Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

De zwarte leeuw
Hoofdstuk 1:De Zwarte Leeuw

Monnik Garu keek gepiekerd naar zijn thee, terwijl hij de thee roerde met een klein, zilveren lepeltje. De kinderen keken gespannen naar de monnik, maar de monnik leek het niet te zien. Weer roerde hij door de thee, zo hard dit keer dat er wat over de rand heen klotste. Geschrokken keek monnik Garu op, alsof hij uit een droom ontsnapt was. De kinderen keken hem met grote ogen aan, alsof de monnik elk moment kon verdwijnen. Monnik Garu keek geïrriteerd op.
‘Wat is er nu weer,’ mompelde hij. Hij pakte een zakdoek uit z’n binnenzak en probeerde de tafel weer schoon te vegen. ‘Doe niet alsof ik gek ben, wat willen jullie?’ De kinderen hielden stijf hun mond dicht en deden alsof ze hem niet hadden verstaan. ‘Wat is er?’ vroeg de monnik weer, dit keer stond hij op en ging voor een tien jarig meisje staan, die angstig naar hem keek.
‘Monnik Garu,’zei het meisje zacht. ‘Waar zijn de andere nonnen, en waar zijn de andere monniken? Weet u wat er gaande is?’ Even leek het alsof het meisje in huilen uitbarstte, maar monnik Garu legde een hand op haar hoofd en liep de kamer uit, zonder één woord te zeggen. Het meisje wreef in haar ogen en stond ook op. Ze wilde de monnik achterna gaan, maar twijfel stopte haar.
Vijf minuten waren de kinderen stil. Ze wisten niet wat ze moesten zeggen. Het was altijd vredig in het klooster geweest. Er waren monniken en nonnen die eenzame kinderen les gaven, altijd was hier wel vrede te vinden, maar het is nog nooit gebeurd dat de klooster werd aangevallen. De monniken waren altijd geliefde mensen, niemand haatte ze, tenminste, dat dachten ze. Eén kind en een non waren die nacht geleden verdwenen. De vorige dag zagen ze alleen het hoofd van het kind terug. Gehangen aan een oude wilg, dicht bij het klooster. Iedereen wachtte vol angst af wat de plannen van de monniken waren. Gingen ze vluchtten na deze aanval? Wilden de monniken vechten? Of wilde ze gewoon wachten en kijken of het over gaat.
Het meisje keek naar de deuropening. Ze wist dat er elk moment wat kon gebeuren. Ze zag monnik Garu over de drempel stappen. Ze keek hem recht in de ogen aan. Ze zag dat hij verward was. Garu keek terug in haar ogen en ze hoorde de stem van Garu in haar hoofd.
‘Ik weet dat je wat hebt gezien,’zei de stem. ‘Kom met me mee en vertel het aan me, Mira.’ Garu sloot zijn ogen en de stem was weg.
Het meisje, dat Mira heette, stond op en liep naar Garu toe. ‘U wilde me spreken?’ fluisterde ze, zodat niemand het kon horen. Monnik Garu knikte en liep de gang op. Ze voelde zich leeg in haar maag, alsof zij iets aan die aanvallen kon doen. Alsof zij verantwoordelijk voor de aanvallen was. Vanuit haar ooghoeken keek ze monnik Garu aan.
Hij had een oude, sjofele gewaad aan. Er stonden een paar letters op, maar het was niet in de normale taal die ze leerden in het klooster. Hij had eigenaardige kleine voetjes, die in sandalen gestoken waren. Zijn bruine, onverzorgde gezicht zat vol rimpels. Zijn fel blauwe ogen keken nors, maar iedereen wist beter. Monnik Garu was een sympathieke, rechtvaardig man.
Monnik Garu stopte. ‘We zijn er,’ zei hij en keek Mira met grote ogen aan. De felle ogen priemden zo in haar hoofd, dat ze de stem van monnik Garu weer in haar hoofd hoorde. ‘Ik wil dat je dit aan niemand verteld. Zelf niet aan je beste vrienden, zelfs niet aan de andere monniken en nonnen.’ Mira knikte en keek Garu smekend in de ogen.
‘Ik wil niet, monnik Garu,’zei ze zacht. Ze wilde dat niemand haar hoorde. ‘Ik durf niet. Ik wil hier niet bij betrokken worden.’
