zegt Laureth.. Eh..Laureth? Ik moet je wat zeggen, eigenlijk wil ik niet dat je aan iemand verteld dat wij verkering hebben. En ga nou je tanden maar poetsen zegt Harwin morgen staat ons weer een drukke dag te wachten we gaan naar Ommen naar de Slangenkamer. Oké, welterusten zegt Laureth. Ja, jij ook welterusten zegt Harwin en ze lopen allebei een andere kant op.

De volgende dag
Zo lekker geslapen? Vraagt Lisanne aan Mellanie. Nee, niet echt ik hoorde allerlei geluiden. Zoals wat? Vraagt Ruben die er ook bij is komen staan. Ik hoorde gerommel en voetstappen maar ik zal het me wel verbeeld hebben. Zo dat is eng zegt Lisanne. HELP!! Mijn mobieltje is weg roept Joyce ineens. Iedereen staat in zijn pyjama voor de tent van Joyce. Ja, wat staan jullie daar nou zegt ze ga liever je tent in of mijn mobieltje zoeken. Kevin loopt naar Joyce toe en bied aan te helpen met zoeken. Na een kwartier roept Reinier dat hij hem gevonden heeft. Bedankt zegt Joyce en ze loopt het huisje van Mevrouw Schouten en de andere docenten binnen. Zo zegt mevrouw Schouten iedereen binnen komen het ontbijt staat al klaar. Wacht even zegt Claudia ik ben mijn oorbel kwijt. Ach nee, toch jij ook al zegt Harwin, iedereen is iets kwijt vandaag. Na het ontbijt hebben Isabel, Jonathan, Christine, Osman en Sander corvee. Sander begint met de afwas samen met Jonathan. Isabel en Christine ruimen de tafel af en Osman droogt de spullen af. Mevrouw Schouten ziet dat er kinderen het bos in rennen en begint hard te schreeuwen dat ze terug moeten komen. En langzaam lopen de kinderen terug naar het kamp.
Harwin, Claudia, Laureth en Henry moeten als straf alle bedden van alle kinderen en de docenten opmaken. Ze protesteren maar mevrouw Schouten blijft bij haar besluit. Na een half uur roept mevrouw Schouten iedereen bij elkaar. We gaan naar de Slangenkamer in Ommen. Daar kun je slangen en andere enge dieren bekijken.
Nou is het zover iedereen zit op de fiets. En halverwege zegt Manuela opeens: “Kijk daar is het souvenirs winkeltje van Ommen!” mogen we daar gaan kijken? Vraagt Evelien. Nee, want over 10 minuten moeten we bij de Slangenkamer zijn zegt mevrouw Berkel. Zo, zegt meneer Postmus het is niet zover meer want daar is het bordje Ommen al. Eenmaal bij de Slangenkamer aangekomen plaatsen ze de fietsen in het fietsenrek en lopen ze naar binnen. Ahh.. Gilt Evelien kijk een vogelspin, bah wat griezelig. Als Mellanie bij de Slangen aankomt, vraagt ze of ze er 1 vast mag houden. Ja, hoor zegt de verzorgster van de dieren die hen rondleidt. Dan wil Leander er ook graag 1 vasthouden. Nou jij bent dan de laatste anders worden de slangen nog al wild. Nadat ze alles hebben bekeken in de Slangenkamer gaan ze weer naar de fietsen. Mevrouw Schouten zegt altijd: “Stop je sleutel goed weg voordat je hem verliest!” kijk! Zegt Henry tegen Jonathan.. is dat niet de fietssleutel van mevrouw Schouten? Ja, je hebt gelijk zegt Jonathan. Kom we nemen hem mee en geven hem aan mevrouw Schouten. Nee, zegt Henry weet je nog wat ze altijd zegt wij moeten de sleutels goed wegstoppen en oppassen dat we ze niet verliezen maar, kijk nou is zij hem verloren dus kunnen wij haar terug pakken. Ja, goed idee!! Zegt Jonathan. Eenmaal bij de fietsen aangekomen zit iedereen op de fiets behalve mevrouw Schouten. Wat is er? Vraagt Henry die wel weet dat zij haar sleutel kwijt is. Eh.. niks hoor zegt mevrouw Schouten. Maar als de klas weg wil fietsen roept mevrouw Schouten: “JONGENS WACHT!! Ik ben mijn fietssleutel kwijt.” Oké zegt mevrouw Buist iedereen gaat opzoek naar de fietssleutel van mevrouw Schouten.. Ahh.. nee hé zegt Sander moet dat nou ik was net zo leuk aan het praten. Ja, zegt mevrouw Buist en als je niet opschiet krijg jij de hele week corvee. Oké, oké ik ga al!! Na een kwartiertje roept Henry ineens: “ik heb hem!!” en hij haalt het sleuteltje uit zijn broekzak en brengt hem naar mevrouw Schouten. Haha.. iedereen begint te lachen terwijl mevrouw Schouten helemaal rood wordt. Nu iedereen op de fiets zit en wat aan het kletsen is zijn ze al bijna bij het kamp. Eenmaal bij het kamp aangekomen rent Christine gelijk naar haar tent. Ze huilt en niemand mag dat zien. Ze heeft een beetje heimwee naar haar ouders en zusje. Ze wil niet dat iemand te weten komt dat ze heimwee heeft. Maar Hazhan weet dat er iets niet pluist bij Christine en gaat maar even kijken. Christine veegt snel haar tranen weg en vraagt aan Hazhan wat ze komt doen. “Ik kom.. eh.. je even vragen wat er is” zegt Hazhan. Er is niks dank je zegt Christine. En ze gaat haar pyjama pakken om een dutje te doen. Wat doe jij nou? Vraagt Lisanne die bij Christine is komen zitten. Ik probeer te slapen zegt Christine. Ja, dat zie ik ook wel maar waarom? Wij moeten vanavond ook nog optreden.
Nou en.. mij kunnen ze wel even missen. Nee, helemaal niet zegt Lisanne dat kan niet. Jij kunt erg goed dansen en we willen je voor geen goud missen. Dan begint Christine te huilen. M-maar ik mis mijn ouders en zusje zo zegt ze. Lisanne slaat een arm om haar heen en zegt dat zij daar ook last van heeft maar, je gewoon door moet gaan met leuke dingen doen. Ja, was dat maar, zo zegt Christine dan kon ik mijn ouders even vergeten maar, ik vind alles zo saai hier. Dan zegt Lisanne dat ze maar even uit moet rusten en dat ze over een uurtje terug zal komen om haar wakker te maken. Is goed zegt Christine en ze slaat de dekens over haar heen.
Bij Jonathan en Henry gaat het niet zo goed ze hebben weer eens ruzie over van alles en nog wat. “Ja, jij bent ermee begonnen!!” zegt Jonathan. Heus niet! Zegt Henry jij was degene die zonodig haar sleutel moest verstoppen. Dan komt Kevin tussen hun instaan. “Ophouden!!” schreeuwt Kevin maar ze gaan gewoon door. Henry begint te slaan en Jonathan kan zijn slag nog net ontwijken. Dan komt ook Laureth ertussen staan.. “Hou op!!” schreeuwt Laureth maar het heeft geen zin. Dan haalt Mellanie mevrouw Schouten erbij. “wat zijn jullie aan het doen?” vraagt mevrouw Schouten. En dan houden Henry en Jonathan pas op. Ga je maar even melden bij meneer Postmus die zal wel zeggen wat jullie moeten doen. Met gebogen hoofden lopen Jonathan en Henry in de richting van het huisje van de docenten. Als Jonathan binnen is zegt hij sorry, tegen Henry en geeft hem een hand. Ja, van mij ook sorry, zegt Henry en geeft Jonathan een schouderklop. Zo te zien zegt meneer Postmus is alles al weer goed. Ga je maar klaarmaken voor straks dan komen Christine, Lisanne, Isabel, Christian, Laureth en Harwin optreden. En Jonathan en Henry rennen het huisje uit naar hun hut.

