Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

Pirate & Princess
"Hou je evenwicht, meiske, goedzo!" schreeuwde kapitein James Mortan. Hij keek naar zijn 15-jarige dochter Nina, die aan het zwaardvechten was met een van zijn bemanningsleden. Nina gooide haar lange zwarte hare uit haar gezicht en concentreerde zich weer op het gevecht. Ze keek hem diep in zijn ogen. Als ze nu snel van links zou uitvallen.. Dat zou hij niet verwachten! Ze stapte naar voren en stak naar links. Haar tegenstander schreeuwde en viel neer. Snel stapte Nina op zijn zwaard. "Goedzo, meiske!" brulde haar vader boven het gejuich van de bemanningsleden uit. "Ik wist dat je 't in je had!" Nina lachte en stak haar zwaard in haar riem. Toen liep ze haar hut binnen. Ze kamde haar haren voor de spiegel. Ze had zwart stijl haar tot op haar middel, een bleke huid en grijze ogen en bloedroze lippen. Ze werd vaak Sneeuwwitje genoemd op het schip. Ze was het enige meisje op het schip en ook de enigste die zich waste. De rest stonk als de tërìng, maar dat was ze inmiddels gewend. Ze liep het dek op en klom in het kraaiennest. Dat was haar lievelingsplekje; zo hoog, in de wind. Haar haren woeien achter haar aan. Ze sloot haar ogen en spreide haar armen.

Elizabeth St. Rose zat op het bankje een boek te lezen. Haar vele jurken lagen gespreid over het bankje. Haar krullen waren opgestoken en het zonnetje bescheen haar grote huis. Elizabeth sloeg het boekje dicht en leunde genietend achterover. Dit soort dagen waren de heerlijkste van haar leven; rustig, mooi weer, fluitende vogels. "Miss Elizabeth?" vroeg iemand. Elizabeth keek om. Juilliet, het dienstmeisje stond naast haar. "Miss Elizabeth, uw vader heeft naar u gevraagd" zei ze. "Dankje, Juilliet" zei Elizabeth, en ze liep langs haar heen. De gigantische gang van haar huis bestond voor een groot deel uit wit marmer. Vele kroonluchters hingen aan het plafond en het hele plafond was beschilderd als de hemel, met engeltjes die op harpen speelden. De muur hing vol met schilderijen van de haar voorouders. Elizabeth ging de deur binnen waar haar vader en moeder in hun lievelingsstoelen zaten. Haar moeder was een knappe vrouw van nog maar 34 jaar. Ze zat keurig rechtop en had een gepoederde pruik op en een tikje arrogant gezicht. Haar vader was ouder, bijna 50 jaar. Hij had een beetje een buikje en droeg ook een pruik. "U heeft naar mij gevraagd, vader?" vroeg Elizabeth. Haar vader nam een slokje thee en knikte. "Wij, je moeder en ik, gaan binnekort een tijdje weg" zei haar vader. "Dat betekent dat jij en Elena een tijdje alleen zijn." Elena was Elizabeth's zus, zij was 17. "Waar gaat u heen vader?" vroeg Elizabeth. "We gaan naar London" zei haar vader. Elizabeth's ogen werden groot. "Maar vader.. Dat is zo ver weg!" stamelde ze. "Het spijt ons, schat, maar het moet nu eenmaal" zei haar vader. Elizabeth knikte. "Wanneer gaat u?" vroeg ze. "Overmorgen gaan we. Jullie blijven hier met de dienstmeisjes en met de tuinieren" zei vader. "Hoe lang blijft u weg?" vroeg Elizabeth. "Niet heel lang. Een week, schat ik" zei vader. "Dat lukt wel" zei Elizabeth. "Dag vader, dag moeder" zei ze. "Dag lieverd" zeiden ze. "Nina, wakker worden!" Nina deed slaperig haar ogen open. "Wiesdaar!?" vroeg ze slaapdronken. "Jordan, vooruit, schiet op!" Jordan was na Nina de jongste op het schip, hij was 18. Hij was Nina's beste vriend. "Wat moet je?" vroeg Nina. "Ik moet je wat laten zien" zei Jordan. Hij had bruine krullen en bruine ogen en had een fakkel bij zich. Nina stond op en liep achter hem aan. Ze gingen door de bemanningsslaapzaal waar de piraten hard snurkten. Jordan keek of er niemand op het schip was. Twee piraten zaten te fluisteren in het kraaiennest. "Hoe komen we langs ze heen?" fluisterde Nina. "Ik heb een idee" zei Jordan. Hij pakte een steen uit zijn zàk en smeet die hard aan de andere kant van het schip in het water. "Wat was dat?" hoorden ze boven. De piraten hingen over de zijkant van het kraaiennest met hun rug naar Nina en Jordan toe. "Nu!" fluisterde Jordan. Hij sloop snel het dek over met Nina achter zich aan en opende het luik dat toegang