Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

niet goed genoeg 3
Die vrijdag ging ik naar de RIAGG. "Vertel maar eens iets over jezelf." Zei Peter. Ik vertelde over mijn hond, over dat we hem uit het asiel gehaald hadden. Over waar ik op school zat en in welke klas. Maar ik vertelde niets over het feit, dat ik het kneusje van de klas was, verliefd was op Daniel, en over hoe Iris mij behandelde. Daar had niemand wat mee te maken, vond ik. En vooral niet iemand die ik helemaal niet kende, al was hij dan nog tien keer mijn therapeut.
"Goed, en in de klas, hoe voel je, je daar?"
‘Hoe voel ik me daar?’ Dacht ik. Ja... Hoe voel ik me daar eigenlijk.
Peter keek me verwachtingsvol aan. "Geen idee", zei ik en ik meende het nog ook.
"Heb je ’s ochtends zin om naar school te gaan?" vroeg hij.
"nee... niet echt."
"oh? Waarom niet, waar zie je tegenop?"
"tegen... tegen de lessen, tegen het alleen zitten iedere dag, tegen het feit dat ik bij alles uitgelachen wordt..."
Hèhè, het was eruit. Ik had het dan toch verteld, en eigenlijk voelde ik me wel opgelucht nu. Ik had het immers nooit tegen iemand verteld. Het voelde nu alsof het niet alleen míjn probleem was.
"En, wil je verder nog iets zeggen? Of zeg je dat liever een andere keer?"
‘Het voelde eigenlijk wel goed, nu ik dit had gezegd, dus ik zeg het andere ook maar gelijk.’ Dacht ik.
"Nou, mijn vriendin Iris, ze is heel populair, en ik niet. En ze heeft mij niet meer nodig, en dat valt me tegen van mezelf. Want zij is dus veel beter en zo." Over Daniel vertelde ik hem niet, dat bleef van mij.
"Oké, dat snap ik. Wat kun jij eraan doen denk je? En is het heus zo belangrijk dat je met haar vriendinnen blijft? Gaat zonder haar de wereld verloren?"
‘Daar had hij een punt. Wat heb ik eigenlijk aan Iris? Ik deed de laatste tijd eigenlijk alles alleen. Zelfs als ze erbij was, hielp ze mij niet met problemen of andere dingen. Wat maakte het eigenlijk uit?’
"Uhm... Nee, eigenlijk niet, maar zonder haar ben ik alleen."
"Hm, hm maar bén je ook alleen? Of voel jij je alleen zo? Zijn er niet nog veel meer mensen op school waar je mee om kunt gaan?"
"Jawel, maar waarom hebben we het hierover? Deze afspraken gingen toch om de thuissituatie te verbeteren?" Vroeg ik.
"Ja, maar als je, je ergens anders niet prettig voelt, zul je thuis sneller geïrriteerd zijn. En ik kan je misschien ook nog met andere dingen helpen."

Het was een maand later, en de afspraken bij de RIAGG zorgden er wel voor dat ik dingen kon zeggen en er een oplossing voor kon bedenken, maar me daar dan ook nog echt aan houden is toch wel moeilijk. Zo kon ik nog steeds niet tegen Iris zeggen hoe ik er nou werkelijk over dacht. Bovendien was zij nog niets veranderd. Ze vond me wel afstandelijker geworden, had ze een keer tegen me gezegd. Maar daar was ik niet op ingegaan.
Ik had nog niets bij de RIAGG over Daniel gezegd, daar zou ik ook niets over vertellen. Wat zou die man wel denken? Alsof ik ooit goed genoeg zou zijn om zijn vriendinnetje te worden. Alsof hij mij leuk zou vinden. Nee, die Peter, hoe aardig hij ook was, hij zou me recht in mijn gezicht uitlachen.
Thuis ging het wel beter. Al hadden we van Peter, drie weken geleden een opdracht mee naar huis gekregen. We moesten namelijk een uurtje in de week thuis, met z’n allen rond de tafel gaan zitten en vertellen waar je het bij de RIAGG over hebt, wat je problemen zijn en dat soort dingen. Dat was wel raar. Meestal waren mijn ouders aan het woord. Dat vond ik niet zo’n probleem want wat zou ik moeten zeggen? Over Daniel, Iris, en over het pesten in de klas zou ik toch niets durven zeggen.