Dezelfde avond nog..
Zo zijn jullie daar eindelijk zegt mevrouw Schouten we gaan beginnen. Manuela en Mellanie komen er nog snel aangerend. Als ze bijna willen beginnen. Mevrouw Buist doet het woord.
Beste kinderen, begint ze.
Jullie zijn hier omdat er een paar kinderen voor jullie gaan optreden. Lisanne, speelt gitaar, Harwin speelt keyboard, Laureth speelt dwarsfluit, Christine danst, Christian speelt drum en Isabel zingt. Hier is het volgende optreden van de kinderen uit G1b.
Er volgt een luidruchtig applaus en dan komen de 6 kinderen op.
Na een kwartier spelen ze nog één liedje het laatste liedje gaat over Geheime Liefde. Het is een fantastisch mooi lied en er volgt dan ook een hard applaus. Het is dan weer zover het is 11 uur iedereen moet hun tanden poetsen en dan naar bed. Nadat iedereen op bed licht begint Joyce te huilen. “Ik ben bang” fluistert ze tegen Manuela die al bijna ligt te slapen. Ach, je moet niet zo zeuren zegt Manuela die half in slaap ligt. En na een paar minuten hoort Joyce voetstappen buiten de tent lopen. Ze wordt bang en begint te gillen. Overal gaat licht aan en mevrouw Schouten rent haar huisje uit. In de pyjama staan alle kinderen voor hun tent. Mevrouw Schouten vraagt aan Joyce wat ze heeft maar, Joyce geeft geen antwoord ze kan alleen nog maar aan die enge voetstappen denken. Mellanie komt naar haar toe gelopen en vraagt aan haar of ze misschien voetstappen hoorde en ze knikt. Ja, zegt Mellanie dat heb ik ook gehoord. Ik vond het best eng maar, ik ben er al weer over heen. Ik wil lol maken zegt Mellanie. Ja, zegt Mevrouw Schouten dat is het enige wat telt op dit kamp LOL MAKEN. Ga nou maar weer lekker slapen zegt Mevrouw Schouten want morgen gaan we zwemmen.

De volgende morgen op het kamp..
Nou pak snel je tas in want we gaan over enkele minuten zwemmen in de vijver hier tegenover. Ahh.. ik wil niet zwemmen, shoppen in de stad is veel leuker zegt Laureth met een zo-zielig-mogelijk-stemmetje. Nee, meid dat kan niet. Zegt mevrouw Schouten het is allemaal leuk en aardig wat jullie bedenken maar vanavond is er een spel in het bos. En ik weet zeker dat jullie dat erg leuk zullen vinden. Nou pak snel je spullen in want we gaan zo.

Eenmaal in de vijver.
Mevrouw Schouten? Dit is saai roept Sander. Kunnen we niet wat anders gaan doen surfen of vissen dit is echt saai. Nee, Sander wat jij kunt doen is zwemmen of terug gaan en je daar de hele dag op je kamer bevinden. Zegt mevrouw Schouten. Oké, ik blijf al zegt Sander. Tik jij bent hem zegt Manuela tegen Wencke. Hier heb ik geen zin in zegt Wencke lekker zonnebaden is een stuk leuker dan tikkertje spelen. O, sorry hoor zegt Manuela met een kattige toon. Ik kon ook niet weten dat jij zonodig mooi bruin moest worden voor Sander! Ik ben niet op Sander! Valt Wencke uit tegen Manuela. Meisjes, meisjes. Zegt meneer Postmus is dit nou wel zo verstandig? Jullie moeten dit hele kamp nog met elkaar overweg. En ruzie is hierbij niet aan de orde. Ja, oké u hebt gelijk sorry Manuela. Ik had niet zo moeten uitvallen. Excuses.. eh. niet aanvaard. Maar, maar ik deed zo m’n best zegt Wencke. Nou, hier moeten jullie zelf uitkomen. Ik ga maar weer eens doei. Nu komen ook Laureth en Thessa erbij staan. Manuela wil jij niet zo chagrijnig doen tegen Wencke ze is heel aardig en zei nog netjes sorry ook. Ja, zegt Thessa als jij niet was begonnen met dom tikkertje spelen hadden jullie nu ook geen ruzie gehad. En trouwens Wencke wil niet eens met Sander, dat was Mellanie. O, nou ja.. eh. sorry dan maar, ik verstond toch echt van Lisanne dat Wencke met Sander wou. Ohh… LISANNE! Schreeuwt Wencke wat heb jij gezegd?! Ik heb het wel gehoord dat je zei dat ik met Sander wou. Dat is helemaal niet zo en als jij dat zonodig moest zeggen tegen iedereen is het vast omdat je dan jaloers was. Helemaal niet zegt Lisanne ik heb het gehoord van Christine. Ja, zegt Christine en ik had het van Hazhan. Ja, en ik van de paus. Zegt Hazhan met een pesterige stem. Nadat Wencke weer een beetje gekalmeerd is vraagt ze maar, waarom zeg je dat dan tegen iedereen? Ik weet het niet zegt Hazhan, misschien omdat ik jaloers was. Nee, dat is het niet ik weet het niet echt niet. Wencke begint zich weer een beetje op te fokken. Maar, ik wil nu weten waarom je dat zegt anders, anders, Ja, wat anders zegt Mevrouw Schouten. Wat wil je haar dan doen? Ga je haar slaan of schoppen? Nou dat had ik maar niet gedaan, en wat is hier trouwens aan de hand? Meneer Postmus zei ook al zoiets dat er ruzie was. Maar, dat was ruzie tussen Manuela en Wencke en nu weer tussen Hazhan en Wencke. Wat is er met jou aan de hand Wencke? Ook nu zijn alle jongens er in een kring omheen komen staan. Oké, ik zal het uitleggen zegt Wencke. En ze begint te vertellen hoe het allemaal begon. Ik heb een paar weken geleden bericht gehad dat mijn oma is overleden. Mijn nichtje had een vriendje en die ving haar erg goed op. Ik wou ook een vriendje die mij hielp. Maar, niemand wou met me. Ik heb met Kevin gehad maar, dat is alweer uit. En nu dacht ik dat ik met Harwin kon nemen maar, die wou niet. Ik dacht: ‘die heeft zeker al een ander’ dus wou ik Sander maar vragen. Ik heb het aan Laureth verteld en die zei dat het beter was dat ik het zelf ging vragen. Maar, ik durfde niet. Toen heb ik er een paar weken mee rond gelopen en nu heeft Laureth het doorverteld. Want Christine, Hazhan, Lisanne, Manuela en iedereen weet het nu al, zelfs Sander zelf. Dus nu is de vraag zegt Mevrouw Schouten of hij ook met jou wil. Sander! Kom eens even hier! Wat is er Mevrouw zegt Sander met een stoere toon. Ik heb hier een meisje wat jou wat wil vragen. Wencke staat nu oog in oog met Sander (haar aanstaande vriendje). Wencke word een beetje rood en vraagt dan snel: “Sander ik heb er al lang over nagedacht en ik wil je dit vragen: Wil je verkering met me? Sander kijkt Harwin zenuwachtig aan en Harwin knikt. Dan weet Wencke het antwoord al het is Nee. Maar, tot haar verbazing pakt Sander de handen van Wencke en hij zegt: “Ja.Tuurlijk wil ik verkering” Zacht geeft Sander, Wencke een kus op de wang terwijl Wencke bloost. Na een paar seconden begint Thessa te klappen. Iedereen kijkt elkaar aan en klappen automatisch mee. Nou, iedereen opschieten over 5 minuten moet iedereen klaar staan want dan gaan we weg naar de vijver hier tegen over. Na 3 minuten staat iedereen al klaar. Ze zijn allemaal heel erg zenuwachtig wat er allemaal in de vijver rond zwemt.
Niemand wil dan ook achteraan lopen. Onderweg vraagt Laureth aan Harwin zullen we vanavond bij elkaar in het groepje gaan als we dat spel in het bos gaan doen? Ja, is goed zegt Harwin. Hij pakt stiekem haar hand even vast.