gaf tot de rumkelder. "Hier?" vroeg Nina. "Schiet op!" zei Jordan. Nina klom snel naar beneden en Jordan sloot het luik boven hun. "Waar heen?" vroeg Nina. "Hier ergens.." mompelde Jordan. Hij bescheen de muur met zijn fakkel en vond een deur. Hij opende de deur. Nina's mond viel open. Desirée Pouloin, een Frans meisje dat ze ongeveer een maand geleden had ontmoet aan de kust van Frankrijk, lag daar op de grond in een bundel dekens. Desirée was ook een piratendochter en Nina wist nog goed hoe Jordan en Desirée verliefd op elkaar werden, en hoe moeilijk Jordan het vond om haar achter te laten. Desirée had een broer, Pierre, en haar vader had alleen aandacht voor hem. Desirée zelf wou dus ook niets liever. Maar Nina's vader vond haar niet geschikt om haar mee te nemen op zijn schip, the Capitch, en verbood Jordan om haar mee te nemen. "Heb je haar hier de hele maand opgesloten gehouden..?" bracht Nina uit. Jordan keek beschamend. "Ik kon niet anders" zei hij. "Ik kon haar niet achter laten!" Nina keek hem boos aan. "Wat wil je zeggen als mijn vader hier achter komt? Hij laat jullie allebei gegarandeerd van de plank lopen! Ze moet hier weg, en snel!" zei Nina. Desirée stond op. Ze had rode krullen, sproeten en groene ogen. "Alsjeblieft, Niena, zek alsjeblieft nieks teken jou vader!" smeekte ze. "Jordan en iek 'ebben al een plan!" Nina keek haar aan. "Wat is dat plan dan?" vroeg ze. "Jordan 'oorde toevalliek dat jullie morken aanmieren ien een dorpje ien Engeland. Daar kaan wij van boord." "Nee!" riep Nina. "Jordan, jullie kunnen niet gaan!" Jordan keek naar zijn voeten. "Ik wil haar niet achterlaten. Ik wil ook niet dat we van de plank gaan. Ik wil bij haar zijn, en toch een goed leven kunnen hebben. Dat kan niet op dit schip." Nina kreeg tranen in haar ogen. "Maar wie moet mijn vriend dan zijn?" fluisterde ze. "Het spijt me, Nina" zei Jordan. "Wij 'óefen 'aar niet akter te laten!" zei Desirée plotseling. "Wij kunnen 'aar meenemen!" Nina schudde haar hoofd. "Mijn leven is hier, op het schip. Sorry Desirée. Sorry Jordan." Jordan keek haar verdrietig aan. "Het spijt me echt, Nina" zei hij. "Ik zal je echt missen." "Ik jou ook." zei Nina. "Wanneer ga je van boord?" vroeg ze. "Ik wacht tot we allemaal van boordt af zijn. Dan ga ik terug, voor Desirée, en dan gaan we ergens dieper het dorp in." "Ik help jullie" zei Nina. Jordan glimlachte. "Dat wist ik wel." Elizabeth stapte in bed. Morgenochtend vroeg zouden haar ouders weg gaan. Wat zou ze ze missen! Elena was verloofd met de zoon van een rijke koopman en ze waren dag in, dag uit bij elkaar. Ze was dus vaak alleen. Vader en moeder wouden dat ze naar een privé school ging, alleen voor de rijke kinderen. Maar die kinderen daar waren allemaal hetzelfde. Elizabeth was het buitenbeentje, omdat ze niet zo was als anderen. Zij wilde avontuur hebben, ze wilde naar een gewone school, helpen in de tuin en met het eten, en het allerliefste wilde ze de zee op. Dat vonden de andere kinderen maar raar. Daarom mochten ze haar niet. Haar ouders in Londen, haar zus bij haar verloofde en ze had geen vrienden. Oh, hóe in Godsnaam moest ze die saaie week doorbrengen?

"We zullen je missen, Elizabeth" zei Elizabeth's moeder. Ze kuste haar op haar wang. "Dag, moeder" zei Elizabeth. "We hebben gisteravond al afscheid genomen van Elena" zei vader. "Was ze hier dan?" vroeg Elizabeth. "Ja, maar toen lag jij al op bed" zei haar vader. Elizabeth voelde zich boos. Elena was niet eens even langs gekomen om dag te zeggen! Nu zou ze Elena ook een tijd niet zien, die zat alleen bij die halvegare op zijn landgoed. Haar vader omhelsde haar. "Pas goed op jezelf. Doe geem domme dingen en kom niet van het erf af. Begrepen?" "Ja vader, fijne reis" zei Elizabeth. Ze kreeg nog een kus van haar moeder en toen liepen ze naar buiten. Edward, de koetsier, had de koffers al op het dak gebonden. Bernard stond achterop de koets en hield de koffers in de gaten. Edward zat al op de koets. Bernard hielp haar moeder instappen. Haar vader stapte zelf in en Bernard klom achterop de koets. Elizabeth zwaaide haar ouders uit tot de koets om de hoek verdween.

