Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

Vrienden? deel 3
Hier komt deel drie....

De week erna, de laatste week voor de herfstvakantie, verandert er niet veel. Nina komt naast Marit en mij zitten, wij worden het nieuwe trio. Shirley gaat naast Ellis zitten en Nicky wil zelf alleen zitten, net zoals ik in het begin. Nina, Marit en ik worden dikke vriendinnen, Shirley en Ellis negeren ons en Nicky blijft zoals ze is: stil en verdrietig. Ik begin steeds meer medelijden met haar te krijgen. Op maandag is er wel een grote verassing voor ons. Shirley is jarig en ze heeft iedereen uitgenodigd voor een klassengemaskerd bal. Iedereen, dus ook ons. En Noël. Het gemaskerd bal is vrijdagavond al, dus Marit, Nina en ik hebben afgesproken om vanmiddag nieuwe kleren te gaan kopen in het winkelcentrum.

Om halfdrie staan we weer voor de snackbar. We hebben eerst een ijsje gehaald en we gaan nu kleren gaan kopen. We lopen naar onze favoriete kledingwinkel 'Buy It'. Daar hebben ze altijd de leukste kleren voor een goedkope prijs. Vooral als er uitverkoop is. En dat is nu het geval. " Kijk!" roept Marit. " Er is uitverkoop bij 'Buy It' ". Maar dat hoeft ze al niet meer te zeggen, want dat zien Nina en ik zo ook wel. De etalage springt er echt uit tussen al de andere winkels. Overal hangen felgekleurde slingers en borden waarop staat dat er uitverkoop is. We lopen er opgewonden heen. Als we binnenkomen, zien we gelijk dat er meer mensen op het idee zijn gekomen om nieuwe kleren te gaan kopen. Shirley en Ellis zijn er zelf ook. We negeren hen en lopen naar de bak met de uitverkoop. Marit haalt er gelijk een te gek zwart rokje uit. Ik weet nu al dat dat rokje haar geweldig zou staan. Nina en ik beginnen nu ook dingen uit de bak te halen. Nina haalt er een heel leuk rood topje uit. Ik zie dat Shirley ook naast ons komt staan. Ze heeft Ellis bij zich. "O, kijk," zegt Shirley tegen Ellis. "Daar heb je hen ook weer," Ellis knikt en grijnst naar Shirley. Shirley kijkt nu ook in de bak waar Nina en ik in lopen te zoeken. Marit loopt nog bij de rekken aan de andere kant van de winkel. Ze haalt er een mooi, zwart topje met nep-diamantjes erop. Ik kijk er een beetje jaloers naar. Waarom haalt zij er nou weer de leukste truitjes uit? " Wat doet zij nou weer hier?" vraagt Marit aan mij, terwijl ze naast me komt staan. Ze wijst naar Shirley, die nog steeds met het leuke topje in haar handen staat. "Hé, barbie," roept Marit naar Shirley. Ik sla snel mijn hand voor mijn mond, om niet in lachen uit te barsten. "Wat doe jij nou weer bij de uitverkoop?" Shirley kijkt vuil terug en gooit het topje weer terug in de bak. "Dat was voor Ellis, hoor," zegt ze verwaand en ze loopt de winkel weer uit. Ik omhels Marit. "Je bent geweldig," zeg ik en ik duik naar het topje dat Shirley net nog in haar handen had. Ik loop nu met Nina mee naar de rekken waar Marit net nog aan het kijken was. Daar zie ik ook nog die ene wijde broek, die ik vorige week in de etalage zag voor €80, -. Ik kijk op het prijskaartje. Als ik de prijs zie, juich ik zachtjes en ik trek de broek van het rek. Ik ren ermee naar Marit en laat haar de broek zien. "Hé, dat is de broek die je zo leuk vond! Hoe duur is hij nu dan?" "Maar €15, -! Precies het geld dat ik overhoud als ik dat topje koop," Nina komt er nu ook bij staan. "Ik heb nog niets gevonden," zegt ze sip. "Je hebt dat rode topje toch?" vraag ik haar. "Ja, die ga ik wel even passen," zegt ze en Nina en ik lopen naar de paskamers. Marit blijft nog even kijken. Ik pas eerst het topje. Marit steekt haar hoofd om de deur. " Woh, die staat je echt geweldig die moet je doen!" zegt ze opgewonden tegen mij. Ze kijkt op het prijskaartje, dat aan de achterkant van het topje hangt. " Maar 4, 50! Die moet je echt nemen. Ik heb er hier een voor Nina," fluistert ze dan tegen mij. " Weet je, normaal draagt ze nooit zulke kleren, vorig jaar al helemaal niet," ze laat een licht blauw buiktruitje aan mij zien. " Hoe vind je het?" vraagt ze. " Ik weet zeker dat het haar heel leuk zal staan. Ik heb nog wel een leuk rokje eronder. Ik ga het haar nu laten zien. Tot zo!" zegt ze en ze doet de deur weer dicht. Even later hoor ik Nina gillen, in het pashokje naast mij. " Daar ga ik echt niet in lopen hoor! Ik schaam me daarin dood! Kan ik net zo goed een haarband om doen!" Ik moet lachen. Ik trek die spijkerbroek onder mijn topje aan. Hij past geweldig! Ik roep Marit die nog steeds bij Nina staat. " Marit, je moet komen. Het is geweldig! Moet je kijken!" roep ik opgewonden. Marit komt aan rennen en rukt het gordijn open. " Wat is er?" vraagt ze. " Moet je kijken, hoe geweldig," gil ik. En ik omhels haar. "Hij staat je geweldig. Als Noël je nu nog steeds niet ziet, dan sla ik hem!" Ik grijns naar haar. Ik hoop maar dat hij nog met me wil praten," zeg ik en mijn gezicht betrekt. "Joh, doe niet zo somber, het komt vast wel weer goed," " Als jij het zegt," "Ik ga weer even bij Miss Haarband kijken," zegt ze dan lachend in mijn oor en ze loopt naar het hokje waar Nina in zit. "En, hoe staat het?" vraagt ze met haar hoofd in het hokje. "Je had gelijk, het staat eigelijk best wel leuk," hoor ik Nina zeggen. Ze komt het hokje uit. Ze heeft gelijk, zelfs met haar eigen spijkerbroek eronder staat het blauwe topje haar geweldig. Ik steek mijn duim op naar haar. "Staat je leuk," zeg ik. Nina lacht. "Ik had het niet verwacht," "Blauw staat je echt leuk," zeg ik. "Hoe vind je dit?" vraag ik haar en ik doe het gordijn open en stap naar buiten. Nina's mond valt open. 'Wat?" lach ik. "Wow," zegt Nina. " Je ziet er geweldig mooi uit," zegt Nina nog steeds verbaasd. Ik loop naar haar toe en druk zacht haar mond dicht. "Niet kwijlen," giechel ik. Op Nina's gezicht verschijnt een grijns. "Kijk eens achter je," "Hoezo?" vraag ik haar. "Kijk nou maar gewoon," Ik kijk naar Marit. Ze knikt ook. Ik draai me om en ik zie Noël buiten staan. Als ik me omdraai draait hij zijn gezicht weg. Tom staat nog steeds naar mij te kijken. Ik zwaai naar hem. "Wat was er nou?" vraag ik terwijl ik me terug draai naar mijn vriendinnen. "Zag je niet hoe Tom stond te staren naar je?" "Noël in ieder geval niet, hij draaide zich meteen om" zeg ik. "Omdat je anders zag dat hij je ook aan zat te staren," "Echt?" Nina grabbelt in haar tasje en haalt er een klein spiegeltje uit. "Hier kijk maar eens, hij staat weer te kijken," Ik hou het spiegeltje voor mijn gezicht en hou hem zo dat ik achter me kan kijken. "En?" vraagt Marit. "Hadden we gelijk of niet?" "Wow, ja," zeg ik en ik geef Nina haar spiegel weer terug. "Ik denk dat ik dit dan maar neem," "Zou ik ook doen als ik jou was," knikt Marit lachend. "Ik zie jullie zo wel bij de kassa," zeg ik en ik verdwijn weer in mijn hokje. Ik trek voorzichtig de kleren uit en trek mijn eigen weer aan. Ik loop naar de kassa waar Marit al staat te wachten. "Neemt Nina dat topje nog?" vraag ik haar. "Ja, ze vond hem toch wel leuk genoeg," Nina komt aanlopen en ze rekent haar topje af.