Bij de vijver..
Eenmaal bij de vijver aangekomen, geeft Mevrouw Schouten het teken dat ze op het gras aan de overkant gaan liggen, en daar al hun spullen neerleggen. Laureth is erg nerveus of Harwin haar bikini wel leuk zal vinden. Als ze haar bikini aan heeft loopt ze naar Harwin toe en vraagt of hij haar wil insmeren met Zonnebrand olie. Harwin kijkt haar even aan en zegt dan Ja is goed, ga daar maar zitten. Als Harwin de rug van Laureth insmeert kijkt hij om zich heen of hij Sander ziet lopen. En ja hoor daar in de verte spelen Wencke en Sander met de bal. Auw! Gilt Laureth er zit iets op mijn nek en het heeft geprikt! Al snel rennen er allerlei kinderen op Laureth en Harwin af. Euhm.. hoe kan dit? Vraagt Leander die niet weet waarom Laureth zo rood is in haar nek. Ja zegt Reinier, dat is een wesp. Iemand moet de angel uit haar nek zuigen. Laureth ligt stil op de grond met haar hand in haar nek en te rillen van angst en pijn. Ik doe het wel zegt Harwin. Hij pakt de hand van Laureth en legt haar hand op zijn been. Hij pakt het hoofd van Laureth en begint in haar nek te zuigen. Wel uitspugen hé! Zegt Reinier die overal verstand van lijkt te hebben. Snel loopt Isabel naar Mevrouw Schouten heen om zalf te vragen. En rent zo snel mogelijk weer terug naar Laureth. Harwin pakt de zalf aan en smeert er wat van op Laureth’s nek. Zo zegt Mevrouw Schouten en wie heeft er hier zo goed voor Laureth gezorgd? Iedereen wijst Harwin aan en hij zelf begint te blozen. Ja, maar.. ik deed het omdat niemand anders het wou zegt hij snel. Ja, dat zal wel zegt Mevrouw Schouten. Maar, in ieder geval bedankt. Ga nou maar, weer verder met haar rug insmeren. Oké, zegt Harwin die wat zonnebrand op zijn hand spuit en Laureth’s rug insmeert. Laureth zelf ligt nog een beetje te bibberen van angst. Bedankt zegt ze terwijl ze overeind klimt. Geen dank. zegt Harwin. Ik vond het niet erg om te doen. Laureth pakt het hoofd van Harwin en geeft hem een kus op zijn voorhoofd. Leuke bikini zegt Harwin snel. Ga je mee zwemmen? Vraagt hij. Ja, is goed Harwin staat op en vraagt de hand van Laureth. Hij tilt haar overeind en samen lopen ze naar het zwembad. Evelien en Isabel liggen te bakken in de zon. Jonathan, Henry, Osman, Siebren en Ruben zijn aan het voetballen op het veldje achter Evelien en Isabel. Stiekem loopt Kevin met een emmertje water naar Evelien en Isabel toe en gooit ze helemaal nat. Ahh.. gillen Evelien en Isabel. Nu zijn onze handdoeken helemaal nat zegt Isabel. Ja, en mijn tas en schoenen ook zegt Evelien. Als Kevin weg is bedenken Evelien en Isabel een plan om Kevin terug te pakken. Vanavond als we dat spel doen pakken we hem terug. We gaan een masker kopen aan de overkant van ons kamp. Dan gaan we die beschilderen met rode verf, zodat het bloed lijkt. Dat is Kevin vanavond lekker bang! Goed idee! Roept Isabel. Evelien je bent een kanjer. Vanavond is Kevin niet meer dat kleine stoere jongentje maar, het bange kleine jongentje. Ja, dit plan is niet meer kapot te maken.
Jongens! Meisjes! Komen jullie we gaan terug naar het kamp. Daar gaan we eten en ons klaarmaken voor het avondspel. Na een kwartier zit iedereen aan tafel. Ze gaan vanavond barbecuen, iedereen heeft er al zin in. Mmm.. zegt Joyce zodat iedereen het kan horen. Ja, dat mag je ook wel wat zachter zeggen hoor! Snauwt Mellanie naar Joyce. O, sorry hoor ik wist niet dat je boos werd. Jongens, jongens kunnen jullie nou voor 1 keer eens gewoon met elkaar omgaan, in plaats van altijd alleen maar ruzie, ruzie, en nog eens ruzie? Zou dat lukken denk je? Ik denk het! Zegt Mellanie. En jij Joyce? Zegt Mevrouw Schouten. Ja, volgens mij wel zegt Joyce. Als iedereen klaar is met eten gaan ze bezig met het klaarmaken voor het avondspel. Na een half uur staat iedereen klaar bij de deur te wachten. Oké, netjes in een rij achter elkaar lopen en niet aan elkaar trekken of duwen dan moet alles goed gaan.