Monnik Garu keek haar begrijpend aan en duwde haar door de deuropening van zijn eigen kamertje. Hij duwde haar zachtjes op een houten stoel, die meteen akelig kraakte toen Mira er op ging zitten. Monnik Garu keek nog even achterom, om te kijken of niet gevolgd waren. Met een luide klap deed hij de deur dicht.
‘Ik weet dat je tijdens volle maan altijd naar buiten kijkt, in de hoogste toren,’ zei monnik Garu en keek Mira weer met een priemende blik aan. ‘Kijk niet zo verbaast, ik weet dat je dat doet,’ voegde hij eraan toe. ‘Ik weet dat je geroepen word door de maan.’
Mira probeerde zijn blik te verbreken door hem niet aan te kijken, maar ze moest naar zijn blauwe ogen kijken, ook al wilde ze niet. ‘Dat heb ik gedaan, monnik Garu,’ zei ze eerlijk en probeerde naar haar tenen te kijken.
‘Wat heb je gezien?’zei monnik Garu ongeduldig. Toen Mira even geen antwoord gaf begon hij aan haar trui te sjorren. ‘Ik vraag je mijn vraag nog één keer; Wat heb je gezien die avond?’
‘Zwarte manen,’ zei ze zacht. ‘Een beest met gespierde poten en nagels. Het sprong zo op de muren van het klooster, zonder enige teken van vermoeidheid. Het keek naar me en wilde naar me toe, maar ik was bang en rende weg. Het beest, die ik niet kon zien, omdat het dier zo zwart als de nacht was, rende achter me aan.’ Mira stopte. Ze greep de ketting, die om haar nek hing, stevig vast. Ze voelde dat monnik Garu de hele tijd naar haar nek staarde.
‘Lieg je tegen me?’prevelde hij. Even leek het alsof zijn blik verminderde, maar zijn ogen staarden al gauw weer naar de ketting van Mira. ‘Was je boos op Gestali en Stella?’
Mira herinnerde Gestali en Stella nog goed. Het voelde alsof er iets onrustigs in haar buik rommelde, iets wat er uit wilde.
Ze wist dat Stella, de medeleerlinge, altijd haar klierde, omdat Mira nogal gauw op haar teentjes getrapt was.
En ze wist dat Gestali de non haar haatte. Ze zei altijd tegen Mira dat ze waardeloos was en eigenlijk geen leven hoorde te hebben. Tegen Stella zei ze altijd dat ze perfect was. Ze had een engelen stem en een knap uiterlijk. Ze kon dingen laten bewegen door middel van haar gedachten, het enige wat Mira kon was boos en driftig worden. Ze kon als ze boos was de hele kelder opblazen, als ze wilde.
Het zwarte beest had hun die avond meegesleurd de ramen uit. Mira had alles die avond gezien. Ze waren kansloos. Mira wist hoe klagelijk Stella jammerde, maar het beest had haar botten met één beet verkruimeld. Non Gestali deed nog een paar schietgebedjes, maar het beest geloofde daar niet in. Het geloofde nergens in. Het beest sloeg met zijn klauw haar tegen het bureau aan. Non Gestali kreeg het zelfde lot als Stella toe gestempeld, de dood.
‘Ik weet niet waar u het over hebt,’zei Mira, terwijl ze de hanger van haar ketting los liet. ‘Ik kende Stella en non Gestali niet zo goed,’loog ze erbij. Ze wist dat monnik Garu voelde dat ze loog, maar het was het proberen waard.
‘Ik dacht dat je wist dat ik meteen door heb wanneer je aan het liegen bent,’zei monnik Garu, terwijl hij zijn handen vouwden. ‘Ik wil de waarheid horen, meteen!’
‘Ik heb ze gezien,’zei Mira. Haar stem werd lager, dat hoorde de monnik goed. ‘Ik zag ze weggesleurd worden door de zwarte geest.’
‘Ik denk dat het geen geest is,’zei de monnik. Hij stond op en keek zorgelijk uit het raam. De monniken en ik weten dat het een leeuw is, een zwarte leeuw met fel rode ogen. We weten dat zijn adem al verrotting en dood kan veroorzaken.’
‘Een normaal dier kan dat niet,’zei Mira, terwijl ze krabde aan haar armen. Al haar ledematen begonnen te jeuken, maar ze probeerde zich zo min mogelijk te bewegen.
