Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

En toen.

U leest om dit moment het verhaal En toen gepost door Jan Wessels. Dit verhaal is gepost in de categorie sprookjes. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.

Wilt u terug naar sprookjes?
Categorie: sprookjes
Gepost door: Jan Wessels
Gepost op: 2006-6-21

Verhaal:

En toen
En toen…

Het einde van een sprookje is het begin van een lang en gelukkig leven voor de hoofdpersonen. Zo vertelt de schrijver het. Maar, hoe lang is dat leven? En, hoe gelukkig? Vragen die mij bezighouden.

Bij wie kan ik aankloppen voor de antwoorden? In ieder geval niet bij de schrijvers. Die, dat is wel zeker, leven niet meer. Zijn er dan archieven, al dan niet letterkundig, die informatie bevatten? Ook dat blijkt niet het geval.

De zoektocht naar het vervolg, het ‘en toen’, levert een verrassende ontknoping op. De hoofdpersonen zijn in meer dan een betekenis hoofdpersonen! Ze wonen heel dichtbij, in mijn hoofd! Een aantal heb ik bezocht. Van de ontmoetingen doe ik verhaal. Of, misschien beter gezegd, ik heb bij hen verhaal gehaald…

1. Margriet

Een ontmoeting met Margriet. In haar huis. Een verbouwde boswachterwoning aan de rand van het dorp. Margriet? Ja, zo heet ze nu. Ze vertelt me dat ze jaren terug haar naam heeft veranderd. Ze is geen grietje meer.

Het huis heeft ze gekocht van haar vader. Vader is inmiddels gaan wonen in de sprookjeshemel. In sprookjes komt de hemel niet voor, zegt Margriet. En of er in de hemel sprookjes zijn, is voor haar de vraag. Mogelijk is zelfs de hemel een sprookje.

Ik vraag Margriet naar haar leven na het sprookje. Voor mijn verhaal, licht ik toe. Even fronst ze haar voorhoofd en glimlacht vermoeid. Een sprookje is het vervolg voor haar bepaald niet altijd geweest, zegt ze. Maar ze is blij dat ze haar verhaal een keer kwijt kan. Wel wil ze het, voordat ik het aan anderen laat lezen, controleren op feitelijke onjuistheden. Haar ervaring is dat mensen wel eens met wat zij zegt aan de haal gaan. Soms vullen ze zelfs aan met eigen verzinsels! Ik stem toe en Margriet begint te vertellen.

----------------------------

Niet lang na de dood van de heks komt de politie haar halen. Ze is verdachte in de zaak van de moord op een oude vrouw. De bejaarde vrouw is een bekende van de politie; haar vroegere buurjongen werkt er als agent. Hij heeft de gewoonte een keer per week de boodschappen voor haar te doen. Vooral snoepgoed voor het onderhoud van de woning. Hij heeft haar helemaal verbrand aangetroffen.

Direct is hij begonnen aan het onderzoek naar de toedracht. Aan het huisje van de oude vrouw ontdekt hij sporen van vraat. Daarvan neemt hij monsters. Ook vindt hij voetsporen. Die wijzen hem de weg naar het boswachterhuis waar Margriet woont. Als men tenslotte een DNA-onderzoek instelt, levert dat als resultaat op dat Margriet de dader moet zijn geweest.

Ze bekent tegenover de politie dat ze de oude vrouw in de kachel heeft geduwd. Als verklaring voor haar gedrag geeft ze aan dat ze uit noodweer heeft gehandeld. Ze vertelt dat de oude vrouw had geprobeerd haar broertje vet te mesten en vervolgens op te eten. Die verklaring wordt door de politie naar het rijk der fabelen verwezen. Men vermoedt een psychische afwijking bij Margriet. Een onderzoek in het Pieter Baan Centrum volgt. Uiteindelijk blijkt dat ze verminderd toerekeningsvatbaar is. Rekenen heeft ze op school geleerd maar voor toerekenen is ze inderdaad nooit zo vatbaar geweest. Sterker nog, ze weet niet eens wat het is!