Onderweg..
Hé, zegt Mairé moet je kijken daar achter die bomen staat een reuze villa! Hé, ja leuk zegt Isabel zullen we daar gaan kijken? Dat mag niet… zegt Joyce dan ga ik jullie lekker verraden! Jij bent echt gemeen zegt Isabel. Ja, zegt Mairé ons een beetje zitten verklikken nee dat is lekker! Boos lopen Mairé en Isabel vooruit. Harwin? Fluistert Laureth. Wil jij naast me lopen, ik ben een beetje bang. Tuurlijk zegt Harwin hij slaat een arm om Laureth heen en drukt haar tegen zich aan. Daar hebben we de tortelduifjes ook nog wel! Schreeuwt Kevin. Ja, pas jij maar, op zegt Isabel wie weet loopt er wel een dood spook rond die jou graag als vriendje wil hebben. Evelien en Isabel beginnen te giechelen. Nou hier is het dan, zegt mevrouw Schouten. Hier hebben jullie allemaal een briefje met een telefoonnummer, een haarspeldje die je goed moet bewaren je mag hem niet kwijt raken. Een zaklamp en een zakje chips met een blikje cola, 7up of Sinas. De eerste groep mag vertrekken. Hier een plattegrond van de route en als je auto’s ziet, die zijn niet van ons. Ga maar, veel plezier met de spoken! Roept ze nog na. Sander, Kevin, Leander, Harwin en Reinier zijn het eerste groepje. Na enkele minuten mag ook het tweede groepje met: Laureth, Mairé, Wencke en Thessa vertrekken. Daarna volgen de andere groepjes. Na een paar minuten lopen zegt Harwin: “Jongens rustiger lopen, ik wil Laureth nog even zien!” ja, oké zegt Sander dan kan ik op Wencke wachten. Kijk zegt Thessa daar in de verte zijn de jongens al. Dat wordt gezellig! Zegt Thessa. Harwin komt naar Laureth toe gelopen en probeert haar bang te maken. In plaats van dat Laureth bang wordt is Mairé juist degene die schrikt. Ze slaat Harwin recht in zijn gezicht. O, sorry zegt ze. Het was niet de bedoeling dat ik je pijn zou doen hoor! Nee, nee dat zeg je altijd zegt Harwin. Ahh.. gilt Laureth opeens laat Laureth de hand van Harwin los, en als hij achterom kijkt is ze er niet meer. Help! Schreeuwt Harwin. Wencke wordt bang en kijkt om zich heen. Ze zijn weg! Gilt Kevin. Harwin en Laureth zijn weg ze staan er niet meer. Mairé en Reinier schijnen met de zaklamp in het rond en nergens is een spoor te bekennen van Laureth óf Harwin. Leander pakt het briefje met het telefoonnummer uit zijn zak en vraagt de telefoon van Mairé. Die toetst het nummer in en belt mevrouw Schouten op. Met mevrouw Schouten klinkt er aan de andere kant van de lijn. Ja, ja met Mairé eh.. Harwin en Laureth zijn weg. We hoorde een gil en toen we omkeken waren ze weg. Gewoon zomaar verdwenen. Mevrouw Schouten aan de andere kant schrikt. Per ongeluk laat ze de telefoon uit de handen vallen. Even later pakt ze hem weer op en hoort dat Mairé wat zegt. Je moet ons helpen hoort ze Mairé zeggen. Want, anders zijn we Harwin en Laureth voorgoed kwijt. Nee, dat zal niet gebeuren zegt mevrouw Schouten kun je daar niet ergens kijken naar voetsporen of spulletjes? Ja, dat kan wel maar, kunt u niet even komen help ons alsjeblieft. Wij weten ook niet meer wat we moeten doen. Komt u alsjeblieft? Ja, ik kom eraan blijf waar je bent. Dan is de verbinding verbroken. Even later gaat de telefoon van Mairé weer, eh.. ja met mevrouw Schouten. Waar zijn jullie eigenlijk? Kun je iets opnoemen? Ja, eh.. als je bij de ingang helemaal rechtdoor loopt en bij de T splitsing rechts af gaat kom je uit bij waar we zijn schiet op alsjeblieft! Dan binnen en paar minuten in mevrouw Schouten samen met mevrouw Buist en Meneer Postmus aangekomen op de plek waar Laureth en Harwin zijn verdwenen. Mairé probeert het nummer van Laureth te bellen maar de verbinding is verbroken. En Harwin pakt de telefoon ook al niet op. Wat moeten we nu doen? Vraagt Kevin helemaal in paniek. Ik weet het niet zegt mevrouw Schouten. In ieder geval kalm blijven, in paniek raken is geen oplossing. Mairé probeert opnieuw het nummer van Laureth en Harwin maar, het heeft geen zin. Zijn ze ontvoerd? Vraagt Thessa met een angstige stem. Ik denk het zegt mevrouw Schouten en kijkt Thessa met angstige ogen aan. Moeten we de politie inschakelen? Vraagt Sander. Ja, dat kunnen we beter wel even doen zegt meneer Postmus. Hij pakt de telefoon en toets het alarmnummer in. “Met het politiebureau Twente, u spreekt met Brenda. Waarmee kan ik u helpen?” “Eh, ja u spreekt met Meneer Postmus, ik heb een noodgeval. Wij zijn op kamp in Ommen, met een hele klas. We hebben een spooktocht en na een half uur werden we opgebeld dat er 2 kinderen weg waren. Andere kinderen uit het groepje hoorde een paar keer een gil en toen ze omkeken waren de kinderen weg! Alstublieft komt u ons helpen?” “Maar, natuurlijk komen wij. Mag ik de gegevens van de plek even, en het adres. Zegt de agent.” “euhm.. Ja, eh.. we zijn in het bos aan de overkant van het souvenirs winkeltje ‘De grote boom’. We zijn ongeveer in het midden van het bos en de plek weten we niet helemaal. We zullen we met zaklampen schijnen zodat u kunt zien waar we zijn. Het adres is: lijsterbeslaan 8 in Ommen. Kunt u snel komen? Het is heel erg dringend.” “We komen zo snel mogelijk, maakt u zich maar geen zorgen we zorgen ervoor dat we de kinderen veilig brengen. Tot ziens!” En? Komen ze vraagt Reinier. Ja, zegt Meneer Postmus ze komen er over een paar minuten aan. Schijn maar vast met je zaklamp dan kunnen ze zien waar we zijn. Ik kon de plek niet zo goed vertellen omdat het donker is. En overal alleen maar, bomen staan.

Na een kwartier..
He, he zijn jullie daar eindelijk. We wachten al een kwartier! Zegt mevrouw Schouten. Er zijn 2 kinderen ontvoerd en... Ja, stop maar mevrouw, we weten niet of ze zijn ontvoerd. Misschien hebben ze dit hele verhaal wel in scène gezet. Als, dat zo is.. zegt mevrouw Schouten dan zullen ze worden geschorst hoor. Daar kunt u van op aan zegt mevrouw Schouten. Ja, zegt de agent en dat niet alleen.. u zal, een schadevergoeding moeten afleggen ter waarde van €100,- euro. Ja, ja zegt Meneer Postmus. Dat is allemaal leuk en aardig maar, ga nou die kinderen maar zoeken voordat het te laat is. Sorry, Meneer maar, wij kunnen nu nog niet echt veel doen. Het zit zo: het is donker en dan kunnen we niet echt veel doen. Het enige wat wij voor u kunnen doen is… Tring!! Tring!! Mij-mijn telefoon gaat zegt Mairé. Ze pakt op en hoort een zachte angstige stem aan de andere kant. Laureth? Zegt Mairé. Laureth ben jij dat? Eh.. ja we zijn veilig hoor. Ik zit in een donkere ruimte en Harwin is bij me. Hij zorgt ervoor dat ik niet bang wordt. Jullie kunnen niet veel doen. We zitten een 100 kilometer verderop en 2 zwarte gedaantes hebben ons meegenomen. Wat ze van ons willen weet ik niet precies maar, wat ik wel weet is dat het om geld gaat. Ze willen ons hier vast houden tot dat er van jullie kant iets komt. Politie mag hier niet bij aan te pas komen. Het is niet erg als je dat wel doet maar, zorg ervoor dat die mensen het niet te weten komen. We zitten in een klein huisje, ergens aan de snelweg. We horen alleen maar, geluid van auto’s en stemmen van die mensen. Tuut.. tuut.. tuut.. de, de verbinding is verbroken zegt Mairé. Ik had Laureth aan de telefoon. Ze zei dat ze in een huisje aan de snelweg zaten. Ze waren meegenomen door 2 gedaantes. Ze wist niet precies wat ze wouden maar, wel dat het om geld ging. Harwin was bij haar, hij liet haar niet meer los zei hij. Harwin zorgt goed voor Laureth hoor, dat voel ik gewoon zegt Wencke er plotseling doorheen. Zo zegt de agent we gaan opzoek naar het huisje, vannacht nog. We moeten ervoor zorgen dat die 2 veilig terug komen. Wij gaan ook zoeken. Inmiddels is iedereen weer in het kamp aanwezig. Meneer Altink heeft het hele verhaal uitgelegd en de kinderen zitten in spanning te wachten op een telefoontje van mevrouw Schouten. Mevrouw Schouten en de kinderen zijn ook opzoek gegaan naar Harwin en Laureth.

