Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

Mijn Geheim
Mijn Geheim...

2020. Het is vrijdag, de laatste schooldag van de week maar ook de laatste van mijn leven. Ik ben afgestudeerd als paleontoloog. Vele mensen vinden dat een saai beroep. Wel, vroeger vond ik dat ook. Nu vind ik het een spannend beroep! Eigenlijk wou ik iets anders studeren. Maar moeder en vader wilden dat niet. Hun levenswerk is trouwens ook het opgraven van dino’s. Vele jaren geleden vonden ze een bijna compleet skelet van een Deinocheirus. Daarom wil ik het onderzoek voortzetten. Want ze hadden het niet helemaal teruggevonden.
Samen met een paar andere paleontologen reisde ik naar Mongolië, het land van de dinosaurussen. Het was een lange vliegtuigreis van ongeveer 9.500 kilometer.We moesten soms eens afstappen. Toen we landden kwam er een meneer met een gammele jeep tevoorschijn. Hij zette ons af aan de rand van de woestijn waar er al kamelen stonden, klaar voor de tocht. Het was er broeierig warm. De kamelen waren gelaad met zware zakken vol water. De totale afstand van hier tot het kamp was 190 km.
Na vier dagen reizen op de kamelen was ons kamp eindelijk in zicht. De tenten zagen er gezellig uit met al die kleurige tapijten. In een oase een beetje verderop waren we blij ons te verfrissen met het koude water.Tussen de wuivende palmbomen vielen we in slaap.
Toen ik wakker werd, zat ik alleen. De anderen waren niet meer te zien. Maar wat ik wel zag waren voetsporen, duidelijk niet van een mens. Ze hadden elk drie tenen. Geen enkel beest in de woestijn had zo’n grote voetafdruk. Ik voelde een akelige rilling over mijn rug. Alleen een dino had zulke grote voetsporen maar die waren allang uitgestorven. Maar ze waren vers en ze liepen naar het kamp…Ik onderzocht ze tot ik een kreet hoorde die door merg en been sneed.
Ik liep naar het kamp om de andere te waarschuwen. Het kamp was helemaal verwoest.
Wat was er gebeurd?
Hier en daar hingen nog stukken kapotte tenten. Alles zat bedolven onder het zand, verder was er bijna niets meer. Ook de kamelen waren weg. Van de schrik hadden ze zich waarschijnlijk losgerukt en weggelopen. Ik wist niet wat te doen. Hier zit ik dan midden in de woestijn. Naar de bewoonde wereld gaan was onmogelijk want zonder kamelen geraak je nergens. Opeens hoorde ik een licht gekreun uit één van de kapotte tenten. Maar het was echter te laat. Tot mijn grote verbazing lag iedereen in een diepe slaap. Plots zag ik in het zand opnieuw de voetafdrukken. Nu wist ik het zeker: een Deinocheirus!!! Ik kon mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. Ik moest weten waar de voetsporen naartoe liepen.
Ik volgde ze …
Plots hielden ze op bij een enorme grot. Minutenlang stond ik voor de ingang van de ruïne. Wat als ik niet meer terug kan, misschien zit er iets in die grot… Na lang twijfelen stapte ik in de donkere grot. Ik grabbelde uit m’n rugzak een zaklantaarn die al bijna niet meer scheen. Het was er wondermooi. Het hing er vol met stalagtieten. Het was er spiegelglad. Maar wat vreemd was, was dat midden in de woestijn nog ijs lag. Er leek aan de tunnel geen eind te komen en de batterijen van mijn zaklamp waren bijna leeg. Net toen ik wou terugkeren zag ik iets wat een mens nog nooit gezien had; een muur vol met skeletten van dino’s en ze waren allemaal compleet. Ik geloofde mijn ogen niet.
Alles was perfect niets ontbrak. Dit kon niet het werk van mensen zijn. Ik bewonderde ze één voor één en ik dwaalde ook verder en verder af.
Juist voor ik ze wilde aanraken, begon alles te daveren.
Even dacht ik dat het een aardbeving was maar het was veel erger. Zonder te weten wat er gebeurde, rende ik zo snel als ik kon. De stalagtieten vielen naar beneden. Ik baande mij een weg tussen de vallende ijspunten. Ik liep alsof mijn leven er vanaf hing. Misschien was dat ook zo.
Over de gladde ijsvloer lopen was niet zo gemakkelijk en zeker als je niet weet wat er achter je aan zit!
Plots hoorde ik een oorverdovend gebrul. Opeens was het stil, muisstil… Uitgeput ging ik op een harde steen zitten. Alles flitste door mijn hoofd; de laatste schooldag, mijn ouders, het kamp, de oase.
Toen dacht ik aan de voetsporen die naar de grot liepen.
DE DEINOCHEIRUS!!! Ik voelde mijn tranen prikken in mijn ogen. Dat kan niet! Dinosaurussen waren zo’n 65 miljoen jaar geleden uitgestorven. Het zweet drupte van mijn gezicht. In de kille stilte zocht ik naar een uitweg. Ik scheen met m’n zaklantaarn op iets blinkends. Ik zag niet duidelijk wat het juist was. Het bewoog… Verstijfd van angst liep ik achterwaarts. Ik beefde maar kon het niet tegenhouden. Een grote gedaante kwam naar me toe en besnuffelde me. Het leek op een gigantisch monster. Het was juist een dino vol bepantsering. Ik maakte mezelf de hele tijd wijs dat het niet kon. Maar dit was echt. Een robot kon het niet zijn. Eigenlijk wilde ik het ook niet weten. De dino begon te grommen. Het gegrom was een soort taal, die verstaanbaar leek te zijn. Na goed luisteren kon ik het verstaan. Het was een prachtig levensverhaal dat ik nog nooit gehoord had. Hij vroeg me wat ik hier kwam doen. Bibberend vertelde ik het hele avontuur. In één of andere taal praatte hij tegen zichzelf. Urenlang praatten we met elkaar.
Bang was ik niet, integendeel, ik kreeg vertrouwen in hem en hij in mij.
Hij was nieuwsgierig en vroeg me van alles. Toch kreeg ik er een raar gevoel bij want je praat niet iedere dag tegen een Deinocheirus.Na veel vragen vertelde hij dat hij ieder jaar naar hier komt om zijn voorouders te bezoeken en te kijken of ze nog veilig zijn, de skeletten dus. Ook vertelde hij me toen hij op weg was naar hier dat hij langs alle kanten beschoten werd door de paleontologen. In zijn woede verwoestte hij het kamp en gooide slaapgasgranaten naar de paleontologen. Dat kon ik wel verstaan. De tijd verstreek. We praatten als maar door.
Hij komt van de planeet L -Brus; een planeet waar er nog dinosaurussen leven.