Men brengt haar naar de jeugdgevangenis. Ik schrik. Fantaseert ze? Ze ziet de aarzeling op mijn gezicht en zegt dat dat toen nog zo ging. Gewoon in een hok, achter tralies. Vooral die tralies roepen nare herinneringen op. Ze weigert te eten. Een familietrekje, zegt ze. De leiding van de gevangenis besluit haar na een aantal weken over te plaatsen. Ze krijgt een kamer zonder tralies. Dan begint ze weer te eten.

Na een aantal jaren gevangenis mag ze weer naar huis. Zestien is ze als ze haar kamertje weer terug ziet. Onwennig voelt ze zich in het begin. Moeder heeft niets aan de kamer veranderd. De poppen liggen er nog en ook het speelgoedfornuisje dat vader ooit voor haar had gemaakt. Oude spullen van school komt ze tegen. De school! In de gevangenis is er niet zo veel van onderwijs terechtgekomen. En de lagere school afmaken, dat ziet ze niet zo zitten. In een klas met kinderen die allemaal veel jonger zijn, nee, dat lokt haar niet. Ook wil ze een andere naam dragen. Een naam die past bij haar leeftijd. Vanaf nu gaat ze als Margriet door het leven.

----------------------------

Margriet stopt even met haar verhaal. Ze haalt koffie en een zoet broodje. Zelf gebakken, zegt ze. Dan gaat ze door met vertellen.

----------------------------

Ze heeft werk gezocht. Nee, niet in het dorp. Dat is niet gelukt, zegt ze. De mensen daar gunnen haar allemaal een nieuwe start zolang zij daar maar geen aandeel in hoeven hebben. In een verzorgingshuis in een stad gaat ze werken.

Na een paar jaar ontmoet ze daar Stefan. Hij werkt in de keuken en is een paar jaar ouder dan zij. Een rustige vent met een passie voor voedsel. Graag vertelt hij erover en Margriet is een gretig luisteraar. Op een dag vraagt hij haar mee uit eten. Het wordt een gezellige avond. En bij die ene avond blijft het niet.

Op een dag komt Margriet thuis. Ze opent de postbus en neemt de inhoud mee naar binnen. Ze zet een kopje koffie en kijkt dan wat er allemaal aan post is gekomen. Dan is er opeens een brief. Zonder afzender. Nieuwsgierig maakt ze de brief open. Geachte mevrouw, staat er, weet u met wie u uit bent geweest? Dat is alles. Met wie ze uit is geweest? Natuurlijk weet ze dat. Wat raar, zo’n vraag. Zeker iemand die probeert een geintje uit te halen. Ze gooit de brief bij het oud papier.

Na een week is er weer een brief. En weer staat er geen afzender op. Nieuwsgierig maakt ze de envelop open. Weer dezelfde aanhef, maar nu met de tekst: ik wel! Ik wel? Dan denkt ze terug aan de vorige brief. Iemand die haar iets duidelijk wil maken? Wat is dit toch? Ze besluit er niet met Stefan over te praten maar de brief te bewaren.

Ze betrapt zich erop met andere ogen naar Stefan te kijken. Heeft ze iets niet gezien? Houdt hij iets voor haar verborgen? Wie is Stefan? En waarom werkt hij niet volledig? Wat doet hij op de vrijdag als hij niet op zijn werk is? Ze besluit het hem te vragen. Hij antwoordt wat afwijkend. Iets voor zijn hobby, zegt hij. Hobby? Ja, iets met eten. Hij zal het haar later wel eens uitleggen. Het is niets bijzonders.

Toch niet gerust, besluit ze hem op een vrijdag onopvallend te volgen. Hij fietst bij zijn ouders vandaan richting bos. Op een afstand volgt Margriet hem. Waar is hij nou zo snel gebleven? Heeft ze even niet opgelet? O, daar ziet ze hem. Ze gaat op een veilige afstand kijken. Maar wat is dat? Wat is hij aan het doen? Hij is aan het bouwen. Bouwen aan het huis waar vroeger de heks heeft gewoond. Hij brengt snoepgoed aan bij het huis. Het ziet er bijna net zo uit als toen, lang geleden. Een naar gevoel bekruipt haar.