Als we naar buiten komen, zie ik dat Noël en Tom naar de winkel toekomen. Ik stoot Marit aan. "Wat?" fluistert ze. Ik wijs. Marit begrijpt het en ze knikt. "Hai, Tom," zegt Marit als ze eraan komen. "Haai, meiden," groet Tom ons. Noël zegt niets. "Kom je even mee?" en ze geeft hem een veelbetekende blik. Gelukkig snapt Tom wat ze bedoelt en hij knikt. Marit pakt zijn arm en trekt hem mee. Als Nina, Marit en Tom zijn verdwenen, zijn alleen Noël en ik nog over. We kijken allebei naar de grond en we zeggen niets tegen elkaar. " Hoe gaat het met je?" vraagt Noël uiteindelijk, naar de grond kijken. "Goed," zeg ik kortaf. Hij haalt adem. "Waarom zei je dat, op het schoolplein?" zegt hij dan in een adem en hij kijkt me aan. "Dat weet je best, dat hoef ik je niet te vertellen!" zeg ik en ook ik kijk hem nu aan. Noël opent zijn mond om iets te gaan zeggen, maar sluit hem daarna weer. "Ik dacht dat we vrienden waren," ga ik verder. "Dat zijn we ook," roept Noël uit. "Ik heb nog nooit zo'n goede vriendin gehad als jij!" "Waarom negeer je me dan?" Ik merk dat ik harder begin te praten. "Ik negeer je niet," "Waarom ontloop je me dan?" "Doe ik ook niet, luister heel even," Hij pakt me bij mijn schouders. " Ik luister," en ik kijk hem aan. "Ik dacht dat ik op deze school niet gelukkig kon worden, ik miste mijn oude vrienden. Maar dat was afgelopen toen ik jouw ontmoette. Ik vertrouwde je meteen," Noël laat zich zakken op het bankje achter hem en laat zijn hoofd in zijn handen zakken. Ik ga snel naast hem zitten " Hee, rustig maar," zeg ik zacht. Ik pak zijn hand. Hij haalt diep adem en gaat dan verder.
" Ik heb bijvoorbeeld nog nooit iemand iets van dat litteken verteld, zelfs niet op mijn vorige school. Jij bent de enige die het weet. Op mijn vorige school ging het niet zo ver, op bezoek komen als er iemand ziek was, dat deden we gewoon niet. We gingen alleen maar voetballen op school, maar er is nog nooit iemand bij mij thuis geweest. Maar jij kwam gewoon. Ik had eindelijk een goede vriend, of in jouw geval, een vriendin gevonden," Hij stopt en kijkt mij aan. Ik zie de tranen in zijn ogen staan. Ik sla mijn arm om hem heen en omhels hem. "Het is al goed, het spijt me dat ik dat gisteren zei…Ik meende het niet echt, ik was alleen boos op Koen en…," Opeens worden we onderbroken door Shirley en Elise die langskomen. "O, daar heb je hen ook weer," zegt Elise tegen Shirley. "Moeten jullie nu niet gaan zoenen of zo, dat hoort er wel bij," "Waarbij?" zeg ik en ik draai me naar hen om. "Als je met elkaar gaat, dat hoort zo hoor, toch Ellis?" ze zegt het zogenaamd erg lief maar ik weet wel beter. Ik kijk naar Noël en zie hem rood worden en zijn gezicht afwenden. Ik ben het zat. Ik kan er niet tegen hoe gemeen ze tegen hem doet. Ik sta op, loop naar haar toe, ga vlak voor haar staan en kijk haar boos recht in haar ogen. Ze deinst iets terug, maar weet zich te herstellen. "Wat nou weer loser?" "Ik wil je even wat zeggen," "En heb je toestemming om tegen me te praten? Ik denk namelijk van ni…," Ik onderbreek haar. "Ik maak zelf wel uit waarneer ik tegen iemand praat en tegen wie ik praat. Dat hoef jij niet voor mij te beslissen," Ik zie dat Shirley uit haar balans is gebracht en ik ga door. "Als je nog een keer zo dom doet, tegen Nina, Marit, tegen Nicky, en tegen al de rest die zogenaamd je vriendinnen zijn, maar die je achter je rug om bedriegt, dan zweer ik je dat ik persoonlijk daar iets aan doe, begrepen. Ook hou je je mond tegen Noël, hij heeft je niets gedaan. Alleen omdat jij niet zo iemand hebt. Iemand die heel aardig is en nog knap ook. Jij hebt alleen nepvriendinnen, zoals die daar!" Ik wijs naar Ellis, die me verbaasd aankijkt. " En ga weg nu! We zijn aan het praten. Je moet je niet met iemand anders bemoeien, dat vinden ze niet zo leuk, snap je!!" Dan draai ik me om en laat Shirley en Elise verbouwereerd achter. Ik draai me om naar Noël. " Bedankt," zegt hij en hij glimlacht.
