Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

De tweede bezoeker
Jarenlang heb ik het volgende verhaal voor de wereld verborgen gehouden. Ik wilde er simpelweg niet aan herinnerd worden. Nu wil ik van die last op mijn schouders af. Het volgende gebeurde op een warme zomeravond in 2005.

‘Ik vond het erg fijn met je vanavond, doen we gauw weer een keertje, oké?’
‘Misschien,’ lachte ze. Voordat ik kon reageren drukte ze haar mond op de mijne. Ze streelde nog eenmaal mijn arm en verdween toen de hoek om. Zo stond ik nog een tijdje naar de deuropening te staren. Met het hardop zeggen van "wauw..." bracht ik mijzelf weer in het land der levenden. Ik kon een grijns niet onderdrukken. Al weken was ik stapelgek op deze vrouw, maar na een aantal energiezuigende misverstanden, had ze er geen zin meer in. Vanavond was ze toch weer naar mij toegekomen. Dat kwam door de avond ervoor. Tijdens het uitgaan waren we tot de ontdekking gekomen dat de aantrekkingskracht tussen ons nog volop aanwezig was.
‘Wat kan het toch raar lopen en wat word ik daar vrolijk van!’ dacht ik bij mijzelf.
Het was inmiddels al even na middernacht en de volgende dag moest ik weer vroeg opstaan. Met een zelfvoldane glimlach liep ik de trap op richting de woonkamer. Daar aangekomen dronk ik het laatste beetje van een goede fles wijn op. De lichten gingen uit, ik poetste mijn tanden en hoopte maar dat ik de slaap snel zou vatten. De afgelopen dagen was het broeierig warm geweest en minstens twee, drie keer per nacht werd ik bezweet wakker. Inmiddels kon ik de wallen onder mijn ogen gebruiken als voorraadkast, maar nog steeds kende de wekker geen genade. Er ontsnapte een geeuw waar een nijlpaard jaloers van zou worden en ik kroop mijn bed in. Na verloop van tijd won de vermoeidheid het van haar mooie gezicht en zakte ik weg in een diepe slaap.

Gestommel. Langzaam opende ik mijn ogen. Het was donker en stil. Ineens schoot ik geschrokken omhoog en zat ik rechtop in mijn bed met de ogen wijd opengesperd. ‘Dat was…vreemd,’ dacht ik. Ik kende de geluiden van dit huis als mijn broekzak, maar wat ik zojuist hoorde had niets te maken met oude leidingen of uitzettend hout. Opnieuw dat geluid. Ik spande mijn oren tot het uiterste in maar het enige wat ik hoorde was het bonzen van mijn eigen hart. Even twijfelde ik of mijn broer was thuis gekomen. ‘Hij is zeker op zoek naar een sigaret.’ Ik geloofde het eigenlijk niet maar gebruikte het om de spanning van mij af te zetten. Voor de zekerheid pakte ik mijn telefoon van het nachtkastje en belde hem op. Na vijf keer overgaan kreeg ik zijn voicemail. ‘Niet thuis dus. Wat nu?’ schoot er door mijn hoofd. Het geluid was intussen weer diverse keren te horen geweest. Het leek op een soort ingehouden gestommel met vaag daar doorheen een gezoem, net alsof iemand beneden wist dat hij niet alleen was. Ik werd er zenuwachtig van. ‘Er is daar echt iemand,’ kwam ik tot de conclusie. ‘Misschien dat de deur niet goed in het slot is gevallen en daarna open gewaaid. Dat is wel eens vaker gebeurd,’ maakte ik mijzelf wijs. Het hoorde een ontnuchterende gedachte te zijn om mijn kalmte te bewaren, maar veel effect had het niet. Hoe dan ook, dit was niet normaal. Toen gleed mijn oog naar de hoek van de kamer. Achter mijn kast had ik nog altijd een dikke stok staan, afkomstig uit de tijd dat ik nog een ventje was en een gewone stok een samoeraizwaard. Vastberaden sloop ik erheen en klemde de stok tussen mijn handen. Ik verbaasde mij over de snelheid van handelen. ‘Hier zou ik flink wat schade mee kunnen aanrichten.’ Weer dat geluid. Even dacht ik eraan om de politie te bellen maar liet die gedachte snel varen toen ik naar de stok in mijn handen keek.