Opeens hoort ze geritsel. Voorzichtige voetstappen. Ze schrikt. Niet bewegen, stil blijven zitten. Maar de voetstappen komen dichterbij. Dan is er een hand voor haar mond. En een stem die zacht zegt dat ze stil moet zijn. Met bonzend hart kijkt Margriet om. Wie ben jij, fluistert ze. Niet vragen, antwoordt de onbekende man. Hij neemt haar voorzichtig bij de arm en beduidt dat ze mee moet gaan. Ze lopen samen het bos. Als ze ver genoeg verwijderd zijn, begint hij te praten.

Je hebt brieven gekregen, zegt hij. Die zijn van mij. Ik wil je waarschuwen. Weet je echt niet wie Stefan is? Nee, antwoordt Margriet. Stefan is gewoon wie hij is en ik houd van hem. Ik zal je iets vertellen, zegt de onbekende man. Vroeger ben ik hier ook geweest. Vroeger? Ja, toen jij en je broertje hier waren. Door het raam heb ik alles gezien. Maar, zo reageert Margriet, waarom heb je dan nooit iets gezegd? Dan had ik, dan was ik.. Ik durfde niet, zegt hij. Maar, waarom zoek je mij dan op, vraagt Margriet. Ik begrijp het niet!

De man kijkt om zich heen. Als hij er zeker van is dat niemand hem kan horen, begint hij te vertellen. Hij blijkt een klasgenoot van Stefan te zijn. Eerst op de lagere school, daarna in het beroepsonderwijs. Op een dag vraagt Stefan hem of hij een geheim kan bewaren. Daar heb je vrienden voor, heeft de man geantwoord. Stefan vertelt dat hij van plan is het huis van zijn oma weer op te bouwen. Het huis van je oma?

En Stefan vertelt dat zijn oma de heks uit een oud sprookje is. Op de lagere school heeft de juf het verhaal voorgelezen. Een grimmig verhaal was het. Thuis droomt hij steeds van het sprookje. Op een nacht vertelt hij zijn vader over de oorzaak van zijn angstige dromen. Toen heeft zijn vader hem verteld dat die oude vrouw zijn oma is! Jarenlang heeft het verhaal Stefan bezig gehouden. En nu, nu hij volwassen is, wil hij het huis van zijn oma weer opbouwen. Ik ben bang, zegt de man. Bang dat de geschiedenis zich herhaalt. Dat wil ik voorkomen. Daarom heb ik je gewaarschuwd.

Margriet zucht. Wat een verhaal! En weer komt zij er in voor! Kan ze er voor zorgen dat het ook in dit geval goed afloopt? Ze denkt na. Dan zegt ze dat ze terug gaat, het bos in. Nee, antwoordt de man, doe dat niet! Jawel, zegt ze. Ik was toen niet bang en ik ben dat ook nu niet. Mogelijk heeft het feit dat dit een verhaal is daarmee te maken. Net als in een droom, als je weet dat je droomt en de droom is eng dan durf je van alles te doen! De onbekende man vertelt dat hij die dromen niet kent. Hij waarschuwt haar nog een keer en maakt zich dan uit de voeten.

Margriet gaat terug. Ze loopt recht op het huisje af. Wat ben je aan het doen Stefan, vraagt ze. Stefan schrikt. Hoe kom jij hier, waarom, wat… Maar dan zegt hij dat ze dichterbij kan komen. Ze gaat. Hij slaat een arm om haar heen en zegt dat dit zijn hobby is. Een hobby? Het herbouwen van het huis waar zich zoiets vreselijks heeft afgespeeld? Ja, zegt Stefan. Het is inderdaad niet mooi geweest wat hier is gebeurd. Ik ben ook boos geweest op mijn oma. Hoe heeft ze die twee kinderen ooit dit kunnen aandoen. Later, zo zegt hij, heeft hij het beter begrepen. Zijn oma is een goed mens geweest. Maar zoals dat gaat met oude mensen, ze kunnen in de war raken. En dat is bij zijn oma het geval geweest. Hij heeft informatie ontvangen uit het medische circuit. Zijn oma heeft van het huisje een ontmoetingsplaats willen maken voor kinderen. Een plek om vrijuit te eten. Bij het ouder worden doet ze dingen die ze voor die tijd nooit heeft gedaan. Feitelijk heeft ze dat niet bewust gedaan. En ik, zo vervolgt Stefan, wil het werk van mijn oma voortzetten.