" Voor wat?" Ik kijk hem aan. "Voor wat je zei," "Dat meen ik ook wat ik zei, ook nu nog," Hij blijft stil. "Wat wou je nou zeggen?" zeg ik na een tijdje. Voordat Noël iets kan zeggen komen de anderen terug. "Sorry, maar over een halfuur gaan de winkels dicht, en we moeten nog verder," zegt Marit. "O, eh… ik zie je morgen wel," zeg ik tegen Noël. Hij knikt en ik zwaai even naar Tom. "Tot morgen,"

We lopen naar de feestwinkel waar allerlei maskers te koop zijn. We lopen naar binnen en er rinkelt een bel. Niet veel later komt er een vrouw aan die ons helpt. "Waar zoeken jullie naar?" vraagt ze. "Wij hebben een gemaskerd bal bij ons op school, en we zijn op zoek naar een masker," zeg ik tegen haar "Jullie ook al? Er komen heel veel kinderen om een masker te kopen," zegt ze. "O ja, dat kan wel," " O," zegt ze glimlachend. " Nou, we hebben een masker voor het hele gezicht, alleen voor de ogen en alleen voor het bovenste van het hoofd," " O, dat zijn er wel erg veel," lacht Nina. " Ik denk dat jullie beter alleen een oogmasker kunnen nemen, want dan kunnen ze nog wel een beetje zien wie jullie zijn," zegt de vrouw vriendelijk. " Ja, dat lijkt me wel het handigst," zegt Marit. " Waar liggen ze?" " Daar," zegt Mevrouw de Vries, dat staat er op haar kaartje dat ze op heeft gespeld. We lopen er heen en we kijken welke er past bij onze kleren. " Moet je kijken," zegt Nina en ze houdt een lichtblauwe omhoog waar allerlei veren aan zitten. Hij bedekt toch bijna haar hele gezicht, maar dat vindt ze niet erg. "Die is mooi, die moet je nemen," zegt Marit tegen haar. Nina kijkt naar mij. Ik knik. "Ja, Marit heeft gelijk," Marit twijfelt nog voor haar eigen. Eigenlijk wou ze er geen die alleen haar ogen bedekte. Ze loopt toch nog even naar de maskers voor het hele gezicht. En daar vind ze het perfecte masker. Het was een wijnrode met zwarte kraaltjes erop. Ik twijfel nog, zou ik de witte nemen of de zilveren. Die witte heeft toch wel hele mooie kralen, maar loopt wel door tot over mijn voorhoofd. Die zilveren daarentegen, heeft geen kralen, maar glitters. Maar die bedekt alleen mijn ogen. " Nina, Marit, kom eens," roep ik door de winkel. " Ik weet niet welke ik moet kiezen. Welke vinden jullie het mooist?" vraag ik als ze naast me staan. " Die," zegt Marit en wijst naar de zilveren. " Die," zegt Nina tegenlijkertijd. Maar zij wijst naar de witte! " Ja, " zeg ik. " Daar schieten we nog niets mee op." " Waarom neem je ze niet allebei?" vraagt Marit. " Ze zijn in de uitverkoop, maar drie euro!" Na lang twijfelen, stem ik toch maar toe, zo duur is het nou ook weer niet. We stappen weer naar buiten en lopen naar de snackbar, waar onze fietsen staan. "Dan hoor ik een stem achter ons. "Hee Maggie, Marit en meisje die ik niet ken!" We draaien ons om. "Sam!" Nina kijkt ons raar aan. "O, sorry. Sam, dit is Nina. Nina, dit is Sam, van de bios," "Ho, ik ben niet zomaar een jongen van de bios. Ik ben DE jongen van de bios," Hij steekt zijn hand op. We schieten in de lach. "Oké, dan. Dit is Sam, DE jongen van de bios," "Hebben jullie honger? Ik trakteer," zegt Sam. "Dat aanbod kunnen we natuurlijk niet weigeren, of wel meiden," vraagt Marit. "Tuurlijk niet," "Kom maar mee dan," Hij slaat een arm om mijn schouders en sleurt ons naar binnen. "Waarmee kan ik jullie helpen, jongelui?" "Drie patatjes met en een patatje zonder voor dit lieve meisje hier," Ik geef hem een stomp, maar hij trekt me nog dichter tegen zich aan. "Ik kom het zo brengen," Nina en Marit hebben al een plaatsje gevonden, en Sam en ik lopen er heen. Opeens zie ik Noël zitten, samen met Tom. "O, haai," Noël kijkt Sam en mij aan en hij blikt niet al te vrolijk naar Sam. "O, Sam dit is Noël, Noël dit is Sam," "Aangenaam," Sam steekt zijn hand uit. "En hoe ken je het leukste meisje van de stad?" "Sam!" "Ik zit bij haar in de klas," zegt Noël en draait zich weer om naar Tom. Mijn gezicht betrekt. We gaan zitten. "Sam, dat had je niet moeten zeggen," fluister ik tegen hem. "Hoezo niet?" "Gewoon," Ik steek een frietje in mijn mond. Ik wil er verder niet meer over praten. Sam duwt tegen mijn arm. "Hee Mag, wat is er nou?" Ik schud mijn hoofd. "Niets, laat maar," Maar Sam houdt niet op met schudden. "Alsjeblieft?" "Ik vertel het je later nog wel," Ik stop nog een patatje in mond. " Oke, jij je zin," Ik kijk naar buiten. Als we klaar zijn met eten, lopen we met z'n vieren naar buiten. "Ik moet er weer vandoor," zegt Sam. "Ik heb nog iets te goed van je," Hij duwt me tegen mijn arm. Ik lach slapjes naar hem. "Is goed," Hij omhelst me en daarna zijn Marit en Nina aan de beurt. Hij loopt weg, terwijl hij nog een paar keer naar ons zwaait. "Zullen we naar jouw huis gaan?" vraag ik aan Nina. "Dan kunnen we even kijken welke kleren we allemaal hebben en welke accesoires we erbij kunnen dragen," "Is goed," Nina's moeder is mode ontwerpster en heeft altijd de allernieuwste accesoires in de kast liggen. We halen onze fiesten van het slot en rijden naar Nina's huis toe.