Nina voelde zich triest. Nu Jordan weg was had ze niemand meer op het schip. Wat zou het saai worden! Maar meegaan kon ze ook niet. Jordan en Desirée waren verliefd; ze wouden in het dorp een nieuw leven beginnen, en daar konden ze Nina niet bij gebruiken. Bovendien zou ze het leven op zee te veel missen. Ze zuchtte en ging bij haar vader staan. Hij stond voor op de boot uit te kijken naar het land dat steeds dichterbij kwam. "Hoe lang blijven we op dat land, pa?" vroeg ze. "Geen idee. Dat zien we wel." was het korte antwoordt. Nina zweeg even. "Jordan doet de laatste tijd een beetje raar, vind je ook niet?" vroeg haar vader. Nina keek weg. Haar vader ziet het altijd als iemand liegt. "Ik heb niks gemerkt" zei ze. "Hij gaat vaak weg en komt na uren pas weer terug. Ik weet niet waar hij heen gaat. Hij is ook stil en afstandelijker en lijkt vermoeit. Ik dacht dat jij misschien wist wat er met hem is?" "Ik denk dat hij Desirée mist" zei Nina. "Al was hij gestorven van een gebroken hart, ik wil dat meisje niet op mijn schip. Stel je voor: een Franse piratendochter, op míjn schip! Het idee alleen is lachwekkend." Nina voelde zich ongemakkelijk. "Geen uitschot op mijn schip. Niemand die het erop brengt. Anders kunnen ze kennismaken met de plank" lachtte haar vader. Nina lachtte ook, maar als een boer met kiespijn. Elizabeth ging Juilliet zoeken. Ze kwam Coraline, het dienstmeisje tegen. "Coraline, heb jij Juilliet gezien?" vroeg ze. "Nee, miss" zei Coraline. "Ik kan haar wel zoeken voor u als u wilt?" vroeg ze. "Nee, bedankt" zei Elizabeth. "Ik moet toch wat te doen hebben." "Fijne dag, miss" zei Coraline. "Jij ook" zei Elizabeth. Ze liep de tuin in. Oh, wat zou ze graag een vriendin hebben! Plotseling kreeg ze en idee. Ze snelde naar boven haar kamer in en deed de deur dicht. "Juilliet! Juilliet!" gilde ze. Coraline kwam weer binnen. "Is alles goed, miss?" vroeg ze. "Moet ik Juilliet halen?" "Nee, jij kan het ook wel doen. Kun je me uit mijn jurken halen?" vroeg ze. "Uiteraard, miss, maar waarvoor?" vroeg Coraline verbaasd, terwijl ze Elizabeth uit haar jurken hielp. "Ik ga een eindje wandelen in het dorp, en dat gaat niet zo makkelijk met al die jurken" zei Elizabeth. "Ik ga met u mee" zei Coraline beslist. "Nee, nee" zei Elizabeth. "Ik kan het best zelf." "Uw vader heeft ons op het hart gedrukt goed op u te passen. Ik laat u niet alleen dat dorp ingaan. Wie weet wat er kan gebeuren!" zei Coraline. "Wat u ook zegt; ik ga mee." Elizabeth zuchtte. "Goed, goed. Maak je klaar, ik kan de rest zelf wel." Coraline boog en vertrok. Elizabeth zocht in haar kast naar een goede jurk. Toen vond ze de perfecte; simpel, zonder onderrokken, lekker los. Er moest wel een korset onder, maar gelukkig had ze die nog aan. Het was zo'n gedoe die om te krijgen. Ze trok de jurk aan en bekeek zichzelf in haar grote met goud omlijste spiegel. Nog veel te netjes! Ze trok haar opgestoken kapsel los en schudde het wat heen en weer. Haar krullen vielen langs haar hoofd. Je kon zien dat ze extra verzorgd was, maar met een mantel zag je het niet. Ze pakte een rode en knoopte die om. Zo! Nu zou ze niet opvallen. Ze liep haar kamer uit en kwam Coraline tegen. Ze had haar mantel al aan. "Klaar, miss?" vroeg ze. Elizabeth knikte. Ze gingen op weg naar het dorp.