In het huisje waar Laureth en Harwin zitten..
Je hoeft niet bang te zijn, zegt Harwin. Ik zorg ervoor dat je niks overkomt. Als ze aan jou komen, komen ze ook aan mij. Hij geeft Laureth een kus en slaat een arm om haar heen. Stil eens.. zegt Laureth ik hoor wat, ze komen eraan. Krak.. krak.. de deur gaat open. Er komen 2 zwarte schimmen aangelopen met een bivakmuts op. De één pakt de rechterarm van Laureth beet en de andere schim de linkerarm van Laureth. Ze tillen haar op en sleuren haar mee naar de kamer ernaast. Laureth gilt en Harwin houdt haar been vast. Maar, het heeft geen zin. De 2 gedaantes zijn te sterk voor hem. De deur tussen Laureth en Harwin gaat op slot. En daar zitten ze dan, Harwin aan de ene kant van de deur en Laureth aan de andere kant. Laureth begint zachtjes te snikken, en Harwin komt naar de deur toegelopen en gaat voor de deur op de grond zitten. Hij fluistert dat Laureth dichterbij moet komen dan kan hij haar wat vertellen. Laureth kruipt in de richting van de deur en gaat voor de deur op haar knieën zitten en legt haar oor op de deur. Luister zegt Harwin, kijk of je daar ergens papier ziet liggen? Laureth kijkt om haar heen en ziet daar in de verte een kladblok liggen. Ja, fluistert Laureth daar ginds ligt een kladblok. Wat moet ik daarmee? Kijk zegt Harwin ik heb ook een kladblok ik schuif een pen onder de deur door en dan kan je me schrijven. Ik schrijf jou ook want, hierdoor praten is heel onduidelijk te verstaan. Oké, zegt Laureth ik snap het. Ze pakt de pen onder de deur vandaan en zegt nog snel ‘ik hou van je’ en begint dan met schrijven:
“Lieve, Harwin”
“ik weet dat het niet makkelijk gaat zo dat praten, maar ik ben sterker geworden ik ben niet bang meer voor die gedaantes. Ik heb mezelf voorgenomen om je elke dag een stuk of 20 keer te schrijven. Zo blijven we contact houden, en de briefjes stop je gewoon in je zak. Het, spijt me dat ik niet bij je kan zijn om je vast te houden. Maar, als we hier levend uit komen beloof ik je dat ik je gelijk in mijn armen zal sluiten. Ik hou van je..”
Dikke kus Laureth!!
Ze schuift het papiertje onder de deur door en aan de andere kant leest Harwin het briefje. En hij bedenkt zich geen seconde en begint gelijk terug te schrijven:
“Lieve, Laureth”
“het spijt mij nog meer! Dat ik niet voor je kan zorgen. Ik mis je verschrikkelijk en ik hoop dat ik je ooit weer zal zien. Het gaat moeilijk zo ik weet het. Maar, je moet de moed niet opgeven. Ik voel gewoon dat er iemand op weg is om jou en mij te komen helpen! Vertrouw me maar, dan komt alles goed.
Héél veel kusjes Harwin
Ook Harwin schuift het papiertje onder de deur door. En Laureth barst in huilen uit. Ze kan er niet meer tegen. Ze bonkt op de deur en slaat de vaas op de grond kapot. Ze trapt tegen de kast aan, die nu helemaal is omgevallen. En dan begint ze te gillen, zo hard dat iedereen er omheen het wel moet horen. Dan hoort ze voetstappen. De deur gaat open en er staat een man in de deuropening. Hij heeft zwart haar, een lange baart, een bril en hele vieze kleren aan. Hij begint te praten: “Ha, meisje zegt hij. Moeilijk hé stil zijn? Nou ik weet wel wat om je stil te houden. Hij pakt het vieze rolletje wc-papier van de kast af en scheurt er een stukje af. Hij maakt er een propje van en drukt dat in de mond van Laureth. Zo nu kun je niet meer schreeuwen. Voor de zekerheid plakt hij er een stuk zwart tape op, zodat ze het er moeilijk af kan krijgen. Dan gaan de man weer weg. De deur gaat op slot, en Laureth hoort de andere deur ook op slot gaan. Dan begint Laureth weer te schrijven:
“Lieve, Harwin”
“ik weet ik ben dom geweest. Ik heb zitten schreeuwen, terwijl het niet nodig was. Nu heeft die man een propje wc-papier in mijn mond gedrukt met zwarte tape er omheen. Het is echt goor om een propje vies wc-papier in mijn mond te hebben. Ik probeer met een scherf van de kapotte vaas het zwarte tape los te snijden. Daarna zal ik niet meer schreeuwen oké? Ik mis jou ook heel erg. Nadat dit is afgelopen mag iedereen weten dat wij verkering hebben maar, nu heet het nog ‘Secret Love’ Tot gauw hoop ik.”
Dikke zoen Laureth!
Weer schuift ze het briefje onder de deur door. En Harwin leest het en schrijft direct terug.
“Lieve, Laureth”
“Ik heb er alle vertrouwen in dat wij hier samen uitkomen. Ook weet ik dat je niet meer zal schreeuwen. Dat je dat gedaan hebt is niet erg, misschien heeft wel echt iemand ons gehoord. Ja, ik vind het goed dat iedereen mag weten dat we verkering hebben, eigenlijk heet dit schrijven onder de deur door ook ‘Secret Love’ want die mannen weten niet dat wij verkering hebben, en briefjes schrijven. Ik hou van je!”
“Liefs, Harwin.”
Hij vouwt het briefje op en schuift het naar de kant van Laureth. Laureth is net op tijd met het briefje pakken want, dan komt er een man binnen. Hij heeft geen bivakmuts meer op. Deze man is blond met stekeltjes, hij heeft een vieze broek aan en geen trui of hemd. Wel heeft hij een zonnebril op. Hij heeft een dienblad met een bord erop meegenomen, op dat bord ligt een broodje met niks erop. Naast dat bord staat een glas water. De man zegt niks en zet het dienblad naast Laureth neer. Laureth wacht tot de man weg is en ruikt dan aan het water. Mmm.. zegt ze dit is niet pluis. Er zit iets in het water, ze kijkt naar het broodje en ziet dat het beschimmeld is. Ze pakt het op en schraapt met haar pen de schimmels er een beetje af. Dan eet ze er een hap van en spuugt dan alles weer uit. GATVER!! Roept ze. Zoiets vies heb ik nog nooit gegeten. Dan komt de man met de zwarte haren weer binnen en kijkt Laureth in de ogen. Hij loopt op haar af en pakt het broodje op. Dan zegt hij: “Als jij dit broodje niet opeet, prop ik het in je keel!” Laureth kijkt naar het broodje en pakt het af. Ze breekt het doormidden en gooit alle kruimels 1 voor 1 naar het hoofd van de man. Dan zegt ze: “denk je ook nog dat ik deze vieze rotzooi ga eten? Nou niet dus!” Ze draait zich om en pakt het glas water. En dit? Vraagt ze. Wat is dit voor vies spul? Ik weet wel dat jullie er iets mee gedaan hebben! Schreeuwt ze. Er zit iets vies in, anders ruikt het wel lekkerder. Dan wordt de man boos en zegt: “zet dat glas neer, en geef het aan mij!” Ik dacht het niet zegt Laureth. Ze bedenkt zich geen moment en ze gooit het hele glas leeg op het hoofd van de man. Dan grijpt de man naar zijn ogen en pakt Laureth’s arm beet. Hij trekt haar naar de grond en geeft haar een klap. Zo zegt de man, die had je verdiend. Nou, ik ga maar, weer en dan is zien of die jongen hiernaast het brood heeft opgegeten. Want, anders krijgt hij net zo’n klap als jij. De man loopt lachend weg. Laureth pakt snel haar kladblok en pen en begint een briefje te schrijven:
“Lieve, Harwin”
“Dit is dringend, je moet weten dat ik net en klap heb gekregen. Een man met zwarte haren had me een broodje gegeven die beschimmeld was. Ik wou het niet opeten. Toen zei hij als ik het niet zou eten hij het in mijn keel zou proppen. Ik pakte het broodje en brak het doormidden. Ik gooide het stukje 1 voor 1 naar zijn hoofd. Ook het water heb ik over hem leeg gegooid. Als jij het niet eet krijg jij ook klappen. Dus pas alsjeblieft op.”
“Dikke kus Laureth”
Ze schuift zo snel mogelijk het briefje onder de deur door. En aan de andere kant leest Harwin het. hij pakt snel het broodje en propt het in zijn zak. Het glas water gooit hij leeg achter zich. En dan komt de man binnen. Harwin doet net of hij nog wat in zijn mond heeft en het net moet doorslikken. Zo, zegt de man dus jij hebt het wel opgegeten. Bravo! Hoor. Ik kan niet anders zeggen. Nu zul jij vanmiddag met mij mee naar buiten mogen. Je zult dan het puin moeten opruimen wat hier allemaal ligt. Daarna ga je voor me koken en afwassen. Dan mag je mijn kamer helemaal opruimen. En daarna mag je, je meisje even zien. Is dat niet lief van me? Vraagt de man met een gemene stem. Eh.. ja hoor. Zegt Harwin ga nou maar weg. Ik moet me nog even wassen ik schreeuw wel een keer als ik klaar ben. Dan gaat de man weg. Harwin pakt zijn kladblok en begint met schrijven
“Lieve, Laureth”
“bedankt dat je me hebt gewaarschuwd. Nu mag ik vanmiddag naar buiten en daarna mag ik jou zien. Ik heb je toch beloofd dat we elkaar weer zouden zien! Nu gebeurt het ook. Ik zie je zo!!”
“Dikke zoen Harwin!”
Hij schuift het briefje naar Laureth toe, die hem direct leest. Ik wist het wel zegt ze het bidden helpt altijd. Ze bedenkt zich geen moment en probeert haar telefoon te pakken om mevrouw Schouten te bellen. Haar batterij is leeg maar, ze kan het toch proberen om te zeggen dat alles goed gaat. Ze toetst het nummer in en dan gaat de telefoon 2 keer over totdat mevrouw Schouten oppakt. “Hallo.. met mevrouw Schouten.” “eh.. ja met Laureth ik moet het kort houden want mijn batterijen zijn leeg. Ik wou alleen zeggen dat hier alles goed gaat en Harwin en ik allebei nog leven. Komen jullie snel? Doei..” tuut.. tuut.. de verbinding is alweer verbroken zegt mevrouw Schouten. Het wordt hoog tijd dat er maatregelen worden getroffen. Ik ga samen met meneer Postmus en mevrouw Buist opzoek. Meneer Altink gaat samen met de 2 politieagenten en mevrouw Berkel ook opzoek. Het is niet niks! Zegt meneer Altink. Het is moeilijk om de kinderen te vinden. Want, we hebben maar een paar aanwijzingen. Laten we de aanwijzingen even op een rijtje zetten: Ze zaten in een huisje aan de snelweg. Ze waren ontvoerd door 2 zwarte gedaantes. We kunnen maar, beter even voetsporen zoeken. De ene agent gaat opzoek naar voetsporen en de andere gaat versterking vragen. Na enkele minuten horen ze in de verte allemaal sirenes. En uit de auto’s komen speurhonden. Het is nu echt een politiezaak geworden. Overal waar ze kijken zijn agenten aan het zoeken.’
In het huisje..
Laureth is nog zenuwachtiger geworden, of mevrouw Schouten en de andere docenten haar komen helpen. Om haar angst een beetje te verbergen schrijft ze Harwin nog een keer. Ze weet wel dat hij met de 2 mannen mee is en dat ze hem zo te zien krijgt. Dat stelt haar wel een beetje gerust. Toch begint ze maar, te schrijven:
“Lieve, Harwin”
“Toch ondanks ik je straks krijg te zien, mis ik je heel erg. Ik hoop dat we hierna voor altijd bij elkaar kunnen zijn. Ook hoop ik dat mevrouw Schouten en de andere docenten ons snel komen helpen! Ik wil niet dat ik hier voor altijd blijf en jou misschien wel nooit meer te zien krijg. Straks zijn we voor even samen en dan sluit ik je in mijn armen en laat je nooit meer los. Tot gauw!!”
“Kusjes, Laureth”
Harwin is buiten, de mannen aan het helpen. Hij moet koken terwijl hij daar helemaal niet goed in is. Toch probeert hij maar, wat. Hij kan alleen aan straks denken dat hij Laureth weer ziet. Na een half uur gewerkt te hebben mag hij dan eindelijk naar Laureth toe. Hij wordt al zenuwachtig als hij de kamer van haar in zicht krijgt. Hij hoort dat de ene man zegt dat hij Harwin eerst in zijn eigen kamer moet zetten, en dat hij straks naar Laureth mag. Dat is niet eerlijk! Roept Harwin. Je had beloofd dat als ik klaar was ik Laureth mocht zien! En nu draai je alles weer om. Hé, hé rustig ventje. Je krijgt haar wel te zien maar, eerst moeten wij nog even iets regelen. Straks komen we weer en dan brengen we je naar je vriendinnetje. Oké als jullie het zo willen spelen! Zegt Harwin gemeen. De mannen gaan weg en na een paar minuten ziet Harwin het briefje van Laureth liggen. Hij loopt eropaf en vouwt het briefje open. Hij leest het en krijgt tranen in zijn ogen. Hij kan bijna niet wachten totdat hij straks zijn vriendin weer ziet. Na een kwartier komen de mannen weer en pakken ze de armen van Harwin vast. Laureth zit aan de andere kant met een gebogen hoofd te wachten totdat ze Harwin te zien krijgt. Dan hoort Laureth het slot open gaan. Ze kijkt gespannen naar de deur. En dan ziet ze Harwin staan. Ze klimt overeind en loopt met gespreide armen naar Harwin toe. Snel omhelst ze hem en laat hem niet meer los. De 2 mannen proberen ze van elkaar los te maken maar, ze laten elkaar niet meer los. Dan rukt Harwin zich los en geeft Laureth een hele lange kus. Dan zegt de ene man: “we kunnen ze gerust even alleen laten!” kom we gaan. Hij trekt de andere man mee die willekeurig meeloopt. Dan als de deur weer op slot is. Houdt Harwin op met zoenen. Hij drukt Laureth tegen zich aan en zegt: “Ik had niet gedacht dat we elkaar weer zouden zien.’’ Ik ook niet zegt Laureth en ze geeft Harwin nog een zoen. Na een uur komen de mannen terug en trekken Harwin van Laureth af. Ze brengen hem naar de andere kant van de deur. Harwin geeft Laureth ondertussen nog een handkus en loopt dan met de mannen mee.