‘We weten dat het een zwarte leeuw is,’zei de monnik weer, maar nu op een dreigende toon. Mira voelde alle lettergrepen door haar hoofd schieten. Elk woord bleef plakken in haar gedachten. ‘We weten dat deze leeuw niet menselijk is, want we hebben haar eerder gezien. Tien jaar geleden nog.’
Mira voelde zich ongemakkelijk. Garu bleef haar aankijken en zijn blik gleed weer naar haar ketting toe. Mira hield beschermend haar hand ervoor, maar Garu bleef er naar staren, alsof het elk moment kon ontploffen.
‘Hoe weet u dat de leeuw een haar is,’zei Mira. Ze krabde wanhopig weer aan haar handpalmen.
‘We zijn niet gek, mevrouw Hitara,’zei Garu zacht. ‘Ik dacht dat we haar verdreven hadden, maar zonder dat we het wisten had ze haar voortgeplant in verschillende gebieden in dit land.’
Mira voelde zich kwaad worden. Ze wist wat Garu bedoelde. Ze wist dat hij haar geheim wist.
‘Ik dacht dat je een leergierig meisje was, die op zoek was naar kennis,’zei Garu zacht. Mira zag dat Garu wat onder zijn gewaad haalde. ‘Maar jij bent alleen op zoek naar de dood. De dood voor anderen en voor jezelf.’
‘Wat wil je doen, dwaas,’ siste het meisje. Ze stond op en Garu zag dat er opeens zwarte haren groeide op haar handpalmen. ‘Wil je me doden? Wil je net zo eindigen als Stella en Gestali?’ De zwarte haren van het meisje begonnen een beetje raar te staan, alsof ze pas in een storm is gelopen. De groene ogen van Mira kregen een rode gloed, die met de seconde roder werden. Haar tanden werden groter en scherper.
‘Ik dacht dat ik je kon helpen,’zei Garu en deinsde wat achteruit. Mira zag een glimp van een kleine zwaard in zijn handen. ‘Ik moet je verlossen van deze vloek.’
Mira begon te brullen. Ze voelde zich vrijer dan ooit tevoren. Ze voelde haar nagels langer worden en er verscheen een staart. Weer brulde Mira, maar nu van woede.
‘Dat God me bij mag staan,’prevelde Garu. Hij stond voor een grote, zwarte leeuw die elk moment naar hem uit kon halen. Garu rende op de leeuw af, met zijn zwaard in de aanslag, maar de leeuw sprong lenig op de bureau. Garu rende tegen de boekenkast aan. Hij voelde zijn neus bloeden en wilde zich omdraaien. Opeens keek hij in de grote, rode ogen van Mira, die hem spottend aankeken.
‘Wil je me doden?’siste de leeuw. ‘Weet je zeker dat je me wilt doden? Ik weet hoeveel je van me gehouden hebt.’
Monnik Garu kneep zijn ogen dicht en kroop in elkaar. Het klopte wat Mira zei. Hij had altijd veel van haar gehouden. Hij beschouwde haar altijd als een kind en zij hem als een vader. Hij liet zijn zwaard vallen. Hij kon zijn leerlinge, die hij als dochter beschouwde, niet doden.
‘Dat dacht ik al,’zei de leeuw, terwijl ze hem spottend aankeek. ‘Je hebt totaal geen eergevoel, maar dat maakt niet uit. Dat maakt het voor mij makkelijk.’
Mira opende haar gigantische kaken en sprong op Garu af.
‘Ik hoop dat je eeuwig zo vervloekt blijft,’siste Garu. De tanden van Mira beten in het vlees van Garu en hij viel dood neer.
Maar doordat Garu haar eerst had vervloekt, voelde ze zich raar, alsof het schietgebedje van Garu echt gewerkt had. Ze voelde zich somber. Ze had geen honger noch dorst, ze had geen slaap noch rust, ze voelde geen pijn noch gevoel. Ze voelde niets.
Bang rende Mira door het klooster. Ze zag dat mensen haar geschrokken aankeken, terwijl ze wegrende, maar niemand herkende haar natuurlijk. Ze rende door het raam naar buiten. Ze wist dat ze geen toekomst had, ze wist dat ze vervloekt was, maar het kon haar niets schelen, want zij was de machtigste persoon op aarde.



Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 23 bezoekers online