De mannen staken hun koppen bij elkaar. Nina's vader had het woord. Zijzelf zat erbuiten naar het dorp te staren. "Ik hoorde dat er een gouverneur iets buiten het dorp woont. Op dit moment zitten hij en zijn vrouw in Londen. Hij heeft twee dochters. De ene is constant bij haar verloofde, ietsje hier vandaan, maar de jongste is alleen en onbeschermt! Als het ons lukt om haar te kidnappen.. Wie weet hoeveel losgeld gouverneur St. Rose voor haar geeft! Dit moet ons lukken. We lopen onopvallend het dorp door in groepjes en verzamelen ons bij het hek voor hun huis. Daar overleggen we verder. Vooruit, honden, opschieten!" De mannen pakten hun plank en legden die over de reling. Hun piratenvlag hadden ze al vervangen door een Engelse vlag. Zo bleef hun bezoek onopgemerkt. Een paar mannen zouden aan boord blijven, zo konden ze gelijk wegvaren als ze het meisje hadden. Nina liep naar haar vader. "En ik?" vroeg ze. "Blijf jij maar aan boord" bromde haar vader. 'Mooi niet!' dacht Nina, maar dat zei ze niet. Zodra ze uit zicht waren ging ze een kijkje nemen in het dorp. Elizabeth en Coraline liepen door het dorp. Ze bekeken verschillende winkeltjes en mochten gratis snoepjes proeven bij de bakker en hadden heel veel lol. Elizabeth had nog nooit zó'n geweldige dag meegemaakt. Arm in arm met Coraline bekeek ze nu een winkeltje waar ze jurken verkochten. Er hingen simpele tussen voor de burgeressen, en hele dure, met kanten kraagjes voor de rijke vrouwen. "Die vind ik mooi" zei Coraline, wijsend op een simpele, paarse jurk met een wit kraagje en een strik. Elizabeth stapte naar binnen. De verkoopster zag gelijk dat ze van adel was en boog diep. "Waarmee kan ik u van dienst zijn, miss?" vroeg ze. "Hoe duur is die jurk?" vroeg Elizabeth. Ze wees op de jurk die Coraline net had aangewezen. Coraline pakte haar arm vast. "Nee, miss, dat hoeft echt niet!" "Jawel" zei Elizabeth. "Jij hebt mij de leukste dag van mijn leven bezorgt. Ik geef je er graag wat voor terug." "Dat ik met u mee mocht was al genoeg, dit hoeft echt niet!" Elizabeth negeerde haar. "Het spijt me, hoe duur was die jurk?" zei ze tegen de verkoopster. "Zeven pond, miss" antwoorde de verkoopster. Elizabeth gaf de verkoopster 7 pond en gaf de jurk aan een hefig blozende Coraline. "Oh, miss, u bent té goed voor deze wereld!" zei ze. Elizabeth begon te lachen. "Het is goed."

Nina liep door het dorp. Ze had net afscheid genomen van Jordan en Desirée. Ze waren over een heuvel gevlucht, een klein hutje in. Het deed haar pijn ze achter te laten, maar het moest nu eenmaal. Het was een eindje van de haven naar het dorp, maar gelukkig zag niemand haar wegglippen van het schip. Terwijl de bemanning de gouverneurs' dochter opspoorde, kon zij even lekker rondkijken. Ze kwam bij een smit en ging naar binnen. "Zo zo" zei een stem. "Het is voor het eerst dat ik een jongedame in mijn zaak heb!" Nina keek om. Een man van rond de 30 met een bruine baard en slordige kleren kwam naar haar toe gelopen. "Kan ik je helpen?" vroeg de man. Nina schudde haar hoofd. "Nee, bedankt. Ik kijk allen maar." Haar oog viel op een perfect geslepen zwaard, scherp, met een slank, gouden handvat. Voorzichtig pakte ze het op. Ze voelde aan het zwaard. Het was scherp. "Dat is niks voor vrouwen" zei de man. "Vrouwen en zwaarden gaan niet samen." Nina voelde zich nijdig worden. Ze werd altijd onderdrukt! Iedereen dacht altijd maar dat ze niet kon vechten, omdat ze een 15-jarig meisje was. Nou, ze zal die vent eens wat laten zien! "Denk je dat?" vroeg ze hooghartig. "Denk je dat echt?" De man bekeek haar van top tot teen. Toen trok hij zijn zwaard. "Is dat een uitdaging?" vroeg hij. "Je bent een meisje; je hebt geen eens een zwaard!" Nina trok haar zwaard. "Onee!?" De man was even verbaasd maar sloeg toen toe. Nina verdedigde zichzelf dapper. Hun zwaarden klikten en kletsen tegen elkaar aan. Ze vochten fel en snel. De man haalde uit naar haar hoofd maar Nina bukte. Ze stak hem in zijn buik. Hij viel schreeuwend neer. "Wie.. ben jij?" bracht hij uit. Nina veegde haar zwaard af en stak hem in haar riem. "Nina Mortan, dochter van James Mortan" zei ze. "James Mortan?" bracht de man geschrokken uit. "Piraten.. Jullie, hier!" "Ja, wij hier. We gaan zo weer weg hoor, maak je niet ongerust. We komen alleen even onze plicht vervullen" zei Nina. Nadat ze dat had gezegd liep ze naar buiten.