Bij mevrouw Schouten en de rest..
Nee, hé dit loopt dood! Zegt mevrouw Schouten het is te laat. We kunnen maar beter naar huis gaan en gaan slapen. Morgen zoeken we verder. Oké, zeggen de agenten, ze roepen met een luidspreker iedereen bij elkaar. En mevrouw Schouten hoort de politieauto’s wegrijden. Ze loopt samen met de andere docenten terug naar het huisje. Laureth schrijft nog snel een briefje:
“Lieve, Harwin”
“het was kort maar, krachtig dat we elkaar hebben gezien. Ik ben erg moe dus denk ik dat ik maar ga slapen. Ik weet niet of ik wel kán slapen want, er ligt hier niks zachts. Maar, morgen probeer ik mevrouw Schouten nog een keer te bellen en nu alleen maar bidden, hopen en vertrouwen dan komt alles goed. Welterusten lekker slapen!”
“Liefs, Laureth”
Harwin leest het briefje en pakt het kladblok en pen en schrijft gelijk iets terug:
“Lieve, Laureth”
“Er is nu al 1 dag om. Ik weet niet of we hier ooit uitkomen. Het enige wat ik weet is dat ik je elke dag zal schrijven. Ik beloof nu niks meer. Niet dat we hieruit komen en ook niet dat ik je ooit weer zal zien! Ik doe dat niet omdat ik het niet zeker weet. Ik mis je verschrikkelijk!! En morgen is er weer een dag dat mevrouw Schouten ons kan komen zoeken. Jij ook lekker slapen! Ik hou van je..”
“Dikke sOen Harwin!”
Ook Laureth leest het briefje. Ze was al bijna in slaap gevallen. Ze leest het briefje en dan valt ze in slaap. Harwin ligt de halve nacht wakker. Hij kan niet slapen. Hij bedenkt zich dat morgen zijn zus jarig is. Hij kan haar niet eens even bellen om haar een leuke verjaardag te wensen. Met die gedachten valt Harwin ook eindelijk in slaap.