Een rust gleed over mij heen als een warme deken. Ergens begreep ik dat niet. ‘Ik zou nu toch doodsbang moeten zijn?’ Die kalmte maakte dat ik trots werd op mijzelf. ‘Je bent geen watje,’ sprak ik mijzelf moed in. Op mijn tenen sloop ik naar de deur en zocht de plekjes uit die het minst zouden kraken. Met mijn hand omsloot ik de deurklink en terwijl ik aan de deur trok duwde ik de klink naar beneden. Rechts in de spiegel keek ik terug in een blik waar iedere ninja een dakje om voor zou gaan.
Opeens voelde ik mijzelf belachelijk. Daar stond ik dan. Naakt, met alleen een onderbroek aan en een houten samoeraizwaard in mijn handen. ‘Straks is het gewoon een bekende die een sleutel heeft en hier zijn roes uit wil slapen,’ grapte ik in mijzelf. ‘Hij ziet mij aankomen.’ Weer die ontnuchterende gedachte. Toch zette ik mijn sluipmode niet uit. Ik was al halverwege de trap toen mijn haren recht overeind gingen staan. ‘Oké, nu ben ik wel bang.’ Ik had genoeg verhalen gehoord om te beseffen dat dit iets ‘ongewoons’ was. Waar ik de moed vandaan haalde weet ik niet, maar ik liep doelbewust verder. De laatste tree sloeg ik over omdat die zeker zou kraken.

‘…Hallo…’ Mijn hart sloeg drie keer over en een diepe angst maakte zich meester van mijn kalmte. Ik stond als aan de grond genageld en even wist ik niet meer hoe ik moest ademhalen. Met een ruk draaide ik mij om, de stok hoog opgeheven in mijn bezwete handen. Ik keek naar de trap. Nog nooit was ik zo bang voor een trap geweest. Minuten lang, althans zo leek het, stond ik doodstil. Te bang om te bewegen en niet wetende of wat ik zojuist gehoord had echt was geweest. ‘Misschien dacht ik het alleen maar?’ Dat sprankje hoop werd direct weggerukt door een geluid uit de woonkamer. Als een prooi die zijn jager ruikt schoot mijn hoofd richting de kamerdeur. De deur was dicht... de deur was net nog open! Ik slikte moeizaam. Weer kreeg ik over mijn hele lichaam kippenvel en de verlammende angst begon zijn tol te eisen. Ik slaakte een diepe zucht en waarom ik het deed weet ik niet, maar opeens werd God heel belangrijk voor mij en begon ik te bidden. ‘Oh God, sta mij bij,’ perste ik uit mijn gedachten. Het was het enige dat ik kon bedenken. Misschien was het goddelijke interventie of gewoon mijn eigen overlevingsdrang, maar het lukte mij om enige controle over mijzelf terug te krijgen. Toen maakte ik een fout.

‘Wie...wie is daar?’ riep ik met trillende stem. De tijd dat ik mijzelf voorhield de typische horrorfilmclichés niet te gebruiken, lag intussen ver achter mij. Even bleef het stil, maar toen met een zenuwslopende traagheid ging de kamerdeur als vanzelf open. Het zweet op mijn voorhoofd druppelde door mijn wenkbrauwen heen op de grond. De haren op mijn hele lichaam sprongen recht overeind alsof ze letterlijk weg wilden duiken. Wat ik aanschouwde gaf mij zowel hoop als doodsangst. Achter in de kamer zat een klein jongetje met zijn rug naar mij toe gekeerd. Hij was aan het spelen met, wat ik dacht, een houten treintje. Op een onnatuurlijke manier keerde hij zich om en vroeg met een gezicht zonder een spoor van emotie: ‘wil jij met mij spelen?’ Zijn stem klonk ver weg. Veel verder dan je zou verwachten gezien de afstand tussen het jongetje en mijzelf. Ik staarde hem alleen maar aan. ‘Wil je met mij spelen?’ vroeg hij weer.

Ik kon geen woord uitbrengen en merkte dat mijn broekje intussen niet meer droog was. De jongen had een blauwe pyjama aan. Zijn voetjes en zijn gezicht waren minstens zo blauw als wat hij aanhad. Zijn ogen waren opvallend helder. Het was het enige dat hem nog iets menselijks gaf. Omdat ik geen antwoord kon geven draaide het jongetje zich weer om en begon zachtjes neuriënd verder te spelen. Af en toe dacht ik een zinnetje te kunnen verstaan tot hij opeens stil werd. In een flits zat hij recht voor mij. Boos kijkend terwijl hij aan mijn broek trok, schreeuwde hij: ‘Speel dan met mij, speel met mij! Speel dan met mij, maak mij vrij!’ Het schreeuwen ging over in krijsen en op dat moment verloor ik het bewustzijn.


Als een lamp die onverwachts aanspringt werd het licht in de kamer. Knipperend met mijn ogen keek ik verward om mij heen. De zon was opgekomen en de eerste vogels lieten van zich horen. De woonkamer was leeg en was gewoon weer de woonkamer. Ik heb per direct mijn huur opgezegd en ben dezelfde dag nog verhuisd naar mijn ouders. Nooit meer heb ik een stap daar binnen gezet.
Zojuist lees ik in de krant dat een jong gezin zich van het leven beroofd heeft. Mijn oude buurman vertelde dat ze net voordat ze sprongen de volgende zin riepen: ‘Jongetje, we komen zo weer met je spelen!


Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 24 bezoekers online