Nina's kamer trekt Marit haar kast open en haalt die helemaal leeg. Ze begint er in te graaien en even later doen Nina en ik ook mee met Marit. Op een gegeven moment, hou ik een witte spijkerbroek omhoog. "Hier Nina, deze moet je aandoen bij jou blauwe buiktruitje," zeg ik tegen haar terwijl ik haar de broek toegooi. "Ja, die is wel leuk," zegt ze. "Hier heb je mijn armbanden, en kettingen, en oorbellen," Ze gooit een plastic zakje naar mij. Ik vang hem en gooi die ook onderste boven op haar bed. Ik haal gelijk de zwarte armbanden omhoog die ik zoek. "Mag ik deze lenen?" vraag ik aan Nina, en ik hou ze omhoog. "Ja, tuurlijk. Heb jij die zilveren riem nog?" vraagt ze dan. "Je bedoelt die ene met die zilveren ringen die in elkaar zitten?" vraag ik. "Ja, die, mag ik die lenen?" " Ja, hoor. Ik geef hem je morgen wel," "Ik heb thuis ook nog wel een drie paar ballerina's staan, die mogen jullie wel lenen," zeg ik tegen Nina en Marit. "Ik weet iets veel leukers," zegt Marit. "Wat?" "Laten we allemaal van die glitterende schoenen met een hak aandoen. Dan kan jij lichtblauwe aandoen," zegt Marit tegen Nina. " Maar ik heb die helemaal niet!" zegt Nina, terwijl ze ons wanhopig aankijkt. "Ik ook niet," zeg ik jammerend. " Maar mijn moeder wel. Die heeft een hele kast vol met die schoenen," zegt Marit. Mijn gezicht klaart weer op. " Leuk, heb je dan voor mij zilveren schoenen ofzo? Want die passen goed bij mijn nep-diamantjes!"
" Ja, hoor, waarom niet!" We zijn zo bezig met het plannen van wat we aan zouden doen, dat we de tijd helemaal vergeten. Totdat Nina's moeder onder aan de trap roept dat het al halfzeven is. Marit en ik trekken snel onze eigen kleren aan en rennen de trap af. Marit struikelt bijna over de rugtas van Nina's vader, die op de onderste tree van de trap staat. "Rustig, meiden. Ik wil graag dat jullie nog wel heel thuis aankomen," zegt Nina's moeder geschrokken. "Is goed," zeggen we. "Doei Nina," roepen we tegelijkertijd tegen Nina. We omhelzen haar omstebeurt en rennen dan naar buiten. Snel fietsen we naar huis.

Ik word wakker en kijk op mijn wekker. Zeven uur! Ik hoef pas om halftwaalf op school te zijn. De eerste vier lessen vallen uit, omdat de vijfde klassers naar Berlijn zijn. Ik voel mijn ogen langzaam dichtvallen en ik val weer in slaap. De volgende keer dat ik op mijn wekker kijk is het halfelf. Mijn moeder is al naar haar werk. Ik heb het rijk voor mij alleen. Ik sla het dekbed van me af en strompel naar de badkamer. Ik doe de kraan open en plens een hand met koud water in mijn gezicht. Aaaah, wat is dat water koud. Ik ben gelijk helemaal wakker. Ik kijk in de spiegel. Ik zet de douche aan en gooi mijn kleren op de badrand. Dan stap ik onder de douche. Dat is heel wat anders dan het water uit de kraan. Als ik weer uit de douche kom, voel ik me al anders. Ik kijk op het wekkertje, tien voor elf. Ik trek mijn kleren aan en loop langzaam naar beneden. Ik pak het brood uit het keukenkastje en trek de deur van de koelkast open. Ham, nee. Kaas, nee. Meer is er niet. Dan toch maar kaas. Ik leg een plak kaas op mijn brood en loop naar de woonkamer. Ik zie mijn moeders briefje aan de deur. "Hai, ik ben naar mijn werk. Ik ben er om drie uur weer. Pak wat te eten en te drinken! Mam," Ik loop weer terug naar de keuken en schenk mezelf wat Optimel in. Dat is het enige wat ik nu naar binnen kan krijgen. Ik loop naar mijn kamer en druk de tv aan. Saai, saai, nog saaier. Ik zet hem op MTV en eet mijn brood op. Mijn mobiel gaat. Ik haal hem uit mijn broekzak en kijk op het schermpje wie het is. Ik druk op beantwoorden. "Heei Sam," "Hee Mag, wat ben je aan het doen?" "Eh…eten," "Leuk!" zegt Sam enthousiast. Ik schiet in de lach. "Wat ben jij aan het doen?" "Niets," "Heb je geen school?" "Nee, vandaag niet," "En morgen?" "Weet ik nog niet," "Hè?" Ik klink verbaast. "Ik zie wel waarneer ik naar school ga," "Wat zeggen je ouders ervan?" Het blijft even stil. "Sam?" "Ik heb geen moeder meer en mijn vader trekt zich toch niets van mij aan," "O," Ik weet even niets te zeggen. "Is hij vaak weg?" vraag ik hem dan. "Hmm," "Maar hoe redt jij je dan?" Hij lacht zonder vrolijkheid in zijn stem. "Ik ben er wel aan gewend. Ik eet bij vrienden of in de pizzaria tegenover ons huis," "En dan heeft je vader niets door?" "Niet dat ik weet," "O, Sam, het spijt me voor je," "Trek het je niet te veel aan," "Oke," Ik weet nu al dat dat niet gaat lukken. "Maar moet je niet naar school nu?" "O, ja. Kom anders een keer naar mij?" "Is goed, ik bel je vanmiddag wel," Sam's stem klinkt al wat vrolijker. "Enne…Maggie. Wil je niets tegen…," "O, nee, is goed. Ik spreek je vanmiddag wel oké?," "Is goed," Ik hang op en blijf een tijdje naar mijn mobiel staren. Hoe kan Sam zo leven? Ik kom weer in beweging en slinger mijn tas om. Ik pak mijn fiets en rij naar het bruggetje waar Nina en Marit wachten.

De hele weg naar school ben ik stil. Ik kan het verhaal van Sam maar niet uit mijn hoofd halen. "Maggie?" Ik schrik op uit mijn gedachten. "Ja?" "Ik vroeg net iets," zegt Maggie. "O, sorry, ik was er even niet bij met mijn hoofd," Ik beloof mezelf dat ik vanaf nu goed oplet wat ze zeggen, anders ben ik ze nog een uitleg verschuldigd.