Stefan zwijgt. Margriet geeft hem een zoen. Ze zegt dat ze hem ook iets wil vertellen. Iets wat Stefan nog niet weet. En dan vertelt ze dat zij de gebeurtenis van erg dichtbij heeft meegemaakt. Van dichtbij, vraagt Stefan. Ja, nogal. Ik heb dicht bij het vuur gezeten. Margriet vindt dit spannend. Hoe zal Stefan reageren ook als ze hem alles vertelt? Ze besluit het erop te wagen. Als ze met Stefan verder wil, dan wil ze geen geheimen voor hem hebben. Ze vertelt! Langzaam dringt de waarheid van wat Margriet zegt tot Stefan door. Dus, zegt hij, jij bent een slachtoffer maar ook een dader! Ja, antwoordt Margriet, zo ingewikkeld zit het leven soms in elkaar.

----------------------------

Margriet zwijgt en blijft een poosje voor zich uit kijken. Na een lange stilte vraag ik of ze verder wil gaan. Nee, antwoordt Margriet, er is nog wel een verder maar hier laat ik het bij.

En het lange leven, vraag ik, en het geluk? Och, zegt Margriet, ik leef nog steeds en dat is voor een hoofdpersoon uit een heel oud verhaal toch wel lang. En het geluk, ach, geluk is dat wat jij van het leven maakt, zo besluit ze…









2. Hans

We praten op een avond in een hotelkamer. Hans is voor zijn werk een aantal dagen van huis. Reizen, zo vertelt hij, is niet echt zijn hobby. Daarbij speelt ook, zo voegt hij eraan toe, dat het vinden van de weg nog steeds een zwak punt van hem is. Gelukkig heeft hij nu een navigatiesysteem. Een heel wat makkelijker en beter hulpmiddel dan de stenen en het brood die hij vroeger gebruikte om de weg naar huis te vinden.

Hans wil mij wel vertellen over het vervolg van zijn leven. Het meest belangrijk daarin voor hem is de zoektocht naar zijn moeder geweest. Ik kijk daarvan op. Zijn moeder was toch gestorven toen hij jong was? En zijn vader is toen toch hertrouwd? Hij had toch een boze stiefmoeder die zijn vader aanspoorde om de kinderen maar in het bos achter te laten toen er onvoldoende voedsel voor hen vieren was?

Ja, zegt Hans, zo gaat dat met sprookjes. De mensen lezen zo’n verhaal maar realiseren zich vaak niet hoe ze er zelf allerlei zaken bij verzinnen. Ik voel me betrapt en zeg dat de vragen die ik stelde inderdaad uitgaan van mijn eigen fantasie. Hans neemt het mij niet kwalijk. Ook sprookjesfiguren is niets menselijks vreemd, zegt hij. Hijzelf wist jarenlang niet beter. Hij had de sprookjesverteller geloofd. Maar de werkelijkheid bleek, zoals vaker, anders te zijn.

----------------------------------

Na de dood van zijn stiefmoeder is vader niet weer getrouwd. Hij en Hans zijn jarenlang samen opgetrokken. Dat was in de periode waarin zijn zus niet thuis was. Maar dat is een ander verhaal, zegt Hans.

Op een dag vindt Hans op zolder een bundel brieven. Ook ligt er een aantal foto’s. Foto’s van zijn vader met een vrouw. Een mooie vrouw om te zien. Ze ziet er lief, slank en stralend uit. Maar het beeld op de foto’s klopt niet met de herinnering die Hans aan zijn moeder heeft.

Die avond vertelt hij zijn vader van zijn vondst. Z’n vader schrikt vreselijk en vraagt waar hij de brieven en de foto’s heeft gevonden. Ook zegt hij dat Hans ze maar zo snel mogelijk moet terugleggen en vergeten. Maar dat is niet wat Hans wil. Hij brengt ze wel terug maar besluit één foto te verstoppen op zijn kamer. Achterop schrijft hij de naam van de vrouw die de brieven geschreven heeft.

Een week later gaat Hans terug naar de zolder om nog eens te kijken. Maar nergens is ook maar een spoor van de brieven en de foto’s te vinden. En er zijn vader naar vragen durft hij niet. Hij heeft een vermoeden dat die er meer van weet. Het kan soms vreemd gaan in het leven. Vader wil daar blijkbaar niets over kwijt. Maar waarom niet? Wat heeft hij te verbergen? Het blijft hem een poos bezig houden maar daarna denkt hij er nauwelijks meer aan.