Het was 8 februari. Dat betekende, dat binnenkort Valentijnsdag weer voor de deur stond. Zou ik hem een kaartje sturen? En wat als hij er dan achter kwam dat het van mij was? Nee, want je zet er geen afzender op natuurlijk. Oh jee, maar dan moet ik wel m’n handschrift vervormen. En andere woorden gebruiken dan normaal. Zou hij een kaart met veel hartjes niet dom vinden? En wat voor tekst moet er op?
Zo maalde het de hele dag door mijn hoofd, tot ik ’s avonds de knoop doorhakte. Ik ging hem er een sturen. De tekst kwam nog wel.
Dus meteen de volgende dag een kaartje gekocht in de stad. En toen ik thuis kwam, boog ik me over een klapper, en schreef een paar teksten op.
Lieve Daniel,
Ik vind je heel lief, en dus vandaar dit kaartje.
Nee, veel te kinderachtig. Nog een keer.

Lieve Daniel,
I love you, and i hope you love me too.
Nee, hoe kan hij nou ook ven mij houden.

Een versje dan? Nee. Dat was ook niets... veel te stom.
Heel veel liefs een kusjes van mij.
Ja dat was wel iets. Dat paste ook wel bij de kaart... Op de voorkant stond een poppetje, en er stond omheen:
Jij hebt echt alles mee:
Beauty, smile, love, intelligent and.. me?
En dan binnenin: heel veel liefs en kusjes van mij.
Mijn eigen handschrift was mooier, maar dan zouden ze natuurlijk meteen weten dat ik hem gestuurd had, en dat mocht echt niet! Bovendien kon dit handschrift er ook wel mee door.
En toen moest hij nog op de bus. Niemand mocht mij zien. Dus ‘sloop’ ik vanaf mijn huis naar de brievenbus, keek eerst om me heen en toen ik niemand zag gooide ik hem erin. En toen zo vlug mogelijk naar huis. En deel 1 van mijn Valentijnsavontuurtje zat erop. Nu nog zijn reactie afwachten...
15 Oktober stond ik met een zenuwachtig gevoel op. Gisteren was mijn kaartje bezorgd en ik was benieuwd hoe Daniel zou reageren. Ook was ik vrij zenuwachtig over het feit of iemand mij gezien had, en of ieamand wist dat ík hem die valentijnskaart gestuurd had. Hoewel ik ook wel wist dat, dat natuurlijk helemaal niet kon.
Hoe dan ook, behoorlijk gespannen fietste ik die ochtend met Iris naar school. En daar stond Daniel al. Ik werd een beetje rood, en kreeg het ineens weer zo warm. Ik liep daarom snel naar binnen, richting mijn kluisje.