De hele verdere dag kan ik me niet op de lessen concentreren. Ik ben er gewoon niet bij met mijn hoofd. De dag gaat als een waas voorbij. Zodra de laatste bel gaat ren ik naar buiten en fiets ik zo snel als ik kan naar mijn huis. Ik gooi mijn tas in de hoek van de kamer en pak mijn mobieltje. Ik toets het nummer van Sam in en wacht totdat hij opneemt. Na de tweede keer neemt Sam op. "Met Sam," "Haai, met mij," "Mag! Ben je nu al terug van school?" "Ja," Ik ben weer stil. "Hoe was het vandaag op school?" vraagt hij zacht. "Ik herinner het me niet eens meer, ik moest de hele tijd aan jouw verhaal denken," Sam zucht. "Maggie, dat moet je echt niet doen," "Ik kan er niets aan doen!" "Sorry dat ik je er mee heb belast," "Sam, dat is echt niet jouw schuld hoor. Echt niet. Dat moet je nooit denken!" "Ja, dat zegt iedereen," Ik blijf stil. "Heb je vandaag iets te doen?" "Nee," "Kom anders vanmiddag bij me langs," Het is stil aan de andere kant. "Eh…," "Anders kom ik wel bij jou," "Nee!" reageert Sam heftig. "Ik kom wel bij jou," Ik schrik van zijn stem. "Oké. Ik woon tegenover het postkantoor. Weet je waar dat is?" "Ik ken de hele stad uit mijn hoofd," Hij lacht, alweer zonder vrolijkheid. "Zie ik je zo?" "Ja, is goed," Voordat ik nog iets kan zeggen, heeft Sam al opgehangen. Ik zucht. Zo kan iemand toch niet leven?

Tien minuten later gaat de deurbel. Ik schrik op en ren naar beneden. Ik open de deur en zie Sam tegen de deurpost hangen. "Hee, kom binnen," Sam stapt naar binnen en ritst zijn jas open. Ik lach voorzichtig naar hem. Sam reageert niet, maar hangt zijn jas op en blijft naar de grond staren. Ik leg mijn hand op zijn arm en Sam schrikt op. " Wil je iets drinken?" Hij kijkt me in mijn ogen en ik voel zijn verdriet. Hij knikt. We lopen naar de keuken toe en ik pak een glas. "Wat wil je?" "Doe maar iets," Zijn stem klinkt neerslachtig. Ik schenk wat te drinken in en zet het voor hem neer. Ik ga bij hem aan tafel zitten. Hij heeft zijn drinken in een slok op en zet het glas met een klap op tafel. Ik schrik. "Ik snap gewoon niet dat hij het niet in de gaten heeft!" begint Sam te roepen. Ik verschuif een beetje met mijn stoel. "Ik begrijp het gewoon niet. Hoe kan iemand nou vergeten dat die een zoon heeft!" "Hij is je echt niet vergeten hoor," probeer ik zacht. "O, nee, daar lijkt het anders wel op!" Hij gaat op zijn armen liggen. Ik leg mijn hand op zijn rug. Hij gaat gelijk weer rechtop zitten en ik trek mijn arm terug. "Sinds mijn moeder weg is, is hij zo bezig. Hij gaat 's ochtends naar zijn werk, zonder mij iets te zeggen. Komt 's avonds pas laat thuis, gaat eten en gaat gelijk daarna naar zijn werkkamer," Sam staart nog steeds naar de tafel. "Sam?" Hij draait zijn gezicht naar mij toe en ik zie de tranen in zijn ogen staan. "Dat doet hij echt niet om jouw hoor. Dat moet je nooit denken," Mijn stem klinkt zacht. Sam schudt zijn hoofd en slikt even. "Om wie doet hij het dan? Hij heeft niemand anders," "Hij mist gewoon je moeder. Je zei toch dat het toen begon? En het is waar wat je zegt, hij heeft niemand anders dan jouw. Heb je wel eens met hem gepraat?" Hij schudt zijn hoofd. "Hij luistert toch niet," "Waarom zou hij zich opsluiten in zijn werkkamer denk je?" "Om van mij af te zijn?" Sam slikt nog een keer. "Nee tuurlijk niet. Jij bent zijn enige zoon. Hij is je vader. Denk je dat hij het leuk vindt dat zijn enige zoon elke avond tegen een huilende vader aan moet zitten te kijken?" Dit wordt Sam te veel. "Hee," Ik leg mijn hand op zijn hand, en knijp er zachtjes in. "Denk je dat ik haar niet mis?" "Tuurlijk mis je haar. Dat is toch normaal?" Sam kijkt in mijn ogen. Ik sla mijn armen om hem heen. "Jongens mogen best huilen hoor," zeg ik tegen hem. Als Sam wat is gekalmeerd, gaat hij weer goed zitten. "Dit was heel genant," Er breekt een klein lachje door op zijn gezicht. "Nee, hoor. En volg mijn tip op en ga een keer met je vader praten," Ik zie zijn gezicht. "En deze week nog, alsjeblieft!" Hij lacht. Ik laat hem uit. "Doen hè!" "Ja, is goed. Enne……bedankt," Als antwoord lach ik even naar hem. Hij zwaait en fietst weg.