Elizabeth en Coraline liepen richting huis. Ze waren doodop van de hele dag, maar hadden toch een geweldige dag beleefd. Elizabeth was van plan morgen weer te gaan, maar dan met Juilliet. Die kon er ook wel eens uit. Opeens hoorden ze van achter hen veel geschreeuw en gegil. Ze draaiden zich vlug om. De huizen stonden in brand! Mensen renden en schreeuwden door elkaar heen. Een groep mensen met zwaarden renden tegen de heuvel op, naar haar huis. "Piraten!" gilde Coraline. "Snel, miss, rennen!" Ze pakte Elizabeth's hand en snel renden ze de heuvel op. Elizabeth's hart bonkte in haar keel. Piraten! Wat deden die hier? Ze was hier alleen thuis; ze kon het huis niet verdedigen! Ze struikelde over een steen en gilde. "Opstaan, miss, snel!" gilde Coraline en ze trok haar overeind. Maar ze waren niet snel genoeg. De piraten hadden hun bereikt. Elizabeth gilde en krijste maar ze kon niet verhelpen dat de piraten haar oppakten. Coraline werd ook in bedwang gehouden. "Miss Elizabeth! Miss Elizabeth!" gilde ze. Er kwamen een paar dienstmeisjes naar buiten rennen en ze begonnen te gillen. Beneden kwamen de dorpelingen in opstand. "Weg hier!" brulde een piraat. Coraline werd op de grond gesmeten en de piraten renden met Elizabeth weg. Ze gilde en spartelde tegen maar de piraten waren sterker. Ze renden de heuvel af en renden door verlaten steegjes. Uiteindelijk bereikten ze de haven. Een van de piraten had Elizabeth over zijn schouder geslagen. Elizabeth zag hoe ze de plank oprenden. Gelijk toen ze aan boord waren werd de plank binnengehaald. Wanhopig keek Elizabeth over de rand van de boot. Niemand. Blijkbaar dachten ze dat ze verderop in de haven lagen, omdat de piraten daarheen renden. Opeens hoorden ze een schreeuw. Elizabeth zag een meisje met lang zwart haar aan de kant springen. "Pa, pa!" gilde ze. "Nina!" schreeuwde een man, die blijkbaar de kapitein was. Hij pakte een touw en gooide het naar het meisje toe. "Springen, Nina!" brulde hij. Nina pakte het touw en sprong. Met een doffe klap kwam ze tegen de boot aan. Nina's vader trok haar snel omhoog. Het laatste eind tilde hij haar erop. "Ik had je toch gezegd aan boord te blijven!" snauwde hij. "Moet je kijken wat er gebeurd was als je íets later kwam! Ik had je moeten achterlaten!" "Het spijt me, pa" zei Nina. Ze bekeek Elizabeth. "Is dit d'r?" vroeg ze. "Ja, dit is d'r" antwoorde haar vader. "Berg haar op" zei hij tegen een bemanningslid. Elizabeth werd ruw overeind getrokken en naar een hut gesleept. De hut ging op slot en het werd donker. Nina wachtte voor de deur van het meisje. Wat een preutse trien was dat zeg! Zo netjes, met die krullen, en dat jurkje. En ze praatte alsof ze een hete aardappel in haar keel had. Bah! Nina peuterde aan haar nagel. Vanuit de hut klonk gesnik. Nina snoof. Stom wìjf. "Nina?" vroeg haar vader. "Hmm?" zei Nina vaag. Haar vader liep dreigend naar haar toe en trok haar ruw overeind. "Doe normaal, gek!" gilde ze, en ze rukte zich los. "Waar is Jordan?" vroeg haar vader boos. "Zeg op, jij weet het!" zei hij, en schudde haar door elkaar. "Weet ik veel, beneden?" zei Nina. "Ik heb overal gezocht. Hij moet een klusje voor me doen! Hij is nergens te bekennen en beneden in het rumhok staat een deur wagenwijd open!" Nina slikte. 'Jordan, sukkol!' dacht ze. "En weet je wat daar in lag?" vroeg haar vader. "Rum?" vroeg Nina schijnheilig. "Een bundel dekens! En ze roken! Weetje waarnaar? Een meisje! En weetje wat ik in het bundeltje dekens vond?" schreeuwde hij. Nina schudde angstig haar hoofd. Haar vader pakte haar hand en opende die. Hij legde er wat in. Nina bekeek het. Het wat een gouden, hartvormig kettinkje, met op de bovenkant de naam Desirée.