Het eerste uur hadden we een blokuur Frans. Ik kwam binnen, en ging op mijn plaats zitten.
Gespannen wachtte ik af. Maar toen kwam Suzanne binnen en riep: "Hey Daniel, heb je mijn kaartje nog gehad?"
‘Huh?’ Dacht ik geschrokken. Hoe had ik ook zo stom kunnen zijn? Alsof ik de enige was die hem een kaartje zou sturen. Die hele fanclub meiden had hem vast allemaal een kaartje gestuurd. En ik zou de enige zijn die niet zou zeggen van wie die kaart was. Hij was net hierheen verhuisd en kende dus maar weinig mensen. Zo zou dus snel duidelijk zijn wie die kaart verstuurd had!
Ik voelde me de hele dag vreselijk, en ik wilde dat ik die kaart nooit verstuurd had. Hoe had ik ooit zo stom kunnen zijn om daar niet aan te denken?! Toen ik thuiskwam ging ik naar boven, tot ik beneden de brievenbus hoorde klepperen. De post was geweest. Er zou toch geen kaart voor mij bij zitten, dus bleef ik gewoon op m’n bed liggen. Totdat m’n moeder naar boven riep: "Janine, er is post voor je!"
Zou er dan toch een kaart voor mij zijn? Ik rende als een bezetene naar beneden en keek wat voor post er was. Een bankafschrift. Zie je wel, helemaal geen kaart! Ik moest mezelf niet zoveel illusies maken, want niemand stuurt mij ooit een kaart, waarom nu dan opeens wel? Omdat jij er toevallig een verstuurd hebt? Nou, als hij erachter komt van wie die kaart komt, scheurt hij hem in duizend stukjes!
Die volgende dag, op school, nadat ik die afgelopen nacht mezelf in honderd dingen had vervloekt, Valentijnsdag had afgezworen en gewenst om een fout bij de post, hoopte ik dat Daniel nog niet wist van wie die kaart was. Maar toen ik op school kwam, stond Daniel me met zo’n speciale blik aan te kijken. ‘Shit!’ Dacht ik. Hij weet het. Dan weet de hele klas het natuurlijk al. Ik was bang voor een bulderend gelach toen ik de klas binnenstapte, en ik balde m’n vuisten, maar het gelach kwam niet. Dus ontspande ik me weer en liep naar een tafeltje voorin.
De hele dag heb ik niemand aan durven kijken, en ik was blij toen om half 3 de bel ging. Snel naar huis! Dacht ik nog bij mezelf. Ik was als eerste de klas uit, en daarom was het bij mijn kluisje nog niet druk. Ik bukte om mijn jas eruit te halen, toen ik op m’n schouder getikt werd. Ik keek om, en zag Daniel staan. Shit, dacht ik. Wat wil hij? "Leuke kaart." Zei hij, en daarna liep hij door. Ik wilde schreeuwen dat het mijn kaart niet was. Maar dan zou hij zeker weten dat het van mij was... Dus daarom schreeuwde ik maar "Welke kaart?" Maar hij keek niet meer om.
Met een hoofd als een biet reed ik vijf minuutjes later naar huis. ‘Shit, hij weet het. Hij weet dat die kaart van mij is! Maar hij had toch ook van iemand anders uit de klas kunnen zijn? Waarom denkt hij dan dat het van mij is? Heb ik me toch te opvallende gedragen..? Of heeft hij me gezien bij de brievenbus? Nee, dat kan niet, ik had immers eerst gekeken of er iemand st...
TUUUUUT! Met een schok kwam ik terug in de werkelijkheid. 2 Grote koplampen, die steeds dichterbij kwamen. Ik wilde schreeuwen en wegrijden maar ik kon niets meer. En toen... was het stil.

In het ziekenhuis kwam ik bij. Ik wilde me omdraaien maar met een gilletje draaide ik me terug. M’n rug deed vreselijk zeer. Ik wilde rechtop gaan zitten maar ook dat lukte niet. En toen begon ik in paniek te raken. Een ding naast m’n bed begon te piepen terwijl ik probeerde uit m’n bed te komen. Meteen kwamen een stuk of vijf artsen aanrennen, er werd iets geroepen ik kreeg een spuit en daarna werd het weer zwart voor m’n ogen.
Voor de tweede maal werd ik wakker. Deze keer heel rustig, met een zeurderige hoofdpijn. Mijn benen lagen raar, voelde ik. Toen ik keek, hingen ze omhoog, en ze zaten in het gips. Ook zat er een slangetje vanaf mijn arm naar een stang met een zakje eraan. In dat zakje zat wit spul. Een vrouw stond naast m’n bed. "Goeie morgen, meissie." Zei ze luid en opgewekt. "Hoe is het nu?" Kun je niet zien dat ik hoofdpijn heb! Laat me slapen, wilde ik zeggen. Maar in plaats daarvan zei ik alleen maar, "mwah, beetje hoofdpijn."
Tegen de middag kwamen mijn ouders. Ze hadden blijkbaar al vaker naast mijn bed gestaan, maar ik kon me er niets van herinneren. Volgens de artsen heb ik 12 dagen in een coma gelegen voor ik weer bijkwam. Van mijn fiets was niets meer over, vertelden ze, maar dat was ook niet zo raar, want ik was tegen een bus opgereden. Mijn geluk was dat de bus pas net opgetrokken had, anders was ik dood geweest. Na een uurtje of twee gingen mijn ouders weer naar huis, en kon ik slapen.