De school is uit. Als ik op school naar mijn kluisje wil lopen gaat mijn mobiel plotseling af. Ik haal hem uit mijn broekzak en zie dat het Sam is. Ik neem op. "Hee, Sam," "Ik kan het niet," Ik ben verbaast. "Wat niet?" "Met mijn vader praten. Ik kan het echt niet," "Hoezo niet?" " Ik……weet het niet, Maggie," Hij klinkt in de war. Ik kijk op mijn horloge. "Ben je nu thuis?" "Eh..ja," "Waar woon je?" "Maar Maggie…," "Sam, waar woon je?" Hij slaakt een zucht. "In de Ofslingerstraat," "Ik vraag wel waar dat is. Over een kwartiertje ben ik bij je," Voordat Sam kan protesteren hang ik op. "Ik moet zo even naar Sam," zeg ik tegen Marit. "Hoezo dat nou weer?" "Kan ik nu niet uitleggen, Marit," "Oké," Marit klinkt verbaast. "Hij heeft problemen," leg ik uit. "O, dan zie ik je morgen wel," Ik lach naar haar. "Dankje, ik bel je vanmiddag wel," Ik trek mijn jas uit mijn kluisje en loop snel naar buiten. Ik zwaai nog even naar Marit en zoek dan mijn fiets op. 's Ochtends doen ze alleen de 4 achterste rekken open, zodat het hartstikke druk is. Ik draai me om en bots bijna tegen Noël aan. We blijven even stil staan. "Haai," zeg ik uiteindelijk. "Haai," We zijn weer stil. Ik wijs naar achteren. "Ik moet…eh," "Ja, ik ook," We lachen even naar elkaar en dan draait Noël zich om. Ik laat mijn adem ontsnappen. Ik haal snel mijn sleuteltje uit mijn broekzak en haal mijn fiets van het slot. Dan fiets ik naar de Dorpsstraat. Daar aangekomen spreek ik de eerste de beste voorbijganger aan. Het is een oud dametje met een vriendelijk gezicht. "Mevrouw, mag ik u iets vragen," "Ja hoor, mijn kind," "Weet u misschien waar de Ofslingerstraat is?" "De Ofslingerstraat, moet je daar echt heen, mijn kind?" Ik ben een beetje verbaasd. "Ja, mevrouw, waarom dan?" "Je kunt daar beter niet komen," "O. Maar ik moet er echt heen," "Oké dan, je moet hier zodadelijk gelijk linksaf slaan, dan met de weg mee, en de derde straat rechts. Veel succes, mijn kind," De mevrouw loopt weer door. Raar, denk ik bij mezelf. Ik haal mijn schouders op en fiets naar de Ofslingerstraat. Naarmate ik dichterbij kom, wordt het steeds stiller op straat. De huizen worden steeds ouder en minder goed onderhouden. De vuilniszakken staan voor de deur en de planten overwoekeren de tuin en het huis. Nu snap ik wat die mevrouw bedoelde. Vlak voor mee zie ik twee jongetjes van een jaar of vijf op de stoep zitten die met een uitgemergelde hond spelen. De kinderen hebben vuile kleren aan. Als ik langskom fietsen kijken ze vrolijk op. Een jongetje komt langzaam overeind en waggelt naar me toe. "Hallo," zegt hij vrolijk. "Wie ben jij?" "Ik ben Maggie en jij?" Ik stop. "Wat doe je hier?" Het jongetje lacht en ik zie dat zijn twee voortanden missen. "Ik zoek iemand," "Wie dan?" "Sam, ken je die?" Het jongetje springt vrolijk op en neer. "Sam, Sam," Hij wijst met zijn vingertje naar de overkant. "Hij is heel lief voor mij," Ik lach naar hem. "Ben jij zijn vriendinnetje?" "Ja, zoiets, maar ik moet nu naar Sam, oké?" "Kom je nog een andere keer?" "Misschien wel," Ik aai hem over zijn hoofdje, maar hij grijpt mijn hand en drukt zijn mond er op. "Een kus," Hij lacht vrolijk, draait zich om en gaat weer met het hondje en zijn broertje of vriendje spelen. Ik stap van mijn fiets af en zet hem tegen het hek van het huis tegenover de jongetjes. Het hek gaat vanzelf open en ik loop naar binnen. Er zitten gordijnen voor het raam, zodat ik niet naar binnen kan kijken. Ik wist helemaal niet dat de Ofslingerstraat bestond! Of dit hele deel, aan de rand van de stad. Ik klop voorzichtig op de voordeur. Na een tijdje opent Sam de deur. Hij kijkt naar zijn voeten. "Haai," zeg ik. "Haai, kom maar binnen," Hij houdt de deur iets verder open. Ik hang mijn jas over de stoelleuning en kijk om me heen. Ik sta gelijk in de woonkamer. Het behang is grijs en aan de onderkant rafelt het behang. Er staan drie stoelen en een kleine tv. Ik loop iets verder en zie een kleine keuken, met de vaat nog in de wasbak. Mijn blik gaat naar Sam. Hij staat nog steeds in de deuropening. "Nou, hier woon ik dus," Ik knik en ik weet zo gauw niet wat ik tegen hem moet zeggen. "Waarom belde je net?" vraag ik daarom maar. Hij wrijft met zijn hand door zijn haar. "Eh…ik kan het niet tegen mijn vader zeggen," "Hoezo niet, durf je niet? Ben je bang voor zijn commentaar," Sam knikt. "Hoe erg kan het zijn dan?" "Ik weet het niet, daarom juist," Ik loop naar hem toe. "Als je het niet een keer hebt geprobeerd weet je het nooit," Ik glimlach naar hem. "Ja," "Waarneer komt hij thuis?" "Eh… hij heeft net gebeld dat hij eerder komt, maar hij zal wel naar zijn werkkamer gaan," Hij haalt zijn schouders op. "Spreek hem dan een keer gewoon aan, voordat hij naar binnen gaat," "Mm," "Wat ga je zeggen?" We zijn intussen naar de stoelen gelopen en Sam ploft neer op de ene. Ik ga iets rustiger zitten op de andere. Sam geeft geen antwoord. "Nog niet over nagedacht?" Hij schudt zijn hoofd. "Wat ga je doen dan als je hem spreekt?" "Ik weet het niet……ik ben niet zo goed in dat soort dingen," geeft hij verlegen toe. "Dat maakt helemaal niet uit. Daarom ben ik hier om je te helpen," Hij kijkt me aan en er verschijnt een glimlach op zijn gezicht. "Heb je pen en papier?" vraag ik hem. Hij springt gelijk op en even later komt hij terug met pen en papier en geeft ze aan mij. "Waar wil je het over hebben met je vader?" "Waarom hij mij aan mijn lot overlaat," antwoordt Sam direct. Ik schrijf het op. "Is dat alles?" Sam schudt zijn hoofd. "Wat dan nog meer?" Sam antwoord niet. Ik ga naast hem op de leuning zitten, en leg mijn hand op zijn schouder. "Sam?" vraag ik zachtjes. "Wat wil je nog meer