De volgende dag..
De andere kinderen bij het kamp maken zich ook zorgen. Zelfs Hazhan en Thessa lopen naar mevrouw Schouten toe om aan te bieden om te helpen. Maar, dat mag niet mevrouw Schouten vindt het te gevaarlijk.
Daarom gaan Thessa en Hazhan zelf opzoek. Na een paar minuten lopen ze snel het bos in. Niemand heeft ze gezien, na een uur begint Manuela het raar te vinden dat Thessa en Hazhan nog steeds slapen. Ze gaat maar even een kijkje nemen in hun tent. Dan tot haar grote schrik ziet ze dat Hazhan en Thessa niet meer in hun bed liggen. Snel gilt ze: “THESSA EN HAZHAN ZIJN WEG!!” dan komt Sander naar haar toegelopen en zegt dat Manuela stil moet zijn. Misschien zijn ze wel opzoek naar Laureth en Harwin.

In het bos..
Heb je al een spoor gezien? Vraagt Hazhan. Nee, jij dan? Zegt Thessa. Ja, kijk daar een voetspoor dat gaan we volgen. Volgens mij waren ze dicht bij de snelweg zegt Hazhan. Dan moeten we dus die kant op zegt Thessa. Rennen! Zegt Hazhan. Dan zijn we er sneller. Na alweer een half uur horen ze in de verte auto’s rijden. Zo daar moet het ergens zijn zegt Thessa. Ja, zegt Hazhan kom nog een klein stukje rennen ik wil Laureth en Harwin vinden. Vind je dit niet eng? Vraagt Hazhan. Nee, Tuurlijk niet zegt Thessa ik doe alles om Laureth te vinden. Na alweer een kwartier ziet Thessa in de verte een huisje. Kijk! Roept ze daar een huisje. Dan moeten we gaan rennen, zegt Hazhan misschien is dat wel het huisje waar Laureth en Harwin zitten. Stop fluistert Thessa nu moeten we uitkijken straks zien ze ons nog. Ja, zegt Hazhan we blijven bij elkaar en als je ze ziet sla je me een keer op mijn schouder. Oké, zegt Thessa dicht bij elkaar blijven dus. Ik hoor wat zegt Thessa. Kijk daar lopen 2 mannen. Om het huisje heen we wachten tot ze weg zijn zegt Thessa en dan gaan we naar binnen. Oké 1, 2, 3 nu..!!!! rennen! Kijk daar is een deur Thessa trekt eraan en dan gaat hij open. Daar ziet ze Harwin zitten ze loopt naar hem toe en fluistert dat ze een mobiel mee heeft en dat.. kijk eens aan! Zegt een man daar hebben we nog een meisje. De man heeft Thessa gezien maar, Hazhan was zo slim om achter een krat te gaan zitten zodat de man haar net niet kon zien. Jou laten we maar even gezellig met deze jongen babbelen dan haal ik mijn collega even op. Thessa schuift snel haar mobiel naar Hazhan toe. Hazhan toetst het nummer van mevrouw Schouten in en dan gaat de telefoon bij mevrouw Schouten. “Ja, met mevrouw Schouten. Hoort Hazhan, ja eh.. met Hazhan we hebben Laureth en Harwin gevonden. Nou, ja alleen Harwin. Ik ben samen met Thessa weggegaan. Ik weet dat het niet mocht maar, we hebben geen tijd. Ze hebben Thessa ook al dus schiet op. Ik kon me nog net verbergen. “waar zijn jullie?” we zitten bij de snelweg. Loop helemaal richting het noorden, dan hoor je auto’s gewoon alleen maar, rechtdoor lopen dan zie je in de verte een huisje. Daar zitten we en schiet op! We hebben weinig tijd. Dan hangt Hazhan op. Ze steekt een duim op naar Thessa. Het is gelukt fluistert Thessa naar Harwin. Waar is Laureth zegt ze. Die zit hiernaast fluistert Harwin we schuiven telkens briefjes onder de deur door. Zo houden we contact. Maar, komen mevrouw Schouten en de andere docenten? Ja, zegt Thessa en de politie ook. Maar, de mannen wilden er geen politie bij hebben, waarom hebben jullie het gedaan? Omdat we dit niet alleen konden. We moesten ze wel inschakelen. Oké, zegt Harwin ik probeer al een tijdje te ontsnappen. Ja, zegt de man nu hebben we jou ook. Het is wel duidelijk dat de man met de zwarte haren de baas hier is. Wat willen jullie? Vraagt Thessa met een dreigende stem. Denk je nou echt dat niemand een paar kinderen mist. Denk je dat we bang zijn? Nou echt niet. Je doet ons niks en Laureth ook niet want, als je aan hun komt kom je aan mij. Thessa gaat erbij staan en kijkt de mannen kwaad aan. Zo, zo jij durft zegt de ene man. We hadden niet gedacht dat jullie ons zouden vinden. Dan hebben jullie dat lekker verkeerd gedacht! Schreeuwt Thessa. Ze hoopt dat Laureth haar kon horen zodat, ze weet dat er hulp is. De ene man loopt naar Thessa toe en wil haar hand pakken. Maar, Thessa laat zich niet zomaar vastpakken ze trapt de man zo hard ze kan tegen zijn schenen aan. Auw!! Gilt hij dat doet pijn. Nu heb je het verknald zegt hij. Zonder na te denken pakt hij haar vast en sleurt haar mee naar buiten. Weg jij!! Schreeuwt hij. Thessa rukt zich los en rent zo hard ze kan richting het huisje. In de verte ziet ze mevrouw Schouten en een paar agenten met speurhonden lopen. Ze rent eropaf en zegt dat ze de weg zal wijzen. Na een paar minuten komen ook de agenten en mevrouw Schouten aan bij het huisje. Ze zien daar twee mannen lopen. Dat zijn ze zegt Thessa dat zijn de mannen die Laureth en Harwin ontvoerd hebben. 2 agenten lopen links om het huisje en de andere 3 rechts om het huisje. Thessa en mevrouw Schouten blijven achter het huisje staan. Dan na een paar seconden horen ze een knal. Thessa rent zo hard ze kan naar de voorkant van het huisje. Ze weet waar Laureth zit ze pakt uit de handen van de agent een pistool en schiet het slot eraf. Ze gooit het pistool weg en rent naar Laureth toe. Ze omhelst haar en geeft haar een kus op haar wang. Ze is zo blij dat ze Laureth gevonden heeft dat ze niet eens vraagt of alles goed is. Ze kijkt ook niet wat er is. Dan als ze Laureth los laat ziet ze allemaal bloed in haar handen. Ze kijkt naar Laureth die nog met haar handen in haar zij zit. Dan begint Thessa te gillen. Ook Harwin komt eraan lopen. Thessa pakt de telefoon uit Hazhan’s handen en belt het alarmnummer. Uit paniek weet ze het nummer niet eens meer. Ze vraagt aan Hazhan: “wat is het nummer?” eh.. eh.. 112 zegt Hazhan snel. Thessa toetst het nummer in en aan de andere kant hoort Thessa een stem: “met het Politiebureau Twente u spreekt met Brenda.” Waarmee kan ik u helpen?” eh.. ja met Thessa van Dijk. Ik moet een ambulance hebben naar een huisje bij de snelweg. En opschieten het ligt in het noorden van het bos de Mariahoeve. Opschieten graag er ligt er hier 1 dood te bloeden!” “we sturen zo snel mogelijk iemand langs!”
Snel hangt Thessa op en kijkt ze naar Laureth. Hazhan pakt een zakdoek en bind die om de zij van Laureth heen. Ze voelt nu ook allemaal bloed. Dan komen mevrouw Schouten en de agenten eraan lopen. Wie heeft dit gedaan!! Schreeuwt mevrouw Schouten. Vinden ze dit normaal of zo? Nou ik niet zegt ze. I-ik heb dit gedaan zegt de ene agent. De ene man had haar vast ik wou de man raken maar, … ik raakte het meisje. Het spijt me! HET SPIJT JE?? Schreeuwt Mevrouw Schouten. Kun je niet wat meer zeggen? Je hebt net een meisje neer geschoten. Als jij niet snel kunt bewijzen dat je dit niet extra deed, sleep ik je voor de rechter. Ja, ja.. rustig aan! U weet ook wel dat ik agent ben. Niet iedere agent kan weten wie die neer schiet. En als de ambulance hier snel is, is dat meisje er zo weer boven op. Dat beloof ik u! het spijt me!! Echt waar zegt de agent. Ja, ja hou dat geslijm maar voor je zegt mevrouw Schouten... Luister! Hoor je dat?! Zegt Thessa daar is de ambulance al. Snel loopt Hazhan naar buiten om te zwaaien, zodat de ambulance haar kan zien. Laureth? Nog even volhouden ze komen eraan. I-ik ka-kan niet meer fluistert Laureth. Je moet! Zegt Thessa, je komt er wel boven op dat beloof ik! Aan de kant dames zegt 1 van de ambulancemannen. Een zuurstofzak! Snel!! Zegt de man. Thessa en Hazhan zien hoe hun vriendin wordt afgevoerd op een brancard. Mogen we mee?! Vraagt Thessa. Eh.. ja natuurlijk kom snel achterin.