Elizabeth stopte abrupt met snikken. Buiten hoorde ze de kapitein tegen zijn dochter schreeuwen. Hij schreeuwde wat over een rumhok en een bundel dekens. 'Laat ze lekker schreeuwen' dacht ze. 'Vind eerder een manier om hier uit te komen!' Maar dat was natuurlijk onmogelijk. Ze zat op zee. Zelfs als ze wist te ontsnappen, waar moest ze dan heen? Ze wist niet eens met welke reden ze ontvoerd was. Ze trok haar mantel dichter om zich heen. Het was koud. Ze trok haar benen tegen zich aan en sloeg haar armen er om heen. "DESIRÉE" hoorde ze de kapitein schreeuwen. "WAT HEEFT DIT TE BETEKENEN?" "Weet ik niet" piepte zijn dochter angstig. "Misschien heeft hij een aandenken van haar meegenomen, ik bedoel; ze waren verliefd." "JIJ WEET DONDERSGOED WAT DIT BETEKENT, NINA. DESIRÉE WAS HIER, OP MIJN SCHIP! JORDAN HEEFT HAAR MEEGENOMEN EN JIJ WIST ERVAN!" schreeuwde de kapitein. "Nog niet heel lang!" zei Nina angstig. "Sinds gisteren! Toen iedereen sliep heeft hij me haar laten zien! Ik wist het niet, pa, echt niet!" Het bleef even stil. "Ik kom hier op terug" bromde haar vader. Ze hoorde voetstappen weglopen en Nina opgelucht zuchten. Toen ging de deur open en het meisje kwam binnen. Elizabeth bekeek haar nu goed. Lange, zwarte haren. Geen warrige bos, maar glad en glanzend. Ze had een hele bleke huid en lichtgrijze ogen. Haar lippen waren bloedrood. Ze was best knap. Ze had iets van Sneeuwwitje weg, bedacht Nina. En ook iets van een vampier. "Hallo" zei Nina. Haar stem was zacht en zangerig. "Goedemiddag" zei Elizabeth. Er hing een spiegelbeeld voor Elizabeth. Haar gepoederde gezicht zag er nog even gaaf uit als anders en haar krullen zaten ook nog perfect. Eigenlijk had ze liever dat ze er wat ruiger uitzag, vooral in het bijzijn van dit meisje. "Sorry dat dit moest gebeuren" zei Nina. Elizabeth zei niks. Wat moest ze zeggen? 'Geeft niks?' Er was niets wat minder waar was. "Ik wist hier niks van" zei Nina. "Ik hoorde het pas toen ze aan het overleggen waren." "Je wist het dus wel. Maar je hebt het niet tegengehouden." zei Elizabeth. Nina gnuifde. "Wat zou ik kunnen doen? Ik ben maar een meisje" zei ze. "Heb jíj de smit vermòôrd?" vroeg Elizabeth kil. Nina zette grote ogen op. "Vermord!? Nee! Hij discrimineerde met meisjes, en ik wou hem een lesje leren. Hoe weet je dat hij dood is?" vroeg Nina. "Je 'vrienden' kwamen lang zijn zaakje toen ze mij meenamen. Ik zag hem liggen. Dood" zei ze. "Ik mocht hem altijd erg" voegde ze eraan toe. Nina was even stil. "Het spijt me dat te horen" zei ze. "Dat zal wel, ja" zei Elizabeth. "Je moet me geloven! Het was nooit mijn bedoeling geweest te môòrden!" zei Nina. "Heb je het vaker gedaan?" vroeg Elizabeth stug. Nina werd rood. "Nou ja.. soms.. als het moet" zei ze. "Als het moet" herhaalde Elizabeth vol ongeloof. "Nou goed dan! Ik ben een môòrdenares, nou en? Elke piraat heeft wel es een môòrd gepleegd!" "Maar je bent een meisje" zei Elizabeth. "Dus?" vroeg Nina arrogant. Elizabeth keek haar alleen maar aan. "Niks" zei ze. De meisjes staarden elkaar een tijdje aan. "Hoe heet je eigenlijk?" vroeg Nina toen. "Elizabeth St. Rose" zei Elizabeth. "Ik ben -" begon Nina, maar Elizabeth onderbrak haar. "Nina, dat weet ik." Nina knikte kort. "Nou, Elizabeth, dan ga ik maar" zei ze. "Dag" "Fijne dag nog, Nina" zei Elizabeth. Elizabeth sliep die nacht slecht. Ze miste haar ouders en Elena. Ze miste Coraline en Juilliet. Ze mist haar huis, haar tuin, haar slaapkamer. Ze snikte in haar dekens. Nu lag ze hier, schommelend door het zeewater in de hut van een gevaarlijk piratenschip. Ze wilde naar huis. Ze stond op en liep naar de deur. Nina had hem niet op slot gedaan toen ze weg ging. Ze liep naar buiten en keek over de rand. "Kijkt u wel een beetje uit, miss?" vroeg een lachende stem acher haar. Vlug draaide ze zich om. "U kunt nergens heen. Ik zou de sprong niet wagen. Het is nog kilometers naar de kust" zei de piraat. Elizabeth schuifelde richting haar hut. "Ik doe u niks" zei de piraat. "Ik waarschuw u alleen en behoedt u vóór u een domme fout maakt." De piraat ging weg en klom in het kraaiennest. Elizabeth zwierde een beetje met haar jurk. Ze droeg een deftig 'kleedje' wat ze in haar armen hield en wat achter haar langs ging. De rijke mensen droegen dat vaak. Het was Elizabeth's lievelingskleedje; geel, met bloemetjes. Ze draaide zich om en keek over het water. Haar krullen wapperden langs haar gezicht. Wat zou ze er veel voor geven om over boord te kunnen springen en naar de kant te zwemmen! "Elizabeth?" vroeg iemand. Elizabeth draaide zich vlug om. Het was niet de piraat weer. Het was Nina.