zeggen?" "Waarom hij nooit over mijn moeder praat. Het lijkt wel of hij haar is vergeten ofzoiets. Het lijkt alsof het hem helemaal niet kan schelen dat ze er niet meer is," "Het kan me wel schelen," horen we ineens een donkere stem zeggen. We schrikken op en ik zie een man in de deuropening staan. Hij heeft dezelfde krullen als Sam en ook zijn ogen zijn hetzelfde. Sam staat op. "Waarom praat je nooit met mij?" Sams vader geeft geen antwoord. "Ben je soms vergeten dat ik besta?" "Nee, natuurlijk niet!" Ik pak snel mijn jas en knijp even zacht in Sams hand. Dan glip ik achter Sams vader de deur uit en haal mijn fiets van het slot. Dat gaat wel goed. Ik zie de twee jongetjes nog steeds op straat spelen. Ik zet mijn fiets voor het hek en ik loop naar de jongetjes toe. Het jongetje met het bruine haar komt gelijk naar me toe gewaggeld. "Je bent er weer! Kom je me ons spelen?" Hij pakt mijn hand en trekt me mee. "Dit is Cas," "Hallo Cas," Ik hurk bij hem neer. "Hallo," hij kijkt me aan. Na een tijdje breekt er een glimlach door op zijn gezicht. "Niemand komt met ons spelen, jij wel. Ik vind jou lief," "En wie ben jij dan?" Ik kijk naar het jongetje dat mij hierheen heeft gesleept. "Ik ben Timo, en ik ben vijf jaar. Cas is vier," Hij houdt vijf vingers omhoog en ik lach. "Wat zijn jullie aan het doen?" "Niets, eigenlijk," zegt Timo. "En als ik nou eens ga tellen, dan gaan jullie je verstoppen. Ik kom jullie over 20 tellen zoeken, oké?" Timo en Cas springen vrolijk op en rennen weg. Ik draai me om en begin tot 20 te tellen. "…19…20! Ik kom!" Ik kijk om me heen, maar zie niemand. Ik begin me onder de eerste auto's te kijken. Daar zitten ze niet. Ik zie iets roods achter de struikjes aan het einde van de straat. Ik sluip langzaam dichterbij. Ik duw de struikjes naar beneden en zie Cas op de grond liggen. "Wie zie ik daar?" Cas springt met een gilletje overeind en ik pak hem vast. "Ik heb je gevonden!" We lachen en ik zet Cas weer neer. "Help je me mee om Timo te zoeken?" Cas knikt en ik pak zijn hand vast. "Zie jij als iets?" Cas schudt zijn hoofd. "Spelen Timo en jij wel vaker samen," "Ja, er is niemand anders hier, alleen Sam. Die speelt soms wel mee hoor," Cas kijkt me aan. "Maar we zitten bijna alleen maar met Galion te spelen," "Galion?" "Galion is een hele lieve hond, maar hij kan ons niet zo zoeken, zoals jij nu doet," Ik ben even stil. "Gaan jullie nooit bij vriendjes spelen?" Cas schudt zijn hoofd. "Mamma vindt dat niet goed, en ze mogen ook niet hier komen. Dat willen de mamma's van mijn vriendjes niet," "Dus je bent alleen maar hier, na school?" Cas knikt weer. Opeens trekt hij zijn hand los uit de mijne en rent naar het schuurtje. "Maggie! Hier zit Timo! Ik zag hem!" Ik ren naar hem toe en zie inderdaad dat Timo zich achter het schuurtje verschuild. Ik grijp hem rond zijn middel. "Zo, wat was jij goed verstopt! Cas en ik konden je helemaal niet vinden!" Timo grijnst. "Goed van mij, hè!" Ik knik, lachend om het enthousiasme van de twee kinderen. Het is toch niet goed dat ze alleen maar hier in deze buurt opgroeien? Dan krijg ik een idee. "Timo en Cas, ik zou wel willen weten waar jullie wonen," Timo rent gelijk vooruit naar het tweede huis aan het begin van de straat. Cas blijft echter stilstaan. "Kom je ook, Cas?" Hij schudt zijn hoofd. "Mijn moeder wil niet dat er andere mensen met mij mee naar binnen gaan," "Kom maar, dan gaan we eerst naar Timo," Ik steek mijn hand uit naar hem. Samen lopen we achter de vrolijk huppelende Timo aan. Hij springt op en neer voor de deur. "Ik kan niet bij de bel!" Ik buig over hem heen en druk op de bel. Er wordt opengedaan door een jonge vrouw, met een baby op haar armen. "Hallo mamma," zegt Timo vrolijk. "Haai jongen, wie heb je nu weer meegebracht?" Ze lacht vriendelijk naar me. "Dit is Maggie, Sams vriendinnetje," Ik lach. "Aah," "Maggie wou ons huis graag zien, mag dat?" "Ja hoor, kom maar binnen," Timo stormt gelijk naar binnen, maar Cas blijft verlegen bij de deur staan. Ik ga op mijn hurken voor hem zitten. "Wat is er Cas?" "Ik durf niet naar binnen," zegt hij zacht. "Wil je samen met mij?" Cas knikt. Ik til hem op en hij leunt tegen me aan. Timo's moeder houdt de deur voor me open. "Haai, ik ben dus Timo's moeder, Naomi," "Hallo mevrouw," Ze schiet in de lach. "Zeg maar gewoon Naomi, zoveel ouder ben ik nou ook weer niet," Ik loop naar binnen, en zet Cas op de grond. "Willen jullie iets drinken?" "Jaah," roept Timo. "Nee dankje," zeg ik. "Wil jij ook wat drinken, Cas?" Hij knikt zachtjes. "Ik help wel even," Ik sta op en loop achter Naomi aan naar de keuken. Ik kijk naar het baby'tje op haar arm. "En wie is dit dan?" Het baby'tje lacht vrolijk. "Dit is Romy, je mag haar wel even vasthouden als je wilt," Ik neem Romy van Naomi over en neem haar mee naar de bank. Cas komt snel weer naar me toe als hij ziet dat ik terug ben. "Haai Cas, wil je niet met Timo spelen," Hij schudt zijn hoofd. "Kom maar even bij mij zitten dan, wil je dat wel," Cas knikt en klimt naast me op de bank. "Kijk, dit is Romy," Cas pakt Romy's kleine handje vast en ze lachen allebij. "Kijk eens," Naomi komt binnen met twee glazen. "Timo, kom je even," Timo komt aanrennen. "Mamma, mag Maggie een keer komen spelen?" Ik schiet in de lach, maar Naomi's gezicht betrekt. "Sorry, lieverd, er kan echt niemand bij nu, ik heb het al druk genoeg met Romy en jou," Ik zie Timo's gezicht. "Timo kan wel een keer bij mij komen," stel ik voor. Naomi kijkt me opgelucht aan. "Als dat kan," Timo springt op en rent naar me toe. "Jaa, bij Maggie spelen!" Ik lach naar hem. "Als je wilt kan ik ook wel even op Romy passen, dan heeft u wat tijd voor