In de ambulance..
Thessa?! Komt ze er bovenop? Vraagt Hazhan. Vast wel Laureth is sterk, die geeft niet zomaar op zegt Thessa. Na een paar minuten hoort Hazhan gepiep van een apparaat uit de ambulance. Er staat 1 lange blauwe streep op het scherm. Is ze dood?! Vraagt Hazhan met een angstige stem. STOP DE AMBULANCE!! NU.. We moeten haar reanimeren zegt de man. 1, 2, 3 LOS!! Thessa ziet hoe Laureth de lucht in gaat. Nog een keer zegt de man nu wat hoger! 1, 2, 3 LOS!! Het helpt niet!! Zegt Thessa. Doet u toch wat straks gaat ze dood!! Piep.. piep.. piep.. ze ademt weer zegt de man. Hazhan heeft de tranen in haar ogen staan. Eerst van verdriet maar, nu van blijdschap. Haar vriendin ADEMT weer. Na een klein kwartiertje komen ze aan in het ziekenhuis. Daar staan de ouders van Laureth, en Harwin staat ernaast. Is ze dood?! Vraagt Harwin. Je huilt zegt hij. Nee, ze leeft weer. Ze hebben haar moeten reanimeren. En als mevrouw Schouten die agent niet voor de rechter sleept doe ik het zelf wel! Ik laat mijn vriendin niet bijna dood gaan, wat denkt die agent wel niet. Na een half uur mogen de ouders samen met Harwin naar binnen. Ze hebben ballonnen mee genomen en allerlei lekkers en knuffels en kussentjes. Harwin loopt naar Laureth toe en geeft haar een kus en knuffel. Zachtjes fluistert hij: “ik laat je nooit meer alleen.. ik hou van je!!” dan wordt Laureth langzaam wakker. Ze opent haar ogen en ziet daar een hele leuke jongen staan. Ze kijkt hem aan en zegt: ik laat jou ook nooit meer alleen. Ze omhelst hem en dan begint iedereen te klappen. Laureth’s ouders mogen er nu ook bij. Ze kussen en omhelzen haar. Dan komen ook de andere kinderen van de klas erbij ze hebben een gedicht voor haar gemaakt die Wencke voorleest:
“Lieve Laureth, hier ben je dan weer. Na een lange reis ben je bij ons terug. Het ging allemaal zo vlug. Je was weg en nu ben je er weer. Dat is voor ons een hele eer. Wij zochten je, en hebben je gevonden. Want wij blijven toch altijd aan je gebonden! Heel veel sterkte namens de hele klas en al je vrienden en vriendinnen.” Dank je wel! Zegt Laureth. Wencke komt naar haar toe en geeft haar een zoen op haar wang. Zo zegt ze die had je wel verdiend. Na een paar weken mag Laureth uit het ziekenhuis. Maar, er is nog 1 ding om recht te zetten. Dat is de politieagent. Mevrouw Schouten heeft hem voor de rechter gesleept:

In de rechtzaal..
In stilte wachten de mensen op de uitspraak van de rechter. Daar komt hij zegt Sander tegen Wencke.

“stilte graag! Zegt de rechter en tikt een paar keer met zijn hamer op de tafel” na lang besproken te hebben ben ik tot een conclusie gekomen. “en hierbij verklaar ik meneer Tom van der Stal tot 3 jaar cel. Daarbij op nog een vergoeding ter waarde van €500,- euro en een voorwaardelijke taakstraf. Op het neerschieten van een minderjarig meisje.” Zitting gesloten!! Weer tikt de rechter op de tafel. Zo, zo zegt meneer Postmus dat is niet niks. 3 jaar cel + een schadevergoeding van €500,- euro en een taakstraf. Nee, dat zeker niet zegt Henry. Maar, hij had het verdiend. Je mag niet schieten terwijl het niet nodig is. Ik hoop dat hij geen politieagent meer mag zijn, zegt Jonathan. Dat denk ik niet zegt meneer Postmus. En dan loopt iedereen de zaal uit.

Na 1 maand..
Laureth is weer helemaal opgeknapt en gaat gewoon weer naar school. Iedereen weet nu dat ze verkering hebben, dat is geen geheim meer. Laureth en Harwin hebben hun hele belevenis verteld op school en de kinderen zaten met open mond te luisteren. De agent heeft €500,- euro boete moeten betalen, die Laureth mocht houden. Ze heeft hem gedeeld met Harwin. Ieder €250,- euro. De verzekering van Laureth’s ouders heeft hen zo goed gedekt. Dat ze het ziekenhuis en de ambulance niet eens hoefden te betalen. Dat is mooi meegenomen. Zo is alles toch nog goed gekomen. Iedereen was blij voor Laureth en Harwin. En alle briefjes hebben ze bewaard. En later moesten ze er heel erg hard om lachen. Samen zijn ze nu al 1 maand en 2 weken samen. En de verkering is nog steeds DIK aan. Het heet nu dus niet meer “SECRET LOVE” maar, “OPEN LOVE!!”

Geschreven door:
Thessa van Dijk


Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 22 bezoekers online