De volgende dag kwam de arts kijken hoe alles ging, en moest ik opnieuw foto’s maken van mijn benen. De uitslag was niet zo geweldig. De bus was over mijn linkerbeen gereden, en die was verbrijzeld, ik had nog een breuk net boven mijn knie. Mijn rechterbeen was op drie plaatsen gebroken, en daar moest ik aan geopereerd worden. Er zouden 2 schroeven en een plaat ingezet worden, om mijn been te verstevigen. Ook moest het bot in mijn bovenbeen worden gezet. Verder had ik hier en daar nog sneden en schaafplekken, zoals op mijn kin. Die moest gehecht worden. De operatie zou de volgende dag komen, en daarom mocht ik die verdere dag niets eten.
Uiteindelijk duurde de operatie anderhalf uur. Weer opnieuw werden er foto’s gemaakt, en de plaat zat goed. Mijn been moest toen drie maanden in het gips, en zolang moest ik dus ook in het ziekenhuis blijven. Verder werd er die dag een scan gemaakt van mijn hoofd, omdat ik daar nog steeds pijn aan had, en omdat de kans bestond dat een botsplinter in mijn hersenen terecht was gekomen. Gelukkig was dat niet het geval, en konden ze ook geen andere schadelijke dingen vinden, en dus ging ik terug naar mijn kamer.
Ik lag met nog een meisje op de kamer. Elise heette ze, en ze was 15 jaar. Zij had net als ik een verkeersongeluk gehad, maar zij had een breuk in haar ruggenwervel. Daardoor kon zij niets, behalve de hele dag in bed liggen.
Drie maanden lag ik in het ziekenhuis, Iris was een keer in de week gekomen, vaker had ze geen tijd zei ze. Ik miste haar niet. Ik had het heel gezellig met Elise, en daarom maakte het me niet zoveel uit of Iris wel of niet kwam. Er waren ook een paar mensen uit de klas geweest, maar niet veel. Daniel was wel gekomen, twee of drie keer. Lang was hij echter niet geweest, maar dat gaf niet, want ik wist niet zoveel te vertellen. Één keer heb ik zelfs gedaan alsof ik sliep, omdat ik niets durfde te zeggen. Toen is hij bij mijn bed komen zitten, en na een half uurtje is hij weer weggegaan. Hij had een grote beer op mijn kastje gezet, en na een week was hij nog eens gekomen. Ik had Elise verteld over hem, over dat ik hem leuk vond enzovoort.
En toen kwam de grootste klap van het hele ziekenhuisgedoe. Lang had ik ernaar uitgekeken, dat eindelijk dat gips eraf ging. En dat ik weer zou gaan lopen. Helaas was dat niet het geval. Het gips werd er weliswaar afgehaald, maar lopen kon ik niet. Ik moest weer opnieuw leren lopen. Wat voelde ik me stom die dag, en ik geloof dat ik nog nooit zo teleurgesteld ben geweest. Ik was ook boos op mezelf. Ik mocht me niet zo aanstellen, ik zou ooit, over een paar maanden weer goed kunnen lopen. Voor Elise gold dat niet. Zij zou nooit meer kunnen lopen. Ze was verlamd vanaf haar middel. Voor de rest van haar leven zou zij in een rolstoel zitten. Nee, ik mocht niet zeuren, en ik zou gaan oefenen, zo hard als ik kon om zo snel mogelijk t kunnen lopen...

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 8 bezoekers online