uzelf," "Afgesproken," "Cas? Wil je dan ook komen spelen," Ik kijk naar Cas, die nu stil zijn drinken opdrinkt. "Dat mag niet van mamma," Ik kijk Naomi aan. "Ik wil wel even met haar gaan praten," Cas kijkt haar ineens opgetogen aan. "Echt?" Naomi knikt. "Ik zeg wel dat Maggie al veel ervaring heeft met jouw, en dat ik Timo en Romy ook aan haar kan overlaten. Als ze dat al kan, kan ze jouw al helemaal aan," Er verschijnt een lach op Cas' gezicht en hij slaat zijn armpjes om mij heen. Ik kijk op mijn horloge. "Ik moet gaan, bedankt voor de gastvrijheid," zeg ik tegen Naomi. "We spreken wel een keer af, oké? Heel snel. Dan mogen jullie bij mij komen spelen. Ik vraag wel of mijn vriendinnen ook willen komen, dat kunnen we heel vaak verstoppertje spelen. Is dat goed?" Timo en Cas knikken. Ik aai over hun hoofd en schrijf mijn nummer op voor Naomi. Ik geef Romy een kusje en geef haar dan weer aan Naomi. Cas loopt met me mee naar buiten. "Tot ziens," "Doeg," hoor ik Naomi zeggen. Ik open de voordeur Cas lopen onder mijn arm door. "Cas Theunissen, waar ben jij geweest," We worden opgeschrikt door een vrouw die aankomt stormen. Cas gaat snel achter me staan en omarmt mijn benen. "Bent u Cas' moeder?" "Inderdaad, en wie ben jij?" "Ik ben Maggie," Ik steek mijn hand uit, maar die schud ze niet. "Cas en ik zijn even bij Timo en Romy op bezoek geweest, of niet jongens," "CAS! Moet je dat niet eerst aan mij vragen?" Ik kijk naar Cas. "Ja, mamma, ik zal het nooit meer doen," Zijn onderlip begint te trillen. "En dat is je geraden ook!" Ik kijk vol verbazen naar de vrouw die tegen haar vierjarige zoontje staat te schreeuwen. "Mevrouw, het was mijn schuld, niet die van Cas," probeer ik voor Cas op te komen. Cas' moeder kijkt me vuil aan. "En hoe komt het dat je denkt dat je dat recht hebt," Ik heb hier zo snel geen antwoord op. "Eh…omdat Timo de enige is waarmee hij kan spelen? Omdat u hem niet met andere kinderen laat spelen?" "Hoe weet jij dat nou weer?" "Dat heb ik aan hem gevraagd," Cas' moeder stapt dichterbij en trekt Cas achter mij vandaan. "Heb ik jouw niet gezegd dat je niets tegen vreemden moet zeggen?" sist ze woedend tegen Cas, die nu tranen met tuiten huilt. "Auw, mamma, auw," Hij houdt zich vast aan mijn benen, maar zijn moeder trekt door. "Mevrouw!" zeg ik en ik pak Cas zijn handjes vast. Ik hurk op de grond en Cas drukt zich tegen mij aan. Ik sla een arm om hem heen. "Cas moet nog veel leren, hij is nog jong, maar als u zo tegen hem tekeergaat leert hij het nooit! Hij wordt alleen maar bang. Bang dat u tegen hem gaat schreeuwen!" Zijn moeder blijft stil, maar Cas blijft doorsnikken. "Sst, stil maar," Ik neem zijn gezichtje in mijn handen en kijk hem aan. "Stil maar," Het huilen wordt iets minder. Opeens gaat de deur achter ons open en ik zie dat Naomi in de deuropening staat. "Paula! Wat doe jij nou hier?" Naomi is té vriendelijk tegen Cas' moeder, maar die heeft dat niet door. "Naomi, ik kom Cas ophalen," Ineens is Cas' moeder veranderd. Naomi kijkt naar mij. "Ik zie dat je al kennis hebt gemaakt met mijn nieuwe oppas?" Ik lach dankbaar naar haar. "Nieuwe oppas? Voor Timo en Romy?"
"Inderdaad," Ze wordt door iedereen aanbevolen," "Zij?" Naomi knikt. Ik kijk nog een keer naar Cas, die bang naar zijn eigen moeder kijkt. "Gaat het weer een beetje, Cas?" vraag ik fluisterend. Cas knikt. Ik ga weer staan. "Heeft u nog een oppas nodig voor Cas?" vraag ik zo lief als ik kan. "Ik?" "Ja, Paula, heb je ook eens wat tijd voor jezelf," Ik zie dat Cas' moeder twijfelt. "Dan kan Cas ook met andere kinderen omgaan," probeert Naomi nog. "Nou…, oké dan, ik zal het een keertje aanzien," Ik weet waarom, maar Paula luistert naar Naomi en ik kijk haar dankbaar lachend aan. Dankje, vormen mijn lippen naar haar. Geen dank, vormen haar lippen terug. Ik omhels Cas even en til hem dan op. Ik loop het trapje af totdat ik naast zijn moeder sta. "Hij heeft het er echt moeilijk mee," fluister ik haar nog even toe. Ik zet Cas neer naast zijn moeder. "Je moeder belt mij wel, oké? En dan gaan we zo vaak verstoppertje spelen als je wilt," Hij knikt. Zijn moeder steekt haar hand naar hem uit en na even twijfelen pakt Cas die vast. Zijn moeder glimlacht naar me en ik glimlach terug. "Doei Cas," Ik zwaai even naar hem. "Doei," zegt hij zachtjes. Ik haal mijn fiets van het slot en stap op. Paula en Cas lopen samen naar binnen en ik zwaai even naar hun. Opeens hoor ik iemand mijn naam roepen. Ik kijk achterom en zie dat het Sam is. Hij hangt uit zijn raam. "Wacht even," Hij rent naar beneden en rukt de deur open. Hij rent naar me toe en slaat zijn armen om me heen. Ik verlies bijna mijn evenwicht en lach. "Wat is er?" "Het heeft gewerkt, dankzij jouw!" "Helemaal niet, je hebt het helemaal zelf gedaan," Hij laat dat even inwerken. "Maar niet zonder jouw hulp," "Wat hebben jullie afgesproken?" "Dat hij eerder naar huis komt en dat we meer dingen samen doen," "Geweldig," Ik duw hem tegen zijn arm. "Maar ik moet nu wel naar huis," "Wat heb je al die tijd staan doen, toch niet op mij staan wachten?" "Tuurlijk niet, ik heb met Cas en Timo gespeeld, met Naomi gepraat, Romy vastgehouden en Cas' moeder overgehaald zodat ik op Cas kan oppassen," Ik tel de dingen af op mijn vingers. "Zo, heb je Paula overgehaald. Hoe heb je dat in hemelsnaam gedaan?" Hij kijkt me aan. "Tja, daar heb ik zo mijn manieren voor," Ik lach. "Maar nu ga ik echt," Hij geeft me een kus op mijn wang. "Ik mag blij zijn met een vriendin zoals jij," zegt hij nog, voordat het naar binnen loopt. Ik lach en fiets naar huis…

Lees ook deel 4...

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 22 bezoekers online