De mensen denken dat al de dino’s uitgestorven zijn, dat is helemaal waar. Al de dino’s leven nu op L –Brus.Maar waar de dinosaurussen leven moet een geheim blijven. De mens zou de dino’s namelijk uitroeien. Sommigen van de dinosaurussen zijn hier gebleven en gestorven. Daarom komt de Deinocheirus hier de skeletten een laatste groet brengen. Ik stelde hem gerust dat zijn voorouders hier veiligwaren. En een belofte breek ik nooit. Zo kon hij met een gerust hart vertrekken naar zijn thuis. Het was de laatste keer dat hij naar hier kwam. Ondertussen waren we al vrienden geworden. Toen hij vertrok was het al nacht en ik zat met een grote brok in mijn keel.Voor de laatste keer zag ik de vorm van de Deinocheirus en al de dinosaurussen in de donkerblauwe sterrenhemel.
Opeens stonden de kamelen voor de grot. Ze waren me waarschijnlijk gevolgd. Ik reed terug naar het kamp om m’n collega’s op te halen die al ontwaakt waren. Op de kamelen reden we terug naar de bewoonde wereld. Ze babbelden of nee, ze jankten de hele tijd door over de dino. Niemand zou ze toch geloven want hij is nu op L –Brus. De skeletten in de grot zullen ze ook niet vinden.
Maar dat is MIJN GEHEIM !!!!!!!


Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 14 bezoekers online