Nina werd wakker van stemmen. Slaperig stond ze op en ging aan de deur luisteren. Een van de bemanningsleden praatte blijkbaar tegen Elizabeth. Uiteindelijk hoorde ze hem weg gaan. Nina opende de deur zachtjes en liep het dek op. Elizabeth stond in haar jurk met een raar kleedje om over het water uit te kijken. "Elizabeth?" vroeg ze. Elizabeth keek geschrokken om. Toen glimlachte ze. "Goedenacht, Nina" zei ze. "Loop je even mee?" vroeg Nina. Elizabeth liep naar haar toe. "Het spijt me echt je te moeten weghalen uit je huis" zei Nina. Elizabeth zei niks. "Hoe oud ben je eigenlijk?" vroeg Nina. "Vijftien" zei Elizabeth. "Ik ook" zei Nina. Ze zwegen even. "Heb je geen moeder?" vroeg Elizabeth. "Die had ik wel. Ze stierf toen ik zeven was" zei Nina. "Het spijt me voor je" zei Elizabeth. "Heb jij je ouders nog?" vroeg Nina. Elizabeth knikte. "Ze zitten op dit moment in Londen. Mijn zus is verloofd en is elke dag bij haar verloofde, iets buiten ons dorp." "Zie je haar nog vaak?" vroeg Nina. Elizabeth schudde haar hoofd. "Ik had ook nooit echt zo'n sterke band met haar" zei ze. Nina knikte begrijpend. "Heb jij geen broers of zussen?" vroeg Nina. "Ik had ooit een zusje" zei Nina. "Maar toen ons schip werd aangevallen is ze gedôód door de vijand." Elizabeth's ogen werden groot. "Word je het leven hier op zee dan niet zat?" vroeg ze. "Zie je niet hoe gevaarlijk het is?" Nina knikte. "Ja, maar dat ben ik gewend. Het maakt me niet meer uit. Iedereen gaat dôòd, dus wat maakt het uit wanneer je gaat?" vroeg ze. "Dat maakt zeer zeker uit!" zei Elizabeth verontwaardigd. "Dat je zo makkelijk durft te spreken over leven en dôòd!" Nina haalde haar schouders op. "Dat krijg je mee al piraat" zei ze lachend. Een windvlaag steeg op en Elizabeth's haren woeien achter haar aan. "Ik vind het zo'n heerlijk gevoel. De wind in je haren" zei ze. Nina bekeek haar aandachtig. "Waarom ga je niet weg daar?" vroeg ze toen. Elizabeth schrok abrupt wakker uit haar dagdroom. "Wat?" vroeg ze verbaasd. "Je vind het toch zo heerlijk? Blijf hier dan, bij ons. Word piraat!" zei Nina. Elizabeth begon te lachen. "Alsjeblieft, zeg! Ik, piraat? De gouverneursdochter?" ze gierde het uit. Nina keek beledigd. "Ik meende het hoor" zei ze. "Waarom zou je niet mogen gaan en staan waar je wilt?" vroeg ze. "Dat mag ik niet. Ik ben te jong. Bovendien ben ik een meisje" zei Elizabeth. "Daar kan ik toch zo kwaad om worden!" barste Nina los. "Iedereen denkt dat meisjes minderwaardig zijn, omdat we toevallig minder sterk zijn!" zei ze. "Ik doe wat ik wil. Zo steek ik in elkaar. Ik ben ontembaar; ik luister naar niemand. Behalve mijn vader." zei ze. "Nog twee jaar. Dan ga ik zelf op pad." Elizabeth hoorde het aandachtig aan. Nina interesseerde haar. En als ze zich niet vergiste, was Nina net zo geïnteresseerd in haar, als zij in Nina. Nina lag in haar hangmat en dacht na over haar gesprek met Elizabeth. Ze mocht Elizabeth wel; ze was erg geïnteresseerd in haar. Een gouverneursdochter en een piraat, wauw! Ze had uren met Elizabeth zitten kletsen over hun afkomst en familie. Ze had Elizabeth goed leren kennen daardoor. Ze was een gevoelig iemand. Ze wist nu ook dat Elizabeth van jongs af aan al droomde om vrij te zijn, en daarom geen vriendinnen had. Stiekem hoopte Nina dat Elizabeth's vader geen losgeld wilde betalen, zodat Elizabeth bij haar bleef! Dan zou ze een nieuwe vriendin hebben.. Maar haar vader zou dat vrijwel nooit toestaan.