Jaren later – hij woont dan zelfstandig - is Hans van plan naar een film te kijken. Voordat de film begint, ziet hij het laatste stukje van een programma. Het gaat over zoektochten naar mensen die spoorloos verdwenen zijn. In een flits herinnert Hans zich de foto die hij ooit bewaarde. Van de film ziet hij niet zoveel. Zijn gedachten cirkelen rondom wat hij net gezien heeft. Als hij nou eens… Maar hoe?


Na wat zoekwerk komt hij achter het adres van de organisatie die de uitzending verzorgt. Hij besluit een brief te schrijven. Er komt na een poosje een reactie. Hans krijgt een uitnodiging om te komen en er volgt een uitgebreid gesprek. Het resultaat is dat ze Hans beloven op zoek te zullen gaan en hem op de hoogte te houden.

Een tijdlang gebeurt er niets maar dan is er plotseling bericht. Er is een spoor gevonden dat leidt naar een klooster in Frankrijk. Men verzoekt Hans naar de studio te komen. Daar hoort hij dat ze een grote verrassing voor hem hebben.

------------------------------

Hans wacht even met zijn verhaal. Hij is geëmotioneerd nu hij terug denkt aan die tijd. Zijn vingers spelen met iets wat lijkt op een stokje. Ik kijk nog eens goed en zie dat het een klein botje is. In een flits denk ik terug aan het sprookje. Zou dit? Zal ik hem ernaar vragen? Ik waag het erop. Hans glimlacht en zegt dat dit botje hem geluk brengt. Het heeft hem jaren geleden het leven gered. En zoals dat vaker gaat met dingen die belangrijk zijn, heeft hij het zelfs een naam gegeven. Berend, noemt hij het. Dan gaat Hans verder met zijn verhaal.

-----------------------------

Het was vreemd, vertelt Hans. Vreemd, met al die camera’s op je gericht; omgeven door mensen die niet anders doen dan scènes maken. Niet weten wat er zal gaan gebeuren. Langzaam voeren de programmamakers de spanning op. Hans, die wel ervaring heeft met hete vuren, begint te zweten. Eindelijk komt het hoge woord eruit. De vrouw op de foto is zijn moeder en… ze leeft nog! Hans krijgt nauwelijks tijd om te beseffen wat er dan gebeurt. Er gaat een deur open. Een al wat oudere vrouw komt binnen en loopt op Hans toe. Zijn moeder! Zijn echte moeder!

Zowel voor hem, zegt Hans, als voor zijn moeder is het geweest alsof een sprookje werkelijkheid is geworden. Maar dat was niet direct het geval. Er waren zoveel vragen te stellen. Waar was zijn moeder al die jaren? Waarom is ze weggegaan? Waarom heeft ze nooit iets van zich laten horen? Hield ze dan niet van haar kinderen? En wat is er tussen haar en vader voorgevallen?

Hans heeft na de uitzending zijn moeder meegenomen naar zijn appartement. Ook heeft hij zijn zus gebeld om te komen. De vragen die ze hebben, stellen ze aan hun moeder. Moeder vertelt dat wat er gebeurd is te erg is voor woorden in een gewoon verhaal. En omdat we alle drie wel vertrouwd zijn met sprookjes, besluit ze haar geschiedenis in die vorm te vertellen.

---------------------------------

Er waren eens, zo begint moeder traditioneel, twee ganzen, een mannetje en een vrouwtje. Ze leefden nog niet zo lang maar waren al wel gelukkig. Ze stichten samen een nest en kregen twee jonkies, een jongetje en een meisje.

Op een dag gaat het vrouwtje met haar kroost naar haar moeder. De kinderen noemen haar grootmoeder de gans. Ze zijn een poosje op weg als ze aan de kant van de weg iets zien liggen. Het is een jonge gans. Hij bloedt. Zo te zien heeft hij veel pijn. De vrouwtjesgans aarzelt even en neemt dan het besluit eerst haar kinderen weg te brengen om dan terug te gaan naar de gewonde gans.
Als ze weer bij hem is gekomen, ziet ze dat hij onrustig is. Hij maakt afwerende bewegingen en zegt steeds ‘Nee, niet doen, niet doen’. Ze legt een vleugel om zijn schouder en zegt dat ze hem wil helpen. Heel even doet het mannetje zijn ogen open. Een kleine glimlach komt op zijn snavel. Dan zakt hij weg. Het lijkt wel of hij slaapt. Het vrouwtje steunt hem helpt hem overeind. Strompelend komen ze aan bij het huis van de vrouwtjesgans.