Elizabeth was erg vrolijk na haar gesprek met Nina. Ze vond Nina een symphatieke, leuke meid en ze konden heerlijk kletsen samen. Zo iemand als Nina was iemand zoals ze zich had voorgesteld in haar dromen, waarin ze een beste vriendin had. Nina was haar voorbeeld. Ze wilde dolgraag zo als haar zijn. Vrij als een vogel, doen wat je zelf wilt. Helaas zat dat er niet in voor een gouverneursdochter.

Nina's vader gaf Nina de volgende dag toestemming om met Elizabeth om te gaan zolang ze op dit schip bleef. Nina nam Elizabeth mee naar haar hut en gaf haar andere kleren. "Je kunt niet op een piratenschip rondlopen in dat deftige jurkje met dat kleed" zei Nina. Ze zocht kleren uit haar la en gaf je aan Elizabeth. "Trek dit aan" zei ze. Elizabeth bekeek het eens goed. "Maar.. Het is een broek!" zei ze walgend. "Met een overhemd, en laarzen!" Nina lachte. "Wou je in die jurk leren vechten dan?" vroeg ze. "V-vechten?" stamelde Elizabeth. Nina gaf haar een zwaard. "Voor jou" zei ze. Voorzichtig pakte Elizabeth het aan. "Wauw" fluisterde ze. Nina gaf haar een riem. "Hier doe je je zwaard, dolk en pistool in" zei ze. "Ik heb dat allemaal niet!" zei Elizbeth. "Dat krijg je ook van mij" zei Nina luchtig. Elizabeth kleede zich om en gespte haar riem op. Ze stak haar zwaard erin. Nina gaf haar een dolk en een pistool. Daarna bekeek ze haar van top tot teen. "Hmm.. De kleren zitten wel goed, maar er moet toch nog behoorlijk wat veranderd worden!" zei ze. Ze pakte Elizabeth's hand en bekeek haar nagels. Perfect, zacht en zonder losse velletjes. "Wat een dameshandje zeg! Zo kun je niet door als piraat!" zei ze. Elizabeth lachte. "Dat komt wel denk ik" zei ze. Nina grijnsde. "Je haar zit nog iets te mooi, voor een piraat. Kun je het niet warrig maken?" vroeg ze. Elizabeth schudde haar hoofd. "Ik heb altijd deze perfecte krullen gehad" zei ze. "Ach, maakt het uit!" zei Nina. "Kom, ik ga je leren zwaardvechten!" zei Nina. Samen liepen ze het dek op. Er zaten wat piraten te drinken en te praten, sommige keken uit over zee of zaten wat te dromen. Nina trok haar zwaard en richte het op Elizabeth. "Nu jij" zei ze. Wat Nina echter niet wist, was dat Elizabeth al jaren in haar eentje oefende in zwaardvechten. Dit was wel de eerste keer met een tegenstander. Nina sloeg zachtjes toe. Elizabeth weerde zich goed af. Nina sloeg iets harder en feller toe. Nu was het Elizabeth's beurt. Al gauw merkte Nina dat Elizabeth goed met zwaarden om kon gaan en vochten de meisjes feller. De piraten kwamen er om heen staan joelen. "Waar heb je zo leren vechten?" vroeg Nina verbaasd terwijl hun zwaarden tegen elkaar aan klikten. "Ik moest toch íets te doen hebben, in dat saaie huis!" zei Elizabeth lachend. Elizabeth merkte wel dat Nina sterker was; zij vocht ook langer en oefende veel. Uiteindelijk sloeg Nina Elizabeth's zwaard uit haar hand en wees met het zwaard op haar keel. "Ik heb gewonnen" zei ze triomphantelijk. Elizabeth lachte. "Goed gedaan, maar de volgende keer win in!" zei ze. Ze raapte haar zwaard op en de piraten gingen verder met wat ze aan het doen waren. "Je bent echt goed!" zei Nina bewonderend. "Ik kan je helpen nóg beter te worden!" Elizabeth glimlachte. "Heel graag" zei ze.

Misschien komt er nog een vervolg..












Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 14 bezoekers online