Ze legt hem op het bed en wast voorzichtig het bloed van zijn lijf. Op de wond brengt ze een verband aan. Hij voelt koud aan. Ze besluit hem warm te maken en kruipt naast hem onder een donzen dekbed. Na een tijdje valt ook het vrouwtje in slaap.

Aan het eind van de werkdag komt de mannetjesgans thuis van zijn werk. Hij heeft honger en hoopt dat zijn vrouw een lekker maal heeft gemaakt. Als hij het huis nadert, valt het hem op dat het zo stil is. Zijn kroost ziet hij nergens. Ook ruikt hij geen lekkere etensgeuren. Hij wordt bang, een naar gevoel bekruipt hem. Dan komt hij het nest binnen en wat hij dan ziet; hij gelooft zijn ogen niet. Maar het is waar, daar is ze, zijn vrouw en bij haar in bed een man. Het is alsof hij een dreun krijgt.

Woedend schreeuwt hij wat dit te betekenen heeft. Zijn vrouw wordt wakker, ziet haar man en krijgt een kleur. Het is niet wat je denkt dat het is, zegt ze. Maar hij luistert niet meer. Een rode waas trekt voor zijn ogen. Hij loopt op het bed toe, grijpt het gewonde mannetje vast, draagt hem het huis uit en gooit hem in de vijver. Dan loopt hij terug naar zijn vrouw, pakt haar beet en zegt dat ze onmiddellijk moet verdwijnen. En wat ze ook probeert, hij luistert niet meer. Hij wil dat ze verdwijnt en nooit meer terugkomt. Nooit meer. En ook de kinderen zal ze nooit meer mogen zien.

Wanhopig gaat het vrouwtje weg. Ze loopt al heeft ze geen idee waar ze naar toe moet. Dagen achtereen. Dof van verdriet, moe van het vele lopen komt ze uiteindelijk in Frankrijk aan. Aan de poort van een klooster gaat ze zitten. Ze kan niet meer. De volgende ochtend vinden de nonnen haar. Ze nemen haar mee naar binnen geven haar te drinken en te eten en laten haar dan een hele poos slapen.

Als ze op verhaal gekomen is, vertelt ze haar geschiedenis. De kloosterzusters luisteren er met ontzetting naar. Ze zeggen niets. Daar, zo vertelt moeder tussendoor, komt ook het begrip ‘non verbaal’ vandaan. De vrouw mag van de nonnen blijven. Jaren gaan voorbij en er is geen dag waarop de vrouwtjesgans niet met verdriet in haar hart aan haar kinderen denkt. Totdat er op een dag mensen in het klooster komen en naar haar vragen. Die mensen blijken van een televisieprogramma te zijn dat op zoek is naar spoorloos verdwenen dieren. Ze hebben een verrassing voor haar…

-------------------------------------

Ademloos hebben Hans en Margriet naar het verhaal geluisterd. Ze zuchten alledrie als het sprookje uit is. Al hun vragen zijn met dit verhaal beantwoord. Dan vraagt hun moeder naar hun belevenissen. Ze vertellen dat ze inmiddels wereldberoemd zijn geworden met hun sprookje. Dat vader hertrouwd is en dat hun nieuwe moeder geen aardige vrouw was. Ook vertellen ze dat zowel hun stiefmoeder als hun vader zijn overleden. Het wordt een ontmoeting om nooit te vergeten.

------------------------------------


Moeder is daarna, zo vertelt Hans, teruggegaan naar het klooster. Daar voelt ze zich thuis en ieder jaar komen hij en zijn zus bij haar de vakantie doorbrengen. Dat zijn momenten van geluk, zegt Hans. En daar gaat het toch om in het leven...










Aantal keer bekeken: 6888
Waardering: 7.84 op 10
Geef een cijfer:

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